Stelt u voor.
Vandaag was een dag van zelfoverwinning. Ik ben vandaag namelijk lid geworden van de bib, de grote op de Zuid. Stelt u voor.
Ik zat niet meer in het bestand, zo vorig millennium was mijn lidmaatschap van voorheen. In het vorig millennium, toen werden de lidkaarten nog door een lamineermachine getrokken, nu werd de big brother-chip op mijn IDCard gelezen en kreeg ik een bankkaart/lezerspas. Ik weet nog dat ik dat met die lamineermachine in de jaren negentig indrukwekkend vond, want bij ons in het dorp werden er datumstempels op beduimelde kartonnen kaarten gezet. Ieder jaar een ander kleur. Verwarmde plastiek, daar deden wij op den boerenbuiten nog niet aan mee.
Enfin, de vooruitgang staat niet stil zo blijkt, ook niet in het bibliotheekwezen: ik heb dingen ontleend, en ik moest niet aanschuiven aan een balie om daar bediend te worden door een mevrouw die met haar ogen rolt als ge te traag uw boeken op de toonbank legt/uw lidkaart niet gereed hebt/een lelijke trui aanhebt. Neen jong, in de bibliotheek in Gent moogt ge alles zelf doen. Inscannen aan een computer met een rode laser die groen wordt als ge het goed hebt gedaan. De overwinning van vijf keer groen licht, het maakte me zowaar vrolijk. Ik heb for old times sake dan maar zelf eens met mijn ogen gerold omdat ik mijn net aangeschafte ledenpas niet terugvond in de rommelbak die ik een handtas durf te noemen.
Maar de bib dus. Voor u denkt dat ik geheel wereldvreemd ben: vroeger, voor ik geld van mijn eigen had, kwam ik daar wel eens. Van zodra ik beginnen werken ben niet meer: boeken, dat is iets om te kopen. Ik kriebel in boeken, ik wil dingen kunnen opzoeken, heropzoeken, lezen en herlezen. En in bibliotheekboeken moogt ge niet schrijven en ge moet die ook terugbrengen na een tijdje. Afscheid nemen van een goed boek, hoe hartverscheurend is dat niet zeg.
Aniehoew. Ik heb mij daarover gezet vandaag. Ik had CD-roms nodig over kleuters, en ik ben bovendien tegenwoordig nieuwsgierig naar opvoedboeken. Die kosten stukken van mensen, ik koop dat dan en na een half uur denk ik: oh, vlieg op met uw groeisprongen jong. En dan ligt dat boek daar. De bib dan maar.
Probleem is echter dat ik mij net heb gerealiseerd dat er nog een andere reden was waarom ik niet naar de bibliotheek ging. Die boeken é — wait for it — andere mensen zijn daar al aangeweest.
* ik laat dit even bezinken, zodat u mee kunt gaan in mijn gevoelstoestand op dit moment *
Andere mensen. Mensen die ik niet ken. Mensen die misschien nooit hun handen wassen. Die hebben dat boek aangeraakt dat ik nu aan het lezen ben. Misschien zelfs terwijl ze op het toilet zaten. Met hun ongewassen handen.
Stelt u voor.
Ja, de eerste keer dat ge een plukje schaamhaar vindt in één van de leesboeken die de kinderen ontleend hebben, blijft u altijd bij.
iew Michel!
Ik herken ‘t, ik ben ook rap vies van andere mensen.
En een snottepiet die twee pagina’s aan mekaar doet kleven, of bloedvegen ergens midden in een spannend hoofdstuk. Olé!
Ik ben ook al lang gestopt met de bib. Maar vooral omdat ik altijd te lui was om alles terug binnen te brengen en met de boetes die ik moest betalen kon ik al even goed het boek nieuw kopen.