Over dat van die buurtschool.
Ik ga uit eten, de dochter blijft bij de babysit. Ze waait binnen, de babysit, op het afgesproken uur. Ik lach een beetje, zoals altijd en breng in herinnering dat ze in mijn lessen altijd te laat was. \”Elke dag naar Antwerpen, nu\” zegt ze \”en nog nooit te laat geweest\”. Ze klinkt fier, en ik ben ook fier op haar. Ze is een buurmeisje, Marokkaans en overtuigd moslima. Ik vergeet het soms, ondanks haar sluier. Dan zeg ik domweg: \”ik heb een massa chocolade in de kast zitten, eet er alsublieft van want anders ga ik mezelf misselijk maken de hele week\”. Dan blijkt het ramadan te zijn, en ik lomp.
Ze woont om mijn hoek, hier in de Brugse Poort, en ze is hoogstpersoonlijk de oorzaak geweest van het wegsmelten van mijn allerlaatste vooroordelen. Ze heeft op de buurtschool gezeten indertijd, natuurlijk. \”Veel anderstaligen hoor\” zegt ze daarover. Als je je ogen sluit, hoor je haar anderstalig zijn nauwelijks. Ik ken haar uit het meisjeshuis, lang geleden, toen ze gigantisch puberde en ik study-coaching deed daar. Veel later zat ze drie jaar lang bij mij in de klas, op de Hogeschool Gent, leraar kleuteronderwijs. Ze is afgestudeerd zonder problemen. Nu gaat ze elke dag naar Antwerpen, waar ze taalleerkracht is voor anderstalige kindjes.
Ze is een succesverhaal, en ze beseft het zelf nauwelijks. Ze is ook één van de redenen waarom ik zonder twijfelen mijn dochter om de hoek, in de buurtschool, heb ingeschreven. Onbezorgd. Waarom zou ik ook zorgen hebben? Het is een goede school, ik geloof in de methode en het is vlakbij. En wij wonen hier, in onze multi-culturele wijk met al zijn problemen en geneugten, dus wat zou ik mijn dochter elders in een gouden kooi stoppen? Dat er dit jaar voorrang was van inschrijven voor niet-GOK-kindjes werd hier thuis op gejuich onthaald, want daardoor hadden we meer kans dat de dochter binnen zou geraken. Het was een kennis die zei: \”oei, dat betekent toch dat er sowieso té veel GOK-kindjes zitten, niet?\” Ik had er nog niet bij stilgestaan, maar inderdaad. En ook wel: et alors?
Uw kranten staan er dezer dagen vol mee: de discussie over zwarte en witte scholen, en wat we er eigenlijk mee moeten aanvangen. Er is Mieke Van Hecke, bobo van het katholiek onderwijs, die ons vertelt dat het GOK-beleid heeft gefaald en dat we het misschien maar moeten opgeven. Er zijn de Nederlanders die de strijd staken en niet langer voor spreiding in het onderwijs gaan, maar zich neerleggen bij concentratiescholen, en de stemmen of we dat hier in Vlaanderen dan ook niet moeten doen. En er is de Antwerpse schrijver Tom Naegels, die de handschoen opnam en zijn zoon naar een buurtschool stuurde, ondanks zeer weinig autochtone mede-kleuters. Elk zijn visie, elk zijn idee. En dat is bij mij niet anders. Uit wat hierboven staat kunt u waarschijnlijk mijn overtuiging al afleiden, maar ik geef u toch graag nog wat extra motivatie.
De pijlers van het onderwijs zijn leren weten, leren doen, leren samenleven en leren zijn. Het leren weten en het leren doen wordt door veel ouders van onze generatie en onze sociale achtergrond (tweeverdieners, allebei gestudeerd, financieel geen zorgen, over alles een mening) als prioritair ervaren, maar ik kan u, vanuit mijn eigen ervaring zeggen: leren weten en leren doen kunnen ze overal, onze kinders. Een kind met een achtergrond als dat van ons (zie de haakjes hierboven) vertrekt met goede papieren aan de start en heeft veel kans op slagen, eender naar welke school u het stuurt. Er zijn eindtermen namelijk, en ontwikkelingsdoelen. Er zijn inspecties en commissies die erop toezien dat die worden nageleefd. Als uw kind naar een geaccrediteerde school gaat, maak u alstublieft geen zorgen over weten en doen.
