Waarom u dat Innesto-plan misschien toch eens moet lezen.
Politiek is een mediacircus geworden. Dat de fundamenten van uw visie geen aandacht krijgen, is niet erg, zolang ge maar met uw hoofd op de lichtbak kunt. Ik dacht het, deze week, toen Meneer Wouter Beke in Terzake kwam uitleggen wat er nu precies bedoeld werd met die “zomervakantie van 9 naar 6 weken” uit het Innesto-denktankplan. Want ik heb de voorstellen gelezen, allemaal, en het overgrote deel getuigt van een heel kindvriendelijke visie. En ik kan mij dan ook niet van de indruk ontdoen dat
De duur van de zomervakantie inkorten van negen tot zes weken. Sterke zowel als minder sterke leerlingen hebben baat bij iets minder lang weg te blijven van de schoolbanken. De eerste groep mist uitdagingen. De tweede loopt een grote achterstand op tijdens de vakantie. Daarnaast schept een kortere zomervakantie ook meer ademruimte in de loop van het schooljaar (bv. voor stageperiodes, leerzorg, sport, extra verlofdagen tijdens het jaar).
de bijna spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok is, die media-aandacht moet opleveren. Mission accomplished, alleszins. En voorspelbaar dat het zou lukken, ook. Maar zo, zo, zo jammer.
Want het is natuurlijk onzin, dat punt. Niet dat gedeelte dat de zomervakantie wat te lang duurt. Dat is zelfs geen perceptie maar een feit, gestaafd door allerlei onderzoek. Cd&V deed heel flink haar huiswerk, en we hadden niet anders verwacht.
De onzin zit in het tweede deel: dat die vrijgekomen drie weken nuttig kunnen ingevuld worden. Alsof vakantie niet nuttig zou zijn. Of: alsof alles persé nuttig zou moeten zijn.
(Daarvan gesproken: ik ben pro verveling voor kinderen. Al die georganiseerde vrije tijd en hobby’s, allemaal goed en wel, maar kinderen kunnen heus zichzelf wel eens bezighouden. Een kampje is leuk, en een naschoolse activeit ook, maar ik zie heel veel zeer vermoeide kinderen die elke dag wel iets moeten na schooltijd en ook nog een propvolle vakantie hebben. Lang leve met een emmer slijk spelen op het terras, denk ik dan. En lang leve verveeld in de zetel hangen en lege dagen. Maar ik zal het daar eens op een ander moment over hebben, over hoe luiheid, dagdromen en rust volgens mij goed is voor kinderen. Voor volwassenen ook, trouwens. Daarmee dat ik eigenlijk geen hobby’s heb. Dit geheel tussen haakjes.)
Maar als moeder, en als onderwijsmens, durf ik het zeggen: kinderen hebben de hoeveelheid vakantie die ze nu hebben broodnodig, mede dankzij het onderwijs zoals het nu is. Om te rusten, even niks te moeten. Om thuis te zijn, en te spelen. En om te leren, maar dan op andere gebieden dan wat op school aan bod komt. Het belang van ongestructureerd en spontaan leren, zoiets. Dus maak de zomervakantie gerust korter, maar geef dan bijvoorbeeld een maand lenteverlof, in plaats van twee weken.
(Daarvan gesproken. Kom alstublieft niet met economische argumenten af. Als er één ding is dat mij witheet van woede kan maken, dan is het voor problemen in de volwassen samenleving oplossingen zoeken die raken aan het welzijn van kinderen. Dat vakantie-opvang moeilijk is voor mensen die maar 20 dagen verlof hebben, ik heb daar veel begrip voor. Maar de oplossing voor een dergelijk maatschappelijk probleem is _niet_ veranderen wat goed is voor kinderen.
