Ze heeft natuurlijk gelijk.
10h.
“We gaan iets bakken, vandaag. Kies maar: pannenkoeken, suikerwafels, cupcakes of koekjes”
12h.
“Echt jong, kind. Eén lepel van die roze brol zal toch genoeg zijn, denk ik?”
“NEEN! ROZE GLAZUUR IS MOOI EN WAAR ZIJN DIE SUIKERHARTJES IK WIL NOG SUIKERHARTJES!”
14h.
“Mama. Wil jij eens dat glazuur eraf krabben? Ik lust geen glazuur.”
Ha! Ik herken dat… Allez, ongeveer dan.
Want hier is’t omgekeerd: alle suikerbrol wordt opgegeten en de rest van cakeje blijft al eens liggen…
Als ik zo van die cupcakes of glazuurtaarten zie (in etalages of op foto) dan denk ik ook altijd: wreed schuune, maar niet te vreten…
hahahaha, inderdaad niet lekker…. Als mijn leerlingen met een groot hart een cupcake cadeau doen, pruts ik die “roze/blauwe/oranje/groene prut” er altijd stiekem van….
Ohh, ik dacht al dat ik de enige was! Ik snapte de hele hype dan ook niet.
Ik versier verjaardagstaarten altijd met marsepein ipv met suikerbrol. Véél lekkerder! En ge kunt er ook schoon dinges mee maken.
Herkenbaar, als in: bij mijzelf.
Cupcakes maken is tof, maar die glazuur opeten: bwah…, ééntje is goed, maar de rest geef ik wel weg.
Ook hier, zo herkenbaar! Ik doe er meestal marsepein op maar peuter het er bij mijn eigen cupcakeje ook weer af.