De andere twee pijlers, dat is een ander paar mouwen. Leren samenleven. Leren zijn. Het is in deze verdomd afhankelijk van wat u uw kind wilt meegeven. Wilt u uw kind leren samenleven met allemaal andere kindjes met een soortgelijke sociale achtergrond (opnieuw, zie haakjes) dan is dat uw volste recht, maar ik ben ervan overtuigd dat mijn dochter met dat soort kindjes al genoeg contact zal hebben bij vrienden en familie. Het is de rest van de samenleving die ik haar wil laten zien. Omdat een blik nooit te ruim kan zijn, en ervaringen het schoonste zijn dat ge op school kunt meekrijgen. Ik koester dan ook de stille hoop dat onze keuze haar zijn zal beïnvloeden, en dat ze door haar ervaringen zal uitgroeien tot de fijne jonge vrouw waarvan ik de kiem kan zien in de peuter die ze is.
Dit alles puur vanuit egocentrisch standpunt, dat merkt u al. Ik heb het over mijn kind, en waarom ik die keuze maak voor haar. Maar er spelen nog zaken mee, op een ander niveau. Feiten waarmee ik vertrouwd ben vanuit mijn professionele achtergrond en zaken waar ik voor kies vanuit mijn politiek-sociale overtuiging. Dat niet alle kinderen met die goede papieren van mijn dochter aan de start komen, bijvoorbeeld, en dat onderzoek heeft uitgewezen dat zulke kinderen gebaat zijn bij gemengde klasjes. Dat mijn babysit van hierboven misschien een succesverhaal is, maar dat er evenveel schrijnende verhalen van mislukking zijn, die alleen kunnen tegengegaan worden als de samenleving kiest voor ondersteuning van kansengroepen. Vanuit een fundamentele verontwaardiging over de feiten ook: dat ons onderwijssysteem nog steeds ongelijkheid in de hand werkt, en dat de verschillen te groot zijn.
Dat slagen in het onderwijs niet alleen met capaciteiten maar ook met achtergrond heeft te maken, dat doet elke keer weer pijn aan mijn leerkrachtenhart. En als ik met mijn keuze daar heel misschien een verschil kan maken, dan is dat evenveel reden als dat het voor mijn dochter het beste is.
Dit gezegd zijnde, rest mij enkel nog een pleidooi om niet op te geven. Misschien werkt het GOK-beleid niet honderd procent zoals het nu wordt gevoerd, maar laat dat alstublieft geen reden zijn om het kind met het badwater weg te gooien. Evalueer, herbekijk en stuur bij, maar om de liefde gods: weiger als beleidsmakers en als samenleving resoluut de handdoek in de ring te gooien, en bijgevolg een grote groep kinderen uit de boot te laten vallen.
En wat dat kijken naar Nederland betreft, waar men die keuze om op te geven wel heeft gemaakt: lijkt het u verstandig ons te spiegelen aan een land waar een man die het heeft over \”linkse hobby’s zoals immigratie, ontwikkelingshulp, klimaatonzin in de overheidsbegroting afschaffen\” zoveel in de pap te brokken heeft? Ik durf het te betwijfelen, en ik hoop u met mij.
Ilse, merci. Het doet deugd dit te lezen.
Goed stukje vind ik dit. Als onderwijssocioloog en leerkracht-in-spe word ik regelmatig met deze materie geconfronteerd, maar ik vind het goed dat ook de mama’s en papa’s zelf stilstaan bij deze kwestie. Ik ben het trouwens helemaal eens met jouw visie, en ik denk dat die buurtschool een fantastische levenservaring zal zijn voor je dochter.