Kort: in een samenleving die steeds sneller gaat, steeds meer druk meebrengt en steeds meer eisen stelt, ontstaan problemen die er van tevoren niet waren. Telkens oplossingen zoeken voor deze nieuwe problemen, oplossingen die weer nieuwe problemen meebrengen, is misschien niet de piste die we moeten kiezen, daarin. Misschien is het gewoon een beter idee dat we een beetje afstand nemen en durven toegeven dat niet alle evoluties zo’n topkeuzes zijn geweest. Misschien moeten we dat onder ogen durven zien en daar het antwoord zoeken. Opnieuw geheel tussen haakjes.)
(Oh. En ook nog. School is geen opvang. Punt.)
Maar goed. Terzake. Ik ging positief zijn over de innesto-voorstellen voor onderwijs. Begrijp mij niet verkeerd, ik ga hoegenaamd niet met alles akkoord. Sommige voorstellen en maatregelen zijn mij te economisch en vooral te verzuild getint. Ik wil daar echter bewust niet op ingaan, en heb deze er gewoon tussenuit gehaald. Omdat ze de kracht van de elementen die wel goed zijn onderuit zouden kunnen halen. Ik som dus op wat ik las, en waar ik spontaan kleine tot grote vreugde bij voelde. U kunt die vreugde, afhankelijk van het punt, situeren tussen instemmend geknik en een algehele polonaise van mezelf en mijn kat, hier in de living. En alles daartussenin.
* Inzetten op kleuters vanaf vier jaar die niet participeren aan het kleuteronderwijs. Kind en Gezin, CLB en school moeten op dit vlak intensief samenwerken. Ouders moeten verplicht worden om hun kinderen regelmatig naar school te brengen;
* De studietoelagen automatisch toekennen, zodat iedereen die er recht op heeft de toelagen ook ontvangt;
* Een bijzondere leertoelage in het leven roepen voor kinderen uit kansengroepen die willen studeren in het buitenland;
* Overlappingen en versnippering in het aanbod aan leerlingenbegeleiding wegwerken. Dit moet zorgen voor een snellere en beter functionerende leerlingenbegeleiding, ten dienste van de leerling;
* Werk maken van een buitengewoon onderwijs dat vertrekt vanuit de onderwijsnoden van het kind en niet vanuit een medisch model. Het buitengewoon onderwijs moet blijven bestaan voor wie dat nodig heeft;
* Leerzorg toegankelijk maken en aanbieden op school;
* De taalbarrière op school verlagen door meer uit te gaan van de sociale context van de leerling en o.m. rekening te houden met de thuistaal;
* Secundaire scholen stimuleren te evolueren naar grotere gehelen die een breed gamma studierichtingen aanbieden op het hele leercontinuüm (zowel op het vlak van interessegebieden als qua abstractieniveau). Dit om \’schoolpoortkeuzes\’ tegen te gaan;
* Een einde maken aan de vlakke loopbaan vd leraar en inzetten op differentiatie. Dit mag echter niet leiden tot allerlei hiërarchische functies. Een professionaliseringstraject wordt in de loopbaan ingebouwd;
* Een set basiscompetenties uitwerken voor de opleiders van nieuwe leerkrachten, naar analogie met de learning outcomes uit de geïntegreerde lerarenopleiding;
* De lerarenopleiding hervormen. Leerkrachten moet ook getraind worden in leiderschap en management. Niet het vak en de leerinhoud staan centraal, wel de leerling en het leerproces. Een grotere inbreng van \’het afnemend veld\’ in de lerarenopleiding is nodig om antwoord te bieden op de reële noden van de scholen. Daarnaast moeten ook andere profielen studenten hun weg vinden naar de opleiding, o.m. door het ontwikkelen van alternatieve leerroutes op maat;
* Dat elke school een human resources-beleid uitwerkt, met aandacht voor teamvorming, intervisie,loopbaanbegeleiding en professionalisering;
* Niet elke vooropleiding nog langer toegang geven tot de lerarenopleiding. Voor leerlingen uit het BSO zou dit bv. kunnen inhouden dat zij eerst een theoretisch pakket in HBO5 moeten volgen, dan wel een algemeen vormend naamloos jaar.
