Alles gaat voorbij.
Ik dacht: ik zwijg efkes.
Dat vorige stuk was blijkbaar nogal deelbaar op sociale media, en dat voelt een mens dan al eens in de commentaren en de feedback. Been there, done that, don’t want the T-shirt, feitelijk.
Ik kijk dan naar mijn statistieken, wat ik normaal alleen doe als ernaar gevraagd wordt, en ik schrik. Opeens vijf of zes keer zoveel mensen. Die zijn allemaal welkom, daar niet van, maar ik ben daar een beetje bang van.
Want mijn gewoonlijke lezers, daarbij heb ik altijd het idee — misschien onterecht, ja, maar laat mij maar in mijn illusie — dat die mij wel een beetje kennen. Of op zijn minst mijn toon, hoe mijn hoofd gedachten vormt. Of het feit dat ik al eens graag in het diepe spring, gewoon om te zien hoe koud het water daar is. Ik denk dan altijd dat als jullie iets lezen dat verontwaardiging oproept, dat jullie eens oogrollen en dan weer verdergaan. Maar al die mensen die hier klikkerderwijs terechtkomen: ik durf mij niet voorstellen wat voor beeld die dan hebben van mij.
Zoals alles gaat ook dat voorbij. Gewoon efkes zwijgen.
Dag 2: nog gewoon dubbel zoveel mensen. Dag 3: normalisatie. Het leven gaat snel op het internet, en er is vast alweer een nieuw topic van de dag in de maak (alstublieft. laat het kinderarmoede zijn.) Dus hier ben ik terug, en gij ook. Gezellig onder elkaar, niet mekkerend over informeel taalgebruik. En dan kan ik u vertellen over iets anders dat voorbijging, straks.
En dat is een van de redenen waarom ik mijn mond niet goed durf open doen tijdens zo’n stormpjes. Ook al kriebelt het om mijn mening te delen. Gewoon efkes zwijgen, hier dus ook, dan gaat die kriebeling wel over.
Goed! Wijs! (en omtrent dat gemekker over dat taalgebruik konden mijn ogen niet ver genoeg naar achter rollen, maar ik ga er verder over zwijgen. zoals ik voorlopig ook ga zwijgen over die hele meute die dan zogezegd de feministische voorhoede van onze generatie zouden moeten zijn.)
Ajup. Dat is meteen ook de reden waarom ik het bijna uitsluitend over mijn kinders heb (als ik al blog 🙂
In zo’n storm terechtkomen zou ik echt niet zien zitten.
Niet zwijgen, ik heb het nergens gelezen, maar soms ben ik van de wereld en laat het aub eens stormen over kinderarmoede
Ik vind dat boeiend en ik ben daar niet bang van. Ik heb nog nooit over een mens geoordeeld op basis van één mening of één visie. Mijn beste vrienden staan vaak compleet anders in het leven dan ikzelf, en nét dat maakt dat ik ze zo graag zie. Stel je voor dat iedereen overal dezelfde gedachten over zou hebben.
Dus als ze hier met velen komen is dat omdat ze geïnteresseerd zijn. En voor de lastigaards, of de gefrustreerden: they are part of the game.
Een beetje kennen doe ik je ondertussen wel.
Ik hou van mensen die in het diepe durven springen, en ja, als je de het diepe van de zee inspringt weet je nooit of het daar gaat stormen.
Ik vind dat een mens best is wie hij is. En dat werken aan je beeldvorming iets is voor politiekers, waar ik het eigenlijk ook graag anders zou hebben. We willen toch niet allemaal politicus worden, niet ?
Ik zou zeggen, wat het stormlogje betrof : goed gedaan ! Was leerrijk.
En nee, we gaan niet mekkeren over taalgebruik.
Ga rustig verder met vertellen over dingen die voorbijgaan, maar laat dat dan ook alsjeblieft kinderarmoede zijn.
Doe maar verder zoals je bezig bent en als je in het heetst van de strijd taalpuristen over je heen krijgt : we weten allemaal dat je doorgaans heel goed en correct schrijft .Laat ze zeuren .
Hopelijk wekt het voorblad van “De Morgen ” evenveel reacties op.
En voor de rest : wij hebben hier een heel leuk weekend-)
Ik wacht geduldig op een volgend blogberichtje…
Ik vind het net knap dat je wel je mond durft open te trekken. Ik was ook blij met die blogpost, want als vrouwelijke twintiger werd ik lichtelijk wanhopig en depressief van het stuk dat de aanleiding gaf tot de storm. Nu kan ik weer slapen ‘s nachts, dus, dankjewel!
nice share, thank you for the post