De lampjestest en de give-away.
Mijn kleine is niet zo’n lastige met monsters in haar kamer. Althans niet ‘s nachts. Ze heeft een lampje dat speciaal ontworpen is door mensen in Zweden om monsters weg te houden en dat stond op de bijsluiter en het werkt. Bijsluiters voorlezen aan kleuters die nog niet kunnen lezen: beste uitvinding ooit.
Een paar weken geleden kreeg ik een mailtje over de Softpal-lampjes van Philips en ik dacht goh, ze heeft dat niet nodig, maar ze zat net naast mij. Ze zag op mijn computerscherm de foto van het lampje, wees en riep “Oh. Oooooh. Dat. Dat is Mike.”
Toen ik haar vertelde dat ik net een mailtje kreeg om te vragen of zij graag zo’n lampje willen, was ik op slag de populairste moeder van de Brugse Poort, werd er hier een vreugdedansje gedaan en kreeg ik de volgende dagen honderdduizend keer de vraag “Is mijn lampje er al?”. Het was er niet maal honderduizend en toen opeens wel.
Sinds het lampje er eindelijk is, wil ze er nauwelijks van scheiden. Hij heet ondertussen Kleine Mikey. Als ge hem kantelt, gaat hij aan en als ge hem nog eens kantelt gaat hij uit. Hij is superzacht en veilig, en mag dus in principe mee in bed. Dat hebben we de eerste dag gedaan, maar na een half uur riep de kleine. Dat Mikey beter beneden kon slapen, want dan ze niet kon stoppen om met hem te spelen. Zelfkennis, de editie vierjarigen.
Maar overdag dus: onafscheidelijk. Kleine Mikey kruipt mee onder tafel. Kleine Mikey maakt de kat wakker. Kleine Mikey gaat mee in het kamp om te lezen. En kleine Mikey kijkt al graag eens naar The Voice.
Goed nieuws tot slot: ik mag een Softpal-lampje weggeven! Een Mike, dat is evident. U moet daarvoor alleen even in de commentaren vertellen waar u als kind bang voor was. Niet waar u nu schrik van krijgt, want dan lees ik de meest verontrustende dingen en dan word ik ook bang. Kinderangsten dus. Go!
Ik keek als kind vaak in van die modeboeken van 3 suisses enzo en dan werd ik bang vd laarzen met hakken…zodra ik een paar v die schoenen zag, klapte ik snel de 3 suisses terug dicht..
Vreemde angst, want nu draag ik bijna niets anders meer 🙂
Ik dacht dat de Chinezen boven de wolken woonden en was bang dat die op mijn hoofd zouden vallen.
Ik was mega-bang van het Liegebeest, en E.T. (dat lichtje in zijn vinger?! WTF?!).
Uiteraard ook van het donker, en krokodillen die mijn tenen gingen afknabbelen als die niet onder mijn donsje lagen. (Ik werd dus steevast als een worstje ingestopt ‘s avonds, strak – strakker – strakst!
Marjolein! ik ook van die krokodillen onder mijn bed! Maar ik herinner me dat dit boek (http://www.bol.com/nl/p/er-ligt-een-krokodil-onder-mijn-bed/1001004002492017/) daar iets mee te maken had :).
Ik durfde ‘s nachts mijn bed niet uitstappen.
OMG Dat boek!!
Echt de bron van day jeugdtrauma: no doubt.
En verder ook van over de treinsporen lopen (zus of mama moest mij dragen).
Er was in ons dorp nl. ooit iemand ‘meegesleurd’ met de (wind van) de trein toen die aan de overweg stond te wachten…
Ik was bang dat er iemand in mijn kleerkast zat, en ik moest en zou eerst mijn bed nog uitkomen om de kast dicht te doen – blijkbaar deed het er dan niet meer toe of er iemand inzat, zo lang ik hem dan maar de kast kon horen opendoen…
ik was gedurende een bepaalde periode bang dat mijn knuffelbeesten ‘s nachts tot leven gingen komen… ik heb ze dan maar tijdelijk verbannen uit mijn bed 🙂
gelukkig was dit een fase en is daarna de fase ‘ er zit een eng monster onder mijn bed dat in mijn voeten gaat bijten/of eraan gaat trekken als ik uit bed stap’ aangebroken.