* De eindtermen (en hun vertaling in leerplannen) evalueren en toetsen aan de behoeften van de 21ste eeuw. Zij dienen, naast de cognitieve doelstellingen, op zijn minst ook doelstellingen op het vlak van attitude en persoonlijkheidsontwikkeling te bevatten;
* Een brede basisvorming voorzien in alle richtingen van het secundair onderwijs, maar op verschillende abstractieniveaus;
* Het aantal studierichtingen in het secundair onderwijs sterk verminderen, in het ASO, TSO, BSO zowel als het KSO.
* Werk maken van een brede vorming waarin talen en cultuur, wetenschap en techniek, creativiteit en ondernemerschap, mens en samenleving, een plaats krijgen. Naast de cognitieve ontwikkeling hebben ook de sociale, persoonlijke, lichamelijke en morele ontwikkeling een belangrijke plek in het onderwijs;
* Het curriculum in het secundair onderwijs \’als een geheel van vastgelegde vakken\’ omvormen tot een \’geheel van brede leergebieden\’.
* Door een verbetering en versoepeling van de regelgeving scholenbouw terug betaalbaar maken;
* Nieuwe schoolgebouwen afstemmen op de infrastructuur aanwezig in de buurt. Scholen moeten evolueren tot \’leergemeenschappen\’ in hun buurt. Dit moet uitmonden in een wisselwerking waar de school onder meer haar infrastructuur ter beschikking stelt van de buurt buiten de lesuren (bv. aan het verenigingsleven) en de buurt haar infrastructuur deelt met de school. Leegstaande, ongebruikte en onderbenutte lokalen zijn geen optie;
* Dat elke secundaire school samenwerkingsverbanden afsluit met het bedrijfsleven om het werkplekleren te versterken;
*Scholen stimuleren om samenwerkingsverbanden te sluiten met andere scholen of organisaties in het buitenland. Op die manier wordt bijgedragen tot een rijke, gevarieerde leeromgeving;
* Dat elke jongere een sociale gemeenschapsdienst van minstens drie maanden levert voordat hij afstudeert;
Zo. Dat is heel wat toch, voor een plan dat komt uit een politieke zuil die helemaal de mijne niet is? Zeg nu nog eens dat ik niet positief kan zijn. Alleen spijtig dat u over al die voorstellen niets las in de kranten, niets hoorde in het nieuws en er niet over gepraat wordt.
Dus, Beste Meneer Wouter Beke. Zullen we eerst eens over al het bovenstaande discussiëren? Die dingen uitvoeren, en in de praktijk brengen?
En dan kunnen we misschien nog eens terugkomen op dat van die zes weken zomervakantie.
Zolang die drie weken vakantie minder maar op een andere moment vakantie extra mogen worden. Vakantie is minstens even waardevol als school gaan.
Maar ik ben een Steinerhippie ‘t schijnt.
Over Steinerscholen gesproken. Ze scoren al vrij goed op uw bovenstaand lijstje.
(Al zullen ze op andere lijstjes minder goed scoren.)
“Leerkrachten moet ook getraind worden in leiderschap en management. Niet het vak en de leerinhoud staan centraal, wel de leerling en het leerproces.”
Jep. Gemist, 10 jaar geleden.
Nogal wiedes dat de media alleen de verkorte vakantie op ons loslieten. Dat raakt de economie.
Het is trouwens diezelfde economie die ervoor zorgt dat ouders vandaag de dag verplicht zijn om allebei te gaan werken. En om dan even kort door de bocht te gaan is het dezelfde economie met haar moordende wedloop die verantwoordelijk is voor de nood en het nijpende gebrek aan opvang.
