Pudding.
Fascinerend, zo’n blogstukjes. Het gedoe over spelletjes spelen (World of Wordcraft, Sims, Second Life), daar heb ik totaal geen boodschap aan, maar het gedeelte over de identiteiten, dat interesseert me mateloos.
De manier waarop mensen zich profileren, het imago dat iemand aanneemt – zowel online als offline – en het gevaar van het behagen als je enigszins goed bent in spiegelen en dingen aanvoelen. Dat is iets heel vreemd om bewust van te worden, dat je persoonlijkheid eigenlijk een groot deel een keuze van jezelf is.
Ik merkte toen ik jonger was (maar niet zoveel jonger, ik heb het niet over 16 zijn, maar over een vijftal jaar geleden) dat ik mijn identiteit spiegelde aan verwachting die mensen over mij hadden. Dat werkte in twee richtingen: als mensen die ik niet graag had verwachtingen hadden, dan deed ik er alles aan om net niet dat te doen. Omgekeerd: als ik iemand leuk vond, dan vormde ik mezelf onbewust naar een persoon die leuk zou gevonden worden door die mens. Of niet meteen leuk eigenlijk, eerder interessant. Tegenwoordig is dat wat minder, aangezien het allemaal wel redelijk gevormd is en een puzzel is geworden die redelijk consequent in elkaar past. Maar toch: ik zet nog altijd in de verf wat ik wil dat eruit komt.
Het is een heel confronterend besef, dat. Als je plots op een dag weet dat je persoonlijkheid op die manier gevormd is, in spiegeling met anderen. In mijn geval werd dat onmiddellijk gevolgd door het besef dat ik veel geluk heb gehad. Met mijn ouders en familie, die inzet en zelfkritiek verwachtten, waaraan ik dan ook voldeed. Semper Magis. De mensen met wie ik — als een toevalligheid — mijn jeugd heb doorgebracht en die me geëngageerd hebben gemaakt, en iemand die nadenkt over de dingen. Omdat dat was wat op dat moment verwacht werd in die vriendenkring. Maar ook ex-liefjes en vroegere vijanden, die me een interesse voor muziek hebben aangesmeerd, of aan het lezen hebben gebracht, me bewust hebben gemaakt van zwakke kanten in mijn karakter. Zwakke kanten die ik even heb geëxploreerd maar dan zo veel mogelijk naar de randen en uithoeken van mijn persoonlijkheid heb verwezen.
Want dat is het volgens mij: een persoonlijkheid, die selecteer je zelf. Je ontwikkelt bepaalde zaken, je onderdrukt andere zaken. Je pikt dingen op, stoot dingen af en uiteindelijk komt het altijd hierop neer: je bent wie je kiest te zijn.
Online persoonlijkheden passen in datzelfde beeld. Je schuift op een blog (of een facebookprofiel of whatever) zaken naar voor waarvan je denkt dat ze aangenaam/interessant/provocerend/uitdagend zijn. Dingen die je misschien in eerste instantie minder bent, maar wel wordt door ze consequent vol te houden.
Ik heb het ooit al eerder geschreven:
Het is met woorden nog makkelijker een beeld van jezelf te schilderen dan in het echte leven. Je creëert een geschreven realiteit en je boetseert die vervolgens zoals je zelf wilt.
Dus ja, ik ben wel erg overtuigd van Michel zijn laatste paragraaf:
Oh, en voor de rest, eigenlijk: alles is een illusie. Er is geen ik, er is geen u, we maken onszelf wijs dat er een ik en een u is. Er zijn geen identiteiten, laat staan virtuele identiteiten. Zo.
wow i., schoon stukje.
idd, maar korter (misschien te kort?) door de bocht: spreken we hier eigenlijk niet gewoon over iets als volwassen-wording. Allez, ik wens iedereen met het strijken der jaren vooral wat minder behaagzucht en wat meer zelfzekerheid toe. En dat mensen vooral niet hopen weg te komen met meerdere persoonlijkheden, zo van “jamaar dat was ik online hé”.
Dan moet je eens gaan werken en wonen in “een” buitenland. Niet zomaar de tourist uithangen. Confronterend. Of ik er iets uit geleerd heb? Ja. Een mens is een spons. Je bent niet wat je denkt wat je bent.
“Alles is een illusie”, is een stelling die zichzelf tegenspreekt. Er zijn talloze manieren om ‘ik’ te definiëren, maar door te zeggen dat “ik” een illusie is, ga je uit van een “ik” dat de illusie kan waarnemen, dus is er (in die stelling) een centraal individu, een “ik”.
Verder klopt wat ook bij M. gezegd word: het ik kan niet zonder de “anderen”, omdat het de “anderen” zijn die waarde geven aan het “ik” en bijgevolg ook het bestaan erkennen er zin aan geven. Dacht ik! Ik! Ik! 😉
@ Huug, klopt. Ik heb dat ervaren toen ik in een heel arm en toen nog heel droevig land op reis was (voor een lange tijd). Nog los van de cultuurschok die mijn normen en waardenstelsel overhoop gooide vanaf het ogenblik dat ik het vliegtuig had verlaten, ervoer ik een waanzinnig besef over de nietigheid van het ik toen er op een avond iets kriebelde aan mijn sok.
Dat iets was in wezen een iemand, zij het een man die enkel nog romp en hoofd was., en die met zijn tanden aan mijn sokken bleek te trekken om te bedelen om een cent.
Hmmm.
Mooi stukje, i., zeer zeker. En inderdaad: iets van mensen die nadenken. En het is zeer goed, denk ik, om je bewust te zijn van de relativiteit van zoiets als ‘identiteit’. Maar ik weet niet of ik akkoord ga met je conclusie (die je deelt met ene Michel) dat er geen identiteit is.
Ik heb zelf – soms tot mijn scha en schande, soms tot mijn plezier – gemerkt dat er in bijzonder veel verschillende situaties (buitenland als stagiair, dus niet als toerist; journalist bij een professioneel medium; werknemer die ontslag neemt; werknemer die ontslag krijgt; relaties die goed lopen; relaties die slecht lopen; muzikant in een band met moeilijke mensen – inclusief mezelf; zoon van ouders en broer van broer; en zo verder en zo verder en dat al dertig jaar lang) toch wel heel veel continuïteit zit. Dat, hoe zeer je ook probeert om je voor te doen als iemand die je zelf graag zou zijn, er toch altijd bijzonder veel komt bovendrijven van de persoon die je bent, en niet altijd wil zijn.
En die dingen komen dan altijd bovendrijven in situaties waar je jezelf om een of andere reden niet echt in de hand hebt. Situaties waarin je stevig geëmotioneerd bent, om een of andere reden. Situaties waarin je stevig bezopen bent, om een of andere reden. Of zo. En dan denk je, na de kater (emotioneel of alcoholistisch of anderszins): he, die persoon die daar kwam piepen, die had ik toch al lang wandelen gestuurd?
Enfin, misschien zit ik hier naast de kwestie… Correct me if I’m wrong. Maar ik heb toch het gevoel dat je een persoonlijkheid niet zozeer zelf ‘selecteert’, maar dat je eerder zelf probeert te sturen hoe je omgaat met die persoonlijkheid die je doorheen de jaren geworden bent. En dat dat soms lukt, en soms ook niet.
Hard werk, dat leven, hard werk 🙂
@Els: yep! Haal uw Kurt Gödel boven! 🙂
Een Kurt Godel, ik hoop dat dit een smakelijk wijntje betreft dat we ten huize i.kunnen verorberen, als goede illusies onder elkaar?:)