School in Finland.
Michel schrijft over een reportage over scholen in Finland. Omdat ik geen epistel in de commentaren wil schrijven, hiep hoi op mijn eigen weblog.
In Finland zijn alle lessen gemeenschappelijk tot de kinderen 15 jaar zijn. Geen keuze tussen studierichtingen op twaalf jaar, geen onderwijs met twee (of meer) snelheden.
en
Door het feit dat er geen trickle-down-effect is wegens (te) vroege studiekeuze, is pakweg beroepsonderwijs géén \”vuilbak\”: iedereen moet tot zijn vijftiende gemeenschappelijke lessen volgen, en om bijvoorbeeld in een hotelschool binnen te mogen, moet men wel degelijke goede resultten hebben.
Persoonlijk vind ik dit een maatregel die zeer vruchtbaar kan zijn. In praktijk echter zou het hier in België al voor een groot deel al zo moeten zijn: je kiest in het eerste jaar immers voor een 1A of een 1B, een 1A resulteert in een 2A. Een 1B resulteert ofwel in een BVL (beroepsvoorbereidend leerjaar) ofwel in een 1A. Een 1A, daarvoor moet je een getuigschrift lager onderwijs gehaald hebben, in een 1B is dat niet altijd het geval (er zijn wel andere voorwaarden, zoals leeftijd. Dat wordt geval per geval bekeken). Na dat 1B kan je eventueel opnieuw in het eerste jaar beginnen, in 1A. Of je kan naar een BVL.
In principe is de eerste graad dus een algemene opleiding en kies je pas in het derde middelbaar voor ASO, TSO, KSO of BSO. Zie ook schema.
Een veel groter probleem vind ik de onderwaardering van technische en beroepsrichtingen, en daar hebben ouders veel mee te maken. Er is ook het watervalsysteem: tegen dat een jongere in BSO terecht komt heeft die vaak al een hele demotiverende loopbaan achter de rug, en is schoolmoe. Maar het is leuker om te zeggen “mijn zoon zit in de latijn-wiskunde” dan om te zeggen “mijn zoon zit in houtbewerking”, zo blijkt. Dat is jammer