Ik ben ook voor die twee maanden vakantie. Het wordt tijd dat we weer aandacht geven aan het gewone leven met spelen, ontdekken, vervelen en wat minder aan het leven als de beste, de slimste, de eerste, …
Ik zie het misschien allemaal wat teveel door een roze bril. Ik ben een oude rot in het lerarenvak (Nederlands en Duits in derde graad) en ik zie in de studiebegeleiding wat en hoeveel leerlingen met problemen moeten presteren om de rest bij te benen. Die hebben hun vakantie met dat dolce far niente echt wel nodig.
Denk niet dat ik voor het luie leven ben. Ik ga volgend academiejaar zelf nog mijn Master Vertalen afwerken, want ik studeer graag en ik wil bijleren. Dat dat niet voor iedereen telt, kan ik alleen maar toejuichen, want het verschil tussen ons allemaal is het zout op de patatten van het samenleven.
Ja hallo, innesto ?
Enkele bedenkingen die zomaar in mij opkwamen tijdens het lezen.
Deze tijden zijn “balonnetjestijden” = problemen aanpakken door snel ideeën op te laten en bij voorkeur veel…vervliegen doen ze finaal toch bijna allemaal. Het politieke mediacircus is daar een uitvergroting van. In deze twitter en facebooktijden is een tekst van de lengte zoals hierboven een serieuse inspanning, laat staan dat je het ganse innesto-ding moet lezen 🙂
(Ik ben ook een voorstander van beperking van activiteiten en invoegen van “vervelingsmomenten”).
Niet alleen kinderen hebben die vakantie nodig. Ik kom met twintig dagen verlof absoluut niet toe. Dat begint echt te wegen. Dus ben ik het helemaal met je eens. Laten die “vakantietijd”, maar inderdaad eventueel beter spreiden.
Toch even reageren op wat Wapiti brengt (haar roze bril). De luxe die we nu kennen, zijnde de vrijheid en de vrije tijd om bij te leren is een gevolg van de economische boom van de laatste veertig jaar. Het zou wel eens kunnen dat die luxesituatie voorbij is. En dat het weer een beetje survival of the fittest wordt in onze geglobaliseerde wereld. En in die survivalstrijd zal er helaas, en dan denk ik vooral aan mijn dochter, zelfs driewerf helaas, veel minder ruimte zijn om te spelen. Soms vergeten we net iets te makkelijk dat die regelmatig verguisde “economie” de motor is van ons sociaal model. Als de motor gaat sputteren loopt de rest vand e werled ons voorbij. Helaas, driewerf helaas. Of we dan nog even tevreden zullen zijn met de vrije tijd om te spelen zal maar de vraag zijn. Enfin, dit was even een neergepend gevoel. Ik zou het zelf liever anders zien.
Hmm, toch even reageren. Ik ben ook helemaal voor ‘verveeltijd’ voor kinderen, en gewoon thuis rondhangen. Wat een zaligheid was dat in mijn jeugd!
Maar ik vind het wel bijzonder gemakkelijk voor leerkrachten om zoiets te zeggen (o-o, daar gaan we dan… de aloude leerkrachten vs werknemers-uit-de-privé discussie). Als je allebei voltijds in de privé werkt, dan kán het nu eenmaal niet anders dan dat je je kinderen in de zomer al eens op sportkamp stuurt. Want 9 weken verlof, nee, dat krijgen wij niet zomaar overbrugd.
En ik bedoel daarmee niet dat kinderen dan maar meer op school moeten zitten om dat ‘volwassen’ probleem even op te lossen, maar ik vraag me wel af… hoe lós je dat in hemelsnaam op in onze maatschappij?
Hoera voor K.!
Enkel bij de mechanismen die het onderwijs proberen te schoeien op een bedrijfsleest heb ik bedenkingen (schaalvergroting & kunstmatige professionalisering).
Ik werk in een school die kreunt onder de schaalvergroting van opeenvolgende fusies. Schaalvergroting werkt nadelig zodra je in de waterhoofdfase komt. Dat geldt voor banken zowel als voor scholen.