Mooi omschreven, ik had ook het artikel in Humo al gelezen en vond ook dat een mooi stuk (jouw stuk kan daar zeker aan tippen).
Ik woon op den burenbuiten, en heb mijn dochter naar ook naar de buurtschool gestuurd, al wil dat hier heel wat anders zeggen: naar de dorpsschool, waar iedereen gewoon heen gaat. Helemaal “wit”, en ik vind dat een beetje raar, want zo zit de wereld niet in elkaar. Maar dat zal ze al doende ook wel leren, dat de wereld in onze straat niet de hele wereld is.
bravo! Ben blij dat ik niet de enige ben met deze mening. Ook mijn kindje werd ingeschreven in de periode ‘voorrang aan niet-gok’ kindjes en jawel hij zit in de klas met safia, milana, polat en burak etc…. een echte verrijking vind ik dat! ‘Burak is mij beste friend’ zegt hij elke avond fier. Awel ik kan alleen maar hopen dat het zo blijft tot ze samen ergens op de hogeschoolbanken zitten! Ik stuur een linkje naar deze post door naar een vriendin die jammer genoeg heel wat minder overtuigd is om haar blonde prinses naar een buurtschool te sturen in haar multiculturele wijk… Leren samenleven is de basis van onze huidige en zeker onze toekomstige samenleving en waar kan je dat beter leren dan in in de kleuterschool…
Voor ons staat ook een goede school in de buurt centraal en goed begrijpen wij als een school waar je kind kind kan zijn, kan leren van andere kinderen, tijd krijgt om dingen te leren, waar het leuk is om veel uren te vertoeven, waar kinderen op verschillende vlakken worden uitgedaagd maar waar ze vooral leren om zichzelf en samen te zijn. Wij kozen ook voor een jenaplan school in de buurt (die aan de andere kant van de stad), maar geraakten er niet binnen en kregen keuze 2: de toverberg. Dit ligt verder van ons huis, maar een straat van mijn man zijn werk en dicht bij een station voor de pendelende mama. Wij zien het helemaal zitten om ons kind daar naar school te sturen, al zijn 90% van de leerlingen GOK: kleine klassen, gedreven leerkrachten, leuke atmosfeer…
Wel zullen we in de tweede ronde nog proberen om toch een andere buurtschool binnen te raken (een ‘witte’ school, maar wel op 5 minuten wandelen) – alleen maar omdat ik mijn kind ook graag zelf met de fiets naar school wil laten gaan, en via een quasi volledig verkeersvrije route naar die school zou dat ideaal zijn. Maar als dat niet lukt, zullen we niet ontevreden zijn…
Ik kan me er ook ongelooflijk aan ergeren dat we een onderwijs hebben dat ongelijkheid tussen kinderen versterkt, waar 17% van de jongens geen middelbaar diploma haalt en waar elke discussie over verandering op voorhand al wordt geboycot onder het mom ‘ja maar, gaat dat niet ten koste van de sterksten’ en ‘wat als we maar op 15 latijn kunnen beginnen geven’…. En waar bespaard moet worden op onderwijs. Ik snap niet dat we dat als samenleving tolereren. Ik heb zeer vaak het gevoel dat vooral op het midden- en hoger kader (directie, inrichtende machten, koepels, CLB’s, vakbonden,…) het niet de kinderen zijn die centraal staan, maar wel de structuren, de centen, de verworven rechten,…
Wij hadden vorig jaar een ticketje voor Elmo in de Feniks, ook verkregen in de periode met voorrang voor niet-GOK. Uiteindelijk hebben we hem daar niet ingeschreven, omdat we ons beter voelden bij het onderwijssysteem van de Wijze Eik.
Ik heb de Feniks nooit ervaren als een concentratieschool, misschien omdat er een drietal kindjes uit de crèche naartoe gaan, net als het dochtertje van onze huisarts. Allemaal mensen met dezelfde sociale achtergrond als de onze.
