Deel 4, dat deel in de buitenlanden. #67daysofsummer
U dacht voorzekers: die is met vakantie, want het is daar zo stil. En u had gelijk, natuurlijk, slimme lezer.
Ik heb vreselijk veel geschreven, wegens snel door mijn boeken heen. Althans degene die niet werkgerelateerd of niet ingepikt door mijn lief die zelf geen boek had meegenomen waren, of licht teleurstellend (Julian Barnes, ik had schone herinneringen aan u, maar dat van die “Liefde enz.” dat is het toch niet, man), of frustrerend indien geen youtube bij de hand om allerlei muzikale verwijzingen op te zoeken.
Enfin. Veel geschreven, maar te tam om WiFi te zoeken voor iets meer dan het uploaden van een occassionele foto. U krijgt dus later de komende weken nog allerlei vakantieverhalen. #Laterposts zouden ze op bepaalde sociale netwerken zeggen.
Op dag 27 hadden wij vooral een vermoeiende dag, met veel autorijden. Gelukkig konden we ook eens van de autostrade af voor picnic bij een riviertje. Het eerste van vele.
Dag 28 was het echte begin van de vakantie, op een heerlijke camping waarover ik u later nog iets zal vertellen.
Oh maar kijk, op dag 29 besloot ik u alvast te vertellen over die camping met het beeld dat mijn ochtend was, een week lang.
Op dag 30 zwommen we en zaten we in de zon.
Dag 31 was cultuur, wegens bewolkt. Wat mijn aanstaande niet tegenhoudt om een korte broek te dragen. Dit is zijn eerste korte broek in 10 jaar, trouwens, want ik zie niet graag korte broeken. Maar sinds die ondertrouw is hij er precies wel gerust in, opeens.
Op dag 32 was er regen en deden wij Orange, waar we een vreselijk interessant museum bezochten over iets wat ik nu al vergeten ben. Maar de man leerde de dochter wel dat musea altijd plezant zijn.
Dag 33 was opnieuw zonnig, dus klommen wij een berg op, op zoek naar een kasteel. “Site” bleek de richting te zijn van een rotsklim-site, en ook de pijl naar gitaarspelende jonge mannen op de berg, borstvoedende moeders en een lief meiske dat wilde thijm offreerde aan de dochter. Rotsklimmers zijn hippies met een duurdere uitrusting, zo blijkt.
Dag 34 bestond uit zwemmen en de zon, maar ge kunt niet elke dag dezelfde foto nemen, dus deed ik ons avondgedoe.
De gitaar had hij trouwens eigenhandig opnieuw in elkaar geknutseld na een incident op dag 30.
Ook dag 35 was er eentje van ijskoud water en veel leute. Een andere rivier, deze keer, want ik heb een boekske en daar staan de coolste ah neen ik mag dat niet vertellen want het is een geheime volgens Fiona.
Dag 36 werd gespendeerd in een hotel in de Provence. Er was eerder die week op de camping een horrornacht geweest met als ingrediënten Mistral en een bij yours truly blijkbaar onverwerkt pukkelpoptrauma. Het lief besloot wijselijk zijn hysterische vrouw preventief in een hotel onder te brengen bij de aankondiging van Zeer Zwaar Nachtelijk Onweer op de camping.
Dag 37. Ik zat in een zetel, las een boek, en liet me verzorgen. Einde.
Op dag 38 besloten we dat het al wel was met die luxe en reden naar Lac de Serre-Ponçon. Afgrijselijk toeristisch, maar wat blijkt: als ge 1600 meter stijgt merkt ge daar niks meer van.
Soms kwamen we onze berg af, voor pizza of een bootje. Zoals op dag 39.
Meestal echter gooiden we stenen naar wilde rivieren (dag 40),
of we namen een kabellift in een skigebied naar nog hogere bergen (dag 41),
of we zwommen gewoon in ons eigen lac. 1000 keer kleiner maar een miljard keer leuker dan beneden (dag 42. En ook alle andere dagen, eigenlijk.)
Dag 43 staat bij ons bekend als “de dag dat i. toegaf en eindelijk botinnen aandeed in plaats van teenslippers.” De volgende dag was dat weer over, geen paniek.
De dochter heeft mijn kleed gestolen op dag 44. Ik las een boek, zwom in het meertje en keek naar hoe ze danste in de Alpen.
Op dag 45 besloten we dat we genoeg hadden geluierd en dus bezochten we een fort. Dat was leuk, vooral omdat ge in forten goed kunt spelen.
Dag 46, bergmeertje, zon, ge kent het ondertussen, toch?
Dag 47 was kilometers vreten. En halve broodjes met lange tanden.
En vandaag is dus dag 48. Thuis. Met een chaos om u tegen te zeggen. Kamperen is leutig, jongens, maar aan die natuur hebt ge verdorie veel opkuis.
Zalige vakantie! Hou ook van de vrijheid van kamperen. En als rotsklimster in hart en nieren sinds vele jaren vind ik uw opmerking over dat hippie niet alleen geweldig, ik kan het ook zo hard beamen. Onder klimmers, eender waar of wanneer, altijd thuis…
Je wakkert het heimwee naar dat zwerversbestaan weer aan met dit vakantieverslag. Maar ik zal me er bij neer moeten leggen dat dat niet meer voor ons is. Ooit zeggen lijf en leden dat het niet meer kan. Waren we er maar eerder aan begonnen. Maar ja, in geen van beide families bestond die gewoonte. Eer je er dan zelf achter komt…
lijkt me zalig ontspannen zo met drietjes. Maf!
Zo’n mooie foto’s van zo’n mooie mensen op zo’n mooie plekken.
Oh, wat leuk om te zien dat jullie er van genoten hebben. Wij zaten daar ook ergens in de buurt, maar spijtig genoeg veel korter.