Idem voor het verprofessionaliseren van de lerarenloopbaan: er zijn mogelijks onvoldoende competente managers (in het onderwijs) om te vermijden dat het een verhaal wordt van politiek, vriendschappen en persoonlijke relaties? Dat geldt voor elke KMO die te groot wordt.
En dan emotionele bedenking. Inkrimpen van de zomervakantie klinkt als een capitulatie: we hebben het opvoeden van onze kinderen gedelegeerd aan het onderwijs.
Een blogpost naar mijn hart. Maar ik ben het niet met alles eens. Dat komt nochtans niet vaak voor. Maar hier gaan we!
Ik reageer eerst op twee dingen die jijzelf schrijft. Je schrijft dat vakantie nuttig is, en dat klopt voor het merendeel van de leerlingen. Maar er zijn ook leerlingen uit heel kwetsbare milieus voor wie het niet geldt, zelfs niet in de ruimst denkbare betekenis van het woord. Er zijn gezinnen waar kinderen enkel afleren. Dat is voor ons, met onze taalrijkdom, ons verantwoord speelgoed, onze thuis die een veilige thuis is, onze uitstapjes en uitdagingen, onze tuin, bijna ondenkbaar. En toch is het zo. Bovendien zijn er heel wat leerlingen die maar minimaal bijleren tijdens de vakantie. Die een beetje stagneren, misschien. Ze vergeten heel wat schoolse vaardigheid en leren er nieuwe, niet-schoolse bij. En dan zijn er de leerlingen die veel bijleren, die hun schoolse vaardigheden kunnen uitbreiden en erbovenop nog heel wat niet-schoolse. Maar het is dus een feit: vakantie vergroot de kloof. Hoe leuk ze ook is, hoe welkom ze ook lijkt. Na de vakantie heeft de ene weer een stap dichter naar een interessante, goedbetaalde job gezet (en een dito leven, en hoewel het tussen haakjes staat, is dat uiteraard wat telt) en de andere is er weer wat verderaf van komen te staan.
Je schrijft dat verveling nut heeft. Ik kan daar momenteel niet achter staan, maar ben wel benieuwd naar je argumenten. Ik kijk dus uit naar een blogpost daarover!
Dan iets over de verdeling schooldagen-vakantiedagen. Onze leerlingen hebben een erg lange vakantie in vergelijking met leerlingen uit andere landen, maar ze maken ook lange schooldagen. Mijn idee is om de hele boel te rationaliseren. Verdeel het aantal huidige vakantiedagen rationeel over het schooljaar, met eventueel een uitzonderlijk lange vakantie in de zomer (5 of 6 weken) omdat het weer dan meer toelaat. Maak de schooldagen korter, met een deel \’school\’ tot 2 uur en daarna (tot 4 uur?) tijd voor huiswerk, remediëring, muziek, sport, enzovoort. Zo creëer je een brede school en gaan leerlingen daarna zonder huiswerk naar huis. Dat laatste zal trouwens een positief effect hebben op de kloof tussen sterke en zwakke presteerders.
Het voorstel van CD&V dan. Er staan inderdaad goeie dingen in. Wat hun voorstel om de eindtermen aan te passen aan de noden van de 21ste eeuw betreft: eindtermen worden regelmatig herzien. Maar te veel herzieningen zorgen voor wrevel bij de leerplanmakers, lerarenopleiders en leraren. Verstaanbaar. Wat de \’noden van de 21ste eeuw\’ zijn, daar wil ik ook nog wel eens een boompje over opzetten. Liefst in een groot debat met iedereen die erbij betrokken is. Ik denk dat er heel boeiende maar ook moeilijke zaken ter sprake zullen komen. Maar we mogen zo\’n debat niet uit de weg gaan, wat nu te vaak gebeurt. Ten slotte: \’brede basisvorming met verschillende abstractienievaus\’. dat is hoe het NU is. In de eerste graad is de basisvorming zogezegd breed, met gelijke eindtermen voor iedereen in de A-stroom. Maar we weten uiteraard dat het er in de praktijk compleet anders uitziet.