In Elmo’s klasje zitten gelukkig ook GOK-kindjes, het zou maar raar zijn als het anders was.
Ik kan me hier alleen maar bij aansluiten!
Als we willen dat het “samenleven” in onze maatschappij lukt, het via het onderwijs zal moeten gebeuren. En als het systeem van de “witte” en “zwarte” concentratiescholen blijft, ik schrik krijg voor de toekomst van onze kinderen. Zoals je stelt is je buurmeisje een voorbeeld, en hoe meer er komen des te beter voor de “publieke opinie” (wat dat ook moge zijn). Ik zag vorig week ook de uitzending van Reyers laat. Inderdaad heel nobel van Tom Naegels om zijn zoontje naar dat schooltje te sturen. En hoe meer mensen dat doen, zoals jullie ook trouwens, des te beter de integratie!
Iedereen heeft het beste voor met zijn kinderen. Zowel “wij” als “zij” (als ik het al zo cru mag stellen om mezelf duidelijk te maken maar uiteindelijk is het net dit dat zal moeten verdwijnen).
De enige kanttekening in het ganse verhaal is het taalprobleem in sommige gevallen. Het voorbeeld van de school van Tom Naegels liet een school met kinderen zien die allemaal perfect Nederlands praten. Ik zou er mijn kinderen ook zonder twijfel naar toe sturen!
Alleen weet ik niet of ik mijn kinderen naar een klas zou sturen waar 90% van de kinderen de Nederlandse taal niet machtig zijn. In een kleuterklas lijkt dat niet echt een acuut probleem, daar er nog tijd is om dat bij te schaven, maar wat als dat in het eerste leerjaar zo is?
Vandaar; er kan volgens mijn bescheiden mening niet genoeg geïnvesteerd worden in het onderwijs, in de ondersteuning van leerkrachten van klassen waar taal een probleem (noem het dan “zwarte” concentratiescholen, what’s in a name).
Anders krijgen we hier ook altijd maar weer Merkels,Sarkozy’s en Camerons die komen stellen dat de “multicul” mislukt is.
Dit heb je heel duidelijk en onderbouwd geschreven, en ik volg je helemaal in je standpunt (ik ben wel geen specialist ter zake, enkel mama van een peuter).
Maar wat bij ‘Reyers Laat’ en hierboven bij Storm ook terugkomt: wat als je peuter terecht komt in een klas waar nog geen 10% van de kinderen Nederlands spreekt/verstaat ?
Dat doet mij toch wel twijfelen.
De discussie rond concentratiescholen gaat niet over kleur of origine – het maakt me namelijk niet uit of er in de klas “witte” of “bruine” kindjes zitten. Waar het wel over gaat, is de taal!! De taalkloof tussen kindjes die thuis Nederlands horen en kindjes die thuis geen Nederlands horen, is enorm. Zeker in Brussel, waar er weinig mogelijkheden zijn om buiten het gezin en/of de school Nederlands te leren. Ik nodig je uit om eens naar een Brusselse “multiculturele” Nederlandstalige school te komen. Ik geef er les. Benieuwd of je jouw dochtertje daarnaartoe zou sturen.