Ik was niet bang van het donker, hoe donkerder hoe liever. En in monsters geloofde ik ook niet echt. Maar ik zorgde er wel altijd voor dat mijn armen en voeten binnen mijn bed bleven. Je wist maar nooit dat er toch eens iets onder mijn bed zat en mij bij mijn arm uit mijn bed zou sleuren.
Na een griezelnamiddag bij de speelpleinwerking waar ze een gruwelijk verhaal vertelden met mieren in de hoofdrol moest ik niets meer hebben van die kleine kruipende beestjes. Vooral van vliegende of rode mieren ben ik nog steeds bang. Dat ik ooit in zo’n nest ben gaan zitten en verschillende keren gebeten werd, zal ook wel meespelen.
Ik was een beetje een stoere, als het op bang zijn in het donker of voor monsters ofzo aankwam, maar vroeg me niet om te telefoneren, dat durfde ik niet, zelfs niet naar familie… (dat is later gelukkig helemaal goedegekomen, met dat telefoneren :-))
Slakken! Nog altijd trouwens
Bang om ‘s avonds mijn pyjama aan te doen in de badkamer. De badkamer bevond zich in de kelder en om er te geraken moest je voorbij de verwarmingsketel die net aan sloeg op het moment je er passeerde. Ik zweer het jong, elke avond lopen!
Brrr, krijg al een rilling als ik er nu aan denk.
ik was bang van de trap in de kelder, die had open treden en ik dacht altijd dat iemand mijn kuiten ging pakken…
Ik was bang dat de maagd Maria ging verschijnen aan mijn bed.
Van potentiële heiligenverschijningen op de muur van mijn slaapkamer.
Ik was vroeger bang dat er een wolf onder mijn bed zat, ik moest mijn licht uit doen aan de deur en dan volgde er altijd een sprint en een sprong richting bed. Dan vlug onder de lakens en niet meer verroeren.
Iets totaal anders hier: die kleine Mike is gewoon een geschenk uit de hemel voor ons 4-jarig dochtertje! Ze wil zo graag groot worden… en dus zonder pamper slapen. Maar ze heeft schrik van donker… en hoe dicht we haar nachtlampje al zetten (nu al IN haar bedje): ze vindt de schakelaar niet… en uit haar bed stappen in een donkere kamer lukt haar niet… Wat zou die kleine Mike haar kunnen helpen :-)!
Ik was bang van Gargamel. Ik keek altijd rechtstaand naar de smurfen, zodat ik snel naar de keuken kon lopen als hij in beeld kwam!
Kippen, alles wat ook maar pluimen had en een bek waren voor mij de grootste monsters die er bestonden. Nooit heb ik dus eitjes uit hun hok gehaald ook al was ik iedere keer jaloers toen mijn nichtjes en neefjes vol trots hun zelf gevangen ei kwamen tonen.
Ik was bang van lieveheersbeestjes, omdat ze zo plotseling in een vliegend minimonster konden veranderen, van slangen naast mijn bed waar ik met mijn knuffelvodje moest wapperen om het af te koelen, en van de psychedelische bruin-paarse seventies-gordijnen waarvan de figuren af en toe tot leven kwamen.
Ik was bang van meneerke peerke, een soort jaren 70 pop van mijn ouders. Brrr, als ik daar moest passeren…
Ik was bang van de buurman. Als die ‘s avonds stomdronken thuiskwam was hij behoorlijk gewelddadig en sloeg zijn dochtertjes wiens slaapkamer aan die van mij paalde. Ik kon hen dan horen gillen en huilen, zelfs als ik mijn hoofdkussen en deken over me heen trok.
Ooit heb ik tegen mijn ouders gezegd dat dat toch niet kon en dat ze de politie moesten bellen, maar dat wilden ze niet.
Op een keer was het zo erg dat ik al mijn moed bijeen geraapt heb, met mijn sloffen op de muur begon te roffelen en riep dat ik hem zou komen doodbijten als hij niet stopte. Het zal wel niet uit schrik voor mijn dreigement geweest zijn, maar ik heb daarna toch niets meer gehoord. Korte tijd later is hij het afgebold.