Daarom even mijn voorstellen, die allicht nog veel meer stof zouden doen opwaaien dan die van CD&V.
1. Schaf de netten en koepels af.
2. Schaf de vrije schoolkeuze af.
3. Een brede basisvorming, zonder onderscheid, voor iedereen tot 14 jaar.
4. Rationalisering van de vakanties, kortere schooldagen, brede scholen
5. Gratis onderwijs (in de ware betekenis van het woord) voor iedereen
6. Voltijdse schoolplicht van 4 tot 18 jaar
7. Alle leerkrachten masters
8. Financiering van het hoger onderwijs niet op basis van het aantal geslaagden
Ik kan het niet laten, ik wil nog even reageren op twee reacties hierboven.
1. Steinerscholen scoren goed. Ja, allicht. Kinderen in Steinerscholen zijn geen representatieve weerspiegeling van kinderen in de maatschappij. De dag dat de Steinerscholen werkelijk werk zullen maken van diversiteit onder hun leerlingen, zullen we nog eens praten.
2. Onze economie dwingt ons om met twee te gaan werken. Dat is misschien voor sommigen waar, maar voor de meesten niet. Tenzij we twee keer per op reis gaan, twee auto’s, regelmatig op film en restaurant gaan, enzovoort, als een basisrecht beschouwen. Ik trek het op flessen maar iedereen begrijpt wat ik bedoel.
Dat wordt zo vaak vergeten.
Dat het niet alleen nuttig, maar gewoonweg noodzakelijk is om problemen in hun bredere (maatschappelijke) context te zien. En de wortel van het probleem aan te pakken. Niet snel snel het zoveelste lapmiddeltje te bedenken voor een probleem dat veroorzaakt is door het toepassen van het vorige lapmiddeltje voor het oplossen van een vorig probleem, ontstaan door het toepassen…
Als we het er over eens zijn dat het moeilijk is voor gezinnen waar beide ouders fulltime uit werken gaan, om een periode van 9 weken schoolvakantie te overbruggen, waarom wordt er dan daar niets aan gedaan?
En dan moet ik opletten dat ik niet op mijn stokpaardje spring en nog een hele karrenvracht aan eigenaardigheden en frustraties daarover (al dan niet tussen haakjes) neerschrijf… Over het vreemde systeem van de overheid/bedrijven/ouders die roepen dat er onvoldoende opvangplaatsen zijn en daartegenover de maatschappij waar geen ruimte is/wordt gemaakt voor ouders die maar wat graag (meer) thuis zouden willen blijven… Quality-time in het weekend (tussen het inhalen van alles wat tijdens de werk/schoolweek is blijven liggen door, ‘s avonds een uurtje als iedereen uitgeput eindelijk neerploft, vaak met te weinig energie of in ieder geval een goed humeur dat niet meer volledig intact is)? Of op die (verre) vakantie (eventueel 2 of 3x per jaar, we zijn per slot van rekening ergens tweeverdieners voor)?
Of kan het alsjeblieft ook dagelijks aan de schoolpoort?
En neen, natuurlijk kruip ik niet op de kantelen om te schreeuwen dat vrouwen aan de haard moeten blijven. Ik durf zelfs niet beweren dat het gezin de hoeksteen is van de maatschappij.
De druk, beste mensen. De DRUK. Economisch, maatschappelijk, … Daar moet aan gewerkt worden (met man en macht, zo nodig dag en nacht 🙂 Hoe zat dat weer met dat cijfer van aantal zelfmoorden in ons land? Leerlingen die schoolmoe zijn? Mensen met een burn-out?
Als we het allemaal een beetje zouden kunnen verdelen…
Ik denk dat gelukkige mensen de hoeksteen van de maatschappij zijn.
Niet met geitenwollen sokken en zweverig. Maar gewoon mensen met wat meer rust in hun dagelijkse agenda en kinderen voor wie de druk van de ketel gehaald wordt (en die niet ‘s morgens de auto ingerold worden – opvang, school, opvang, hobby, huiswerk – om dan alweer tegen de klok aan te lopen die roept dat het hoog tijd bedtijd is).