Maar als die kindjes dan ook op school niet in aanraking komen met nederlands, waar dan wel? (btw: ik ga akkoord dat brussel nog een totaal andere aanpak vergt) Bij mijn zoontje in de klas (waar voor de volledigheid 14 kindjes zitten, waarvan 7 thuis weinig nederlands horen en eentje zelfs nog nooit een woord nederlands gehoord had in september) wordt nu héél erg op taal gewerkt en die niet nederlandstalige kindjes hoor ik nu even hard meezingen met het juullied en het weerlied etc.. als de andere kindjes… ‘t is toch nu ze nog zo klein zijn dat ze héél vatbaar zijn om een nieuwe taal te leren. Hun ouders zijn ook vragende partij en doen erg hun best om hun kinderen mee te helpen de taal te leren. Op de info avond in september waren er drie tolken mee met mama’s om toch maar aan de juf te kunnen uitleggen dat ze lijsten met woordjes meewillen voor hun kind (en voor zichzelf), en liedjesteksten etc.; zodat thuis alles herhaald en herhaald en herhaald kan worden…. Iemand hierboven vroeg zich af, wat in het eerste leerjaar, wel als je van in de eerste kleuterklas die taal prioritair aanpakt dan is dat probleem weg hé in het lager.. en je hebt de taalproef nu om het kaf van het koren te scheiden… je kan toch niet je kop in het zand blijven steken, er moet nu iets aan gedaan worden of binnen x jaar zit je met zo’n tweespalt in de maatschappij waar ik echt niet over wil nadenken…. soit, i., als je’t nie erg vindt ga ik er ook over bloggen :-)))
Dat is er eentje om in alle schoolkranten te zetten en geregeld eens te laten lezen.
Danku voor dit verhelderend esposé, heerlijk en fijn om te lezen!
Ik ben het er helemaal mee eens. Mijn kinderen gaan ook naar de buurtschool. In Leuven weliswaar, waar alles wat ‘witter’ is, maar toch, de school gaf dit jaar ook voorrang aan niet-gok-kleutertjes. Het kan mijn dochters alleen maar ten goede komen, ik geloof er in!
Over taal ben ik niet helemaal mee. Ik zie het probleem daar niet meteen. De kinderen die thuis nederlands spreken, gaan niet ineens ‘minder’ taal produceren. Al zeker niet omdat zij vaak een achtergrond hebben waar voorgelezen wordt door ouders en samen spelletjes worden gespeeld. De kinderen die geen nederlands spreken, pikken de draad verbazend snel op (zo te zien/horen in de klassen van mijn meiden). Het is uiteraard idealer als er geen 95% anderstalig is maar ik zou mijn kinderen zonder twijfel sturen!
Meer nog, ons jongste spruitje zou er enorm van profiteren dat de nadruk in het klasje in eerste instantie op het verwerven van taal ligt. Ze spreekt namelijk (door een neuromusculaire aandoening) zelf nog niet goed. En nu, na 2 weken instapklasje -in een ‘zwarte’ school-, merken we thuis al het verschil, onze eigen inspanningen van de afgelopen maanden ten spijt 😉 Ik ben fan!
Er is nog een hele weg te gaan, op alle vlakken.
Zo komen kindjes met taalproblemen bij ons terecht (ik ben logopediste). Maar als nederlands niet hun moedertaal is, krijgen ze geen terugbetaling. En vaak kunnen de ouders de taaltherapie financieel niet aan. Geen extra ondersteuning dus, voor de anderstaligen, iets wat voor de nederlandstaligen wel kan.
Milan, en straks ook Cato, zit ook in het methodenonderwijs. Op professioneel vlak kom ik in contact met het “gewone onderwijs”. En nu is het sterk afhankelijk van school tot school en leerkracht tot leerkracht, maar ik merk toch dat het vaak gebeurt dat de extra taalaandacht moeilijk is in een gekleurde klas met 30 kindjes.
