Fresia’s.
Neem die. Mijn mama haar lievelingsbloemen, vroeger. Fresia’s zijn mooi en wit, en dat riekt goed.
(Hij kijkt bedenkelijk en ik zie hem proberen de geur op te vangen.)
Die niet, Tom, ze zijn nog toe. Ruik eens aan die daar. (ik wijs op een boeket waar de bloemen openstaan)
Ja, riekt maar nen keer, treedt de bloemenvrouw mij bij. En de bloemenman: goh, jong, als die openkomen, dan riekt heel uw huis daarnaar. Ik ben eens met een volledige camionette vol fresia’s naar huis moeten komen van de veiling en dat was in den tijd dat ik nog geen camionette had die was afgesloten, dus heel die geur hing overal en jongens jongens jongens ik werd daar helegans ongemakkelijk blablablablabla.
(Ik zie hem synchroon met mijn verloofde terugdeinzen en weet dat ze allebei proberen in te schatten wat de snelste ontsnappingsroute is.)
Twee pakken fresia’s, zeg ik. En ik geef hem een van de twee. Anders heeft ze straks geen bloemen. Of gele.
Inderdaad, daar ruikt gans uw huis naar. Maar uwe pa krijgt daar hoofdpijn van zegt hij. Dus koop ik ze niet meer. Maar als ik ze eens cadeau krijg zijn ze altijd welkom (grapje)
fresia’s, zo’n heerlijke ‘ouderwetse’ bloemen…ik ruik ze tot hier
Hij had ze wel schoon in de juiste vaas gezet. Maar dat kan ook toeval zijn. Goed gedaan ilse, de volgende keer ga ik gewoon weer mee :-)!