En dan duw ik met moeite dat paard terug in de stal.
En zucht.
En ben ik blij dat er nagedacht wordt over hoe we onze kinderen kunnen stimuleren, motiveren, inspireren en de ruimte kunnen geven om zelf dat (mogelijks) fantastische traject dat LEREN is, met plezier af te leggen. Niet passief en afgestompt, maar actief en met volle goesting.
En over hoe we hier als ouder, begeleider, leerkracht,… een (veranderende) rol in kunnen spelen.
Ik vind ook niet dat kinderen verantwoordelijk zijn voor maatschappelijke problemen, ik weet alleen niet of ik het welzijn van kinderen als allerhoogste goed wil vereren. Ze maken deel uit van de maatschappij en zijn extra kwetsbaar, dus er moet voor gezorgd worden, maar niet ten koste van alles.
Kinderen worden geboren met ongelijke kansen, school wordt nog steeds ingezet om die ongelijkheid te overbruggen, door wat kinderen leren, de punten die ze halen etc maar ook op andere vlakken, eens op uitstap, cultuur, een netwerk op te bouwen,… Drie weken minder zomervakantie verdelen over de andere vakanties kan simpel lijken, maar kinderen hebben ook ouders. Ouders die het ook moeilijk hebben want ik volg je volledig als het op het aanpakken van de druk in onze maatschappij komt en dat mensen het recht moeten hebben om zich te vervelen. België heeft bij de hoogste zelfdodingscijfers van Europa, 1 op de 3 aanvragen bij ziekteverzekering is omwille van psychische problemen, de helft bij -40-jarigen. Werkzoekenden met kinderen vinden moeilijker een job, omdat werkgevers redeneren dat ze minder inzetbaar zijn, vaker afwezig, minder productief, en dit voor de werkgever een kost betekent. Is dit correct? Nee, natuurlijk niet, maar lost kinderopvang dit op? Telkens verandering is lastig, ook voor kinderen, vandaar dat ik school als opvang noemde, waarom geen opvang in de schoolgebouwen (en ja, dat gebeurt al). En kinderen van werkzoekenden hebben ook minder kansen, op school, minder netwerk, minder ruimte voor vrije tijd,…
Toch nog even terugkomen op de “spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok” in je post. Jij ziet het als een bewuste zet van Wouter Beke om uit te pakken met een opvallend voorstel. Ik zag het eerder als een illustratie van een jammerlijke evolutie binnen de media: pik ik er het voorstel uit dat het meest tot de verbeelding spreekt en hop: de bal begint te rollen.
En wat het voorstel zelf betreft, is het enkel jammer dat de media dan zelf niet de moeite gedaan hebben om de voor- en nadelen rustig tegen elkaar af te wegen, om ook eens te kijken hoe dit in het buitenland zit …
Zie bv.
http://xyofeinstein.wordpress.com/2013/05/03/rapport-van-de-eu-hoeveel-uren-les-krijgen-kinderen-en-jongeren-per-jaar/
Er zijn zo van die momenten dat ik wou dat er een “JA VERDOMME!”-knop bij reacties stond.
Veerle in nummer 6 en 7: vele, véle keren akkoord.
Ja, ‘t is waar. Wij (versta: onze huidige maatschappij, maar dat zijn wij) leggen mijns inziens té veel druk op onze kinderen.
En ik ben daar even schuldig aan. Hoe is’t in godsnaam mogelijk dat ik een klein kind van nog geen 3 jaar 5 dagen op de week om half zes uit haar bedje moet halen, om kwart na zeven op school afzetten om ze pas 10 uur later weer op te kunnen halen….? Als ik dat vergelijk met mijn kindertijd, waar mama thuis was… Wat een wereld van verschil.