Wij en onze kinderen zijn de volgende generatie. Het is aan ons om hen te laten opgroeien in een open cultuur. Uiteindelijk volgen onze kids ons voorbeeld. Als we ze leren om schrik te hebben voor het “andere”, dan hebben ze ook schrik. En die schrik zit er nog goed in hoor. Links van ons woont een marokaans gezin, rechts een vlaams. En het eerste wat de vlaamse buren ons vertelden (we woonden er zelfs nog niet) was dat we moesten opletten voor onze andere buren. Ondertussen hebben we moeten vaststellen dat we meer problemen hebben met de rechtse buren en een beter contact met de linkse. Twee werelden, op nauwelijks 20 meter…
Leuk om te lezen, zeker omdat we zelf in de fase zitten van het kiezen van een school. Voor ons was het van in het begin duidelijk dat we voor een buurtschool zouden gaan, zonder twijfel. Maar een goede mix is toch belangrijk (en dan niet alleen ‘wit’ versus ‘zwart’- bah die woorden- of ‘GOK’ versus ‘niet-GOK’) maar ook een mooie mix van allerlei achtergronden en talen en kleuren en nationaliteiten. Zeker in de kleuterschool leren de kinderen die het Nederlands (nog) niet machtig zijn, zo snel! Deze scholen zijn al jaren, zelfs nog voor het GOK-decreet, gewoon om te differentiëren. Daarin hebben ze een gigantische voorsprong op ‘witte’ scholen die nog steeds les geven aan homogene groepen. Ook onze keuze is zeker positief, nu nog hopen dat we in de school terecht komen die we willen, want ook in buurtscholen is er een capaciteitstekort. En inderdaad, het risico bestaat dat GOK-kinderen uit de boot vallen omdat veel scholen nu voorrang verlenen aan niet-GOK.
Bravo voor je stuk.
Het zegt wat ik denk over de hele discussie die nu op gang werd gebracht. Het maakt duidelijk dat GOK meer is dan waar het soms wordt voor versleten.
Het is frappant hoe ik nu, bij de zoektocht naar een school voor het middelbaar, scholen tegenkom waar je gescreend wordt op je studies, je professioneel leven. Bij mij op zich geen probleem, maar ik stel me er vragen bij. Want ik heb het gevoel dat de achtergrond van de ouders enorm bepalend kan zijn voor het al dan niet krijgen van een plaatsje op de wachtlijst. Ik weiger. Ik weiger naar een school te trekken waar de eerste vraag is wat mijn hoogste diploma is. Waar hoge schoolrekeningen een kunstmatige drempel zijn om te selecteren. Waar de auto waarmee je rijdt ertoe doet. Want dat van dat samenleven, dat samen zijn, dat wordt al eens vergeten, daar in het onderwijs.
Wij zijn voor ons Phéline op zoek naar een schooltje. Mijn vriend is voorstander voor zo’n ‘witte’ eliteschool hier in Sint-Niklaas. Ikzelf wil ze dan weer naar een E.G.O.-schooltje uit de buurt laten gaan, waar er dan wel weer kindjes zitten van een andere origine. Ik ben niet dagelijks bezig met het onderwerp ‘onderwijs’ maar lees toch veel argumenten in je stuk waar ik compleet achtersta. Bij deze laat ik uw post eens door mijn wederhelft lezen, misschien dat hij dan toch begint te snappen waar mijn ‘gezaag’ over ging…
Voor alle duidelijkheid: ik (kinderloos…) denk er nét hetzelfde over als jij. Maar een klein duiveltje in mij durft zich toch af te vragen of je over een jaar of 5 nog steeds eenzelfde mening gaat hebben. En of je met alle zekerheid een mooi nieuw fietske zal meegeven naar ‘t school…
Heel goed geschreven en ik ben het met je eens. Helaas zijn wij, achteraf bezien, in het verkeerde dorp gaan wonen, als het over dit soort dingen gaat. Kilometers in de omtrek vind je hier geen ‘gemengde’ of ‘zwarte’ scholen, alleen heel erg witte scholen. En dat wringt enorm bij ons. Zeker nu onze kinderen ouder worden, merken we dat we hun wereldbeeld voortdurend moeten bijsturen. Niet gemakkelijk. Misschien zouden sommige scholen wat meer uitwisselingen moeten organiseren, niet naar Marokko, zoals onze minister van onderwijs voorstelt, maar naar steden/het platteland.
