Dat het vermoeiende jaren gaan worden voor mij.
Hij: we gaan je broek aandoen
(neemt broekkousen vast)
Zij: dat is toch geen broek, papa
Hij: dat is wel een broek, wat zou dat anders zijn?
Zij: dat is een muts.
Hij: Moh, dat is toch geen muts, dat is een broek.
Zij: dat is een muts.
Hij: een broek.
Zij: een muts.
Hij: ok, een muts dan.
(neemt de broekkousen, en zet ze op zijn hoofd)
Kijk, het is een muts.
Zij: Maar papa. Dat is toch geen muts. Dat is een broek.
Juij. Ik heb er _twee_ in huis nu.
Joepie! En wij gaan kunnen meelezen!
lollig. ik moest meteen denken aan de discussie die hier net aan tafel gaande was over blauw, paars, purper, bordeau… ik heb er zo ook een paar in huis 🙂
hihi
Chance dat ik dat nu weet, de volgende keer dat ik broekkousen uit mijn kast zou uithalen
Pyamabroeken zijn ook de max als muts. En als je de broekspijpen omhoog doet en ‘ping’ zegt zijn het net plopmutsen. Ambiance!
Doe gewoon uw ogen dicht, pak uw sjakos en vertrek voor een koffie met veel slagroom ergens.
Ik heb er zo vier zeg. Vier.
Haha, zo grappig!
hihi!
een broek (of is het een muts dan?) op je hoofd zetten en ploppen vindt ons kleineken idd ook hilarisch!
@march – bij ons is het geluid petjoing. Het zal regionaal bepaald zijn, peisk.