Soms.
Michel schrijft over treinen die hij misschien gemist heeft en ik moest denken aan gisterenavond. Wij zijn momenteel papieren aan het verzamelen voor de fameuze renovatie-premie en die wordt – onder andere – toegekend op maximum inkomen van 3 jaar terug. Logischerwijs zouden we die dus nog proberen aanvragen in 2007, aangezien carrières evolueren in de financieel positieve zin, normaal gezien. Gisteren echter tot de conclusie gekomen dat we beter kunnen wachten tot 2008, aangezien mijn jaarloon in 2004 ongeveer 10.000 euro hoger lag dan in 2005. 2004, dat was op de fabriek. 2005, dat was op school. Het was even slikken, moet ik zeggen.
Flashback naar halverwege 2004. Ik was mijn werk zeer grondig beu, in die tijd. Eigenlijk al ruim een jaar op dat moment. Ongelukkig, verveeld, vreselijk geambeteerd. Maar het is niet gemakkelijk om weg te gaan, zo bleek: er was werkzekerheid, er was een relatief comfortabele job, veel verlof (40 dagen!), veel sociale voordelen, veel geld en ik had een paar bijzonder fijne collega’s. De meneer waarmee ik een bureau deelde was bijvoorbeeld een rustige mens die veel over koken wist: zo heb ik mijn collega’s graag. Ik maakte mezelf ondertussen al maanden wijs dat het allemaal zo erg niet was en dat het ergens anders niet beter zou zijn.
Maar in de zomer begon het echt onmiskenbaar te worden: op de eerste dag van mijn vakantie werd ik al misselijk bij de gedachte dat ik drie weken later opnieuw zou moeten gaan werken. En besloot ik te solliciteren. Twee sollicitaties, en ik kreeg bij allebei de job aangeboden.
De eerste job was bij een groot consultancy-bedrijf. Internationaal en nationaal werk, telkens opdrachten van 6 tot 8 weken, maar met een vast contract van onbepaalde duur. En de firma verhoogde mijn loon van dat moment meteen met 20%. Mogelijkheid tot doorgroeien, carrière, een auto, allerlei extra-legaals…the works. Ik denk dat het een job was daar waar veel jonge ambitieuze mensen van droomden.
De tweede job was een contract van een academiejaar, op de school waar ik nu werk. Er was (relatieve) zekerheid over een tweede jaar, maar 100% kon men mij niet geruststellen. Het loon was (zoals hierboven al gezegd) een stuk minder en er waren geen sociale voordelen: weg groepsverzekering, hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques,…
Enige soulsearching later heb ik voor optie twee gekozen en nu, drie jaar later heb ik daar nog steeds geen spijt van. De afgelopen drie jaar ben ik geen enkele keer gaan werken tegen mijn zin. Ik ben zielsgelukkig met wat ik doe en kan veel meer aan dan vroeger. Mijn werk geeft mij energie om andere dingen te doen, ik ben er 24/7 mee bezig. En ik ben content.
Dat heb ik mezelf gisteren toch even moeten voorhouden: dat ik gelukkig ben, en met optie 1 nooit zo gelukkig was geweest. Want heel even dacht ik: als ik optie 1 had genomen, dan woonde ik waarschijnlijk nu in een loft vol designspullen waar we nu alleen van kunnen dromen.
Maar dan dacht ik onmiddellijk aan wat ik zou missen. De uitgelatenheid van mijn studenten. Het constante contact met piepjonge, idealistische gasten. Mijn werk heeft mij ook de mens gemaakt die ik nu ben: gedreven, enthousiast en met een heel breed zicht op de wereld. En mijn lief zou nooit verliefd geworden zijn op de carrière-vrouw die ik zou geworden zijn. Ik zou nooit met Het Project gestart zijn, ik zou zoveel mensen die ik nu zo graag om me heen heb, nooit gekend hebben.
En dat, lieve vrienden, is de kern van de zaak: you win some, you lose some. En als wat je hebt verloren in het niet valt bij wat je hebt gewonnen, dan heb je goede keuzes gemaakt.
The bright side: Als je optie 1 had genomen had je een loft vol met designspullen en zouden jalourse zielen gewagen van loftsocialiste en had je ondertussen in een weekendbijlage van Het Laatste Nieuws gestaan.
Ook al ken ik je niet, ik vind dit zéér herkenbaar allemaal : heb zelf ook paar jaar geleden zo’n carrièreswitch gemaakt en ben nog steeds supercontent dat ik dagelijks met jonge enthousiastelingen allerlei nieuwe dingen kan uitproberen (en niet te veel doceren hé, dat wordt snel saai voor hen) … zolang ik maar niet te veel naar mijn salarisbriefje kijk natuurlijk 😉
Eén van mijn vriendinnen wilde sinds haar universitaire studies voor optie 1 gaan. Een andere optie was er niet. Ze doet die job nu al een paar jaar, en verdient het meeste van ons vriendinnenclubje, heeft een chique bedrijfswagen, maar ‘k zou toch niet met haar willen ruilen. Qua jobinhoud toch niet. 😀 ‘k Verdien minder dan zij, maar ‘k vind mijn job interessanter.
De nonnekes hielden ons altijd voor “lesgeven ” doe je niet voor het geld , dat is een “roeping” “idealisme” .
‘t Zal toch waar zijn …
ctg? Accenture?
Ik heb vorig jaar gesolliciteerd bij beide (na gewoon opgebeld geweest te zijn door hen). De eerste leek mij van in het begin al niet interessant, het tweede leek mij wel interessant, behalve dan de stress en het dikwijls van huis zijn voor een aantal weken.
Het enige probleem is dat ik geen mooi alternatief had en dus momenteel ook in een job zit die ik niet met hart en ziel doe.
Was dat een verplichte optie bij die job dan, de loft met de designspullen?