@Lichtindeduisternis. Er bestaan wel uitwisselingen tussen de gemeenschappen van België (naast Europese en Marokkaanse uitwisselingen). Daar zitten zeker steden bij in de Franstalige gemeenschap; en ook Brussel. Misschien een tip voor jullie school op het platteland?
http://www.prins-filipfonds.org/pff/Pink.aspx?id=85858&LangType=2067
Ik ben zelf altijd naar witte scholen geweest tot m’n 18, naar witte scouts, witte volley en andere sporten, dat alles in een witte gemeente. Na m’n achttien hogere studies aangevat in witte richtingen, maar wel op kot in steden met inwoners uit allerlei windstreken (Mechelen en Brussel). Ik heb ondanks mijn witte jeugd nooit een probleem gehad om om te gaan met mensen van buitenlandse origine. Heb zelfs vier jaar een relatie gehad met een Marokkaan. ‘k Zou dus niet wanhopen als je kind naar een witte school gaat, Licht in de Duisternis. Je hoeft volgens mij als kind niet per sé naar een gemengde school om te kunnen omgaan met mensen met een andere achtergrond.
Mooie woorden en fijne ideeën. Mijn dochter heeft haar kleuter en lager onderwijs ook doorgebracht op een gemengde school. Eén kanttekening: ondanks verregaande inspanningen van onderwijzend personeel, inzet van de goed menende ‘bakfietsouders’ en alle mogelijke ondersteuning blijft de interactie tussen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ tot een minimum beperkt. Zeker als het gaat over moslims blijft het wantrouwen erg groot. Moslim kindjes die – als ze al meegaan – op uitstap op voorhand gedrild worden om een hele dag niets te eten (er zou eens een spoor van varkensvlees kunnen tussen zitten), nooit komen opdagen op verjaardagsfeestjes (zelfs al worden ze gevraagd, jaja), kinderen van 4 jaar die de meest simpele Nederlandse zinnetjes moeten vertalen voor hun moeders die hier nochtans al meer dan 10 jaar zijn, …
Het stemt me allemaal niet optimistisch hoor.
Ik ben zelf naar een concentratieschooltje geweest. Er waren maar twee kindjes in mijn klas waarvan beide ouders van Belgische origine waren. Ik was er één van, maar ik ben zelf dochter van laaggeschoolde arbeiders en dus ook niet bepaald sociaal enorm bevoorrecht. Ik geloof niet dat er ook maar één klasgenootje een hoogopgeleide ouder had, al had de meerderheid wel het Nederlands als moedertaal.
Heeft dat mijn kansen in het leven gefnuikt? Ik vind zelf van niet. Ik ben alleszins ondertussen afgestudeerd als burgerlijk ingenieur, heb een mooie job en daarbij het gevoel dat ik een ruimer & realistischer wereldbeeld heb dan de meeste van mijn collega’s.
In contact komen met verschillende culturen en achtergronden lijkt mij de meest verrijkende weg richting volwassenheid.
Ik ben het met je eens, en snap de hele heisa over concentratiescholen (en vooral de weigerachtigheid van grote groepen ouders om hun kind naar die scholen te sturen) niet zo goed. Zelf ben ik naar scholen geweest die nu ook als concentratiescholen zouden worden bestempeld, ware het niet dat die scholen in Genk liggen, een stad waar 60 % van de bevolking van buitenlandse origine is. Waaronder ikzelf, trouwens. Wat je op school leert, is overal gelijkaardig. De thuissituatie en de sociale achtergrond spelen, tragisch genoeg, vaak een veel grotere rol. De scholen in Genk, en de leerlingen die daar afstuderen, zijn daarvan een prachtig bewijs. Zus en ik, alsook hele groepen “allochtone” (ik haat dat woord, wie bedoelen ze daar precies mee? En hoor ik daar dan bij?) leerlingen, zijn tegenwoordig hoog opgeleid, relatief succesvol, enzovoort, terwijl de minder succesvolle evenzeer gespreid zijn. Belgische T. heeft op haar 28ste 4 kinderen van evenveel mannen, de oudste is er 13, Algerijn O. zit nog tot 2017 vast, maar zijn vroegere klasvriend I. is advocaat, enzovoort. Dat I’s moeder nog steeds niet al te best Nederlands spreekt, heeft hem geen kwaad gedaan: aan aanmoediging kwam hij niks te kort. En daar gaat het om.