Maar eerlijk? Ik zie echt geen enkele andere oplossing als alleenstaande (met dus 20 vakantiedagen).
En de vakantie anders spreiden zal daar op zich niks aan veranderen. Al merkte ik dit jaar heel duidelijk aan mijn kleine kleuter dat ze iedere keer vlak voor de vakanties ziek werd. Om haar vermoeidheid tegen te gaan zou de vakantie dus wel anders mogen gespreid worden…
De inhoudelijke discussies op deze blog vind ik superinteressant om te volgen. Aangezien ik zelf niet in het onderwijs sta, ga ik mij op dat vlak onthouden van domme commentaren van mijn kant.
Ik denk dat ik vooral verheugd ben dà t de discussie aangegaan wordt. Dat kan volgens mij alleen maar zeggen dat vele mensen nog steeds erg geëngageerd lesgeven of aan onderwijs beleid doen en ooit zal dit ook leiden naar nòg kwaliteitsvoller onderwijs waar hopelijk nog minder zullen ‘uitvallen’ dan nu…
Als ik nog op school was zou ik je bij je kraag pakken en je meesleuren naar onze “pedagogische studiedag ” Veel leerkrachten kunnen heel wat van je leren .Er worden heel wat meningen naar voor gebracht , er wordt veel gediscussieerd , zonder dat men met kennis van zaken spreekt.
Vraag eens een onderhoud aan met Pascal Smet, met een aantal gelijkgestemde collega’s , zodat hij ook eens mensen “uit het veld” hoort.
Ik vind je blogpost erg interessant want inderdaad dit lees je niet in de kranten…
Vakantie in het schooljaar betekent voor mij toch ook vaak werken voor school; nieuwe lessen maken, werken verbeteren,… De grote vakantie is eigenlijk de enige vakantie waarin je een periode ‘niets’ moet doen.(behalve hopen op een andere job, maar daarover hieronder meer) En dat is wel eens nodig, vind ik. Wanneer men de vakantie inkort en meer spreidt over het schooljaar is er misschien geen moment meer waar je ‘niets’ moet doen. En dan blijf je bezig… Anderzijds begrijp ik de argumenten die de voordelen van dat nietsdoen weerleggen.
Ik wil ook graag iets zeggen over Veerle haar comment ‘alle leerkrachten masters’. Ik studeerde vijf jaar geleden af als master, ik deed ook mijn academische lerarenopleiding. Dat ik het in mijn vakgebied niet gemakkelijk ging hebben om snel een ‘vaste’ betrekking te vinden, wist ik. Maar dat ik na vijf jaar nog steeds moet hopen op een interim hier en interim daar, dat had ik niet verwacht. Ik doe mijn best als leerkracht, ik steek veel tijd in mijn lesvoorbereidingen, probeer origineel en creatief te zijn, heb een goed contact met mijn lln. … Scholen zijn ook steeds tevreden over mij maar het is een kwestie van uren, of een gebrek eraan… *zucht*
Ondertussen kocht ik een huis en kreeg ik een zoontje, ik ben het interimhoppen beu! Daarom besloot ik over te stappen naar het lager onderwijs. Enerzijds uit noodzaak; ik wil meer werk(zekerheid), anderzijds omdat het onderwijs mijn ding is en juf worden, was altijd mijn tweede ‘roeping’. Dat kon, wist de FOD onderwijs mij te vertellen maar ik kan nooit benoemd worden en wordt bovendien minder betaald dan een leerkracht lager onderwijs (barema AND). Nu studeer ik dus lager onderwijs op afstand, twee jaar lang… in combinatie met een gezin en een job (meestal toch). Pas op, versta me niet verkeerd. Ik kijk zeker niet neer op onderwijzers en hun studies. Maar twee jaar vind ik lang (120 studiepunten) gezien mijn basisopleiding, vooral als ik zie welke tijdrovende taken ik moet maken.
Het innesto-plan bevat goede elementen maar voor mij persoonlijk wringt het onderwijsschoentje ergens anders…