30 centimeters
Dat is niet veel, dertig centimeters. De grootte van mijn lat op de lagere school. Hoe moeilijk kan het zijn.
Awel. 30 cm, dat is 0,3 meter. Als uw oppervlakte 52 m² is, wil dat zeggen: 15 kubiek zand en steenpuin en vloeren. Met de hand uit te breken en met kruiwagens naar een container te rijden.
Dat is veel, neemt u dat van mij aan.
30 cm. Da’s de magische diepte die overal in alle verbouwingen uitgegraven wordt. 🙂 En dan meestal 15cm beton, 7 cm isolatie, 6 of 7 cm chape en daarop tegel of houten vloer.
Ik dacht ook dat dat een werk van niks was voor ik eraan begon. Maar ‘t valt dik tegen. Eerlijk? Ik vond dat ‘t ergste van heel de verbouwing.
It’s all downhill from here, moet je maar denken. Euh, in de zin van gelijk met ne fiets bergaf rijden hè, as in: gemakkelijker. Heb dat altijd een beetje een vreemde uitdrukking gevonden. Want als het in ‘t Nederlands bergaf gaat is het niet goed. (Maar nu wijk ik te ver af…)
De wondere wereld van de ruimtelijke meetkunde, ge zijt er altijd aan gekloot.
MAAR, ik zeg, als ge nog in staat zijt om ‘s avonds op uw computer te typen, dan kan het zo erg niet geweest zijn, gij trunte. Allez hoppa!
Bij olympisch beachvolley moet de laag zand minstens veertig centimeter dik zijn. Dat moet daarna ook opgeruimd worden, over twee weken. En de Chinezen hoor je weer niet klagen.
Misschien omdat het niet mag en anders hebben ze daar wel een machine voor uitgevonden. Misschien daar eens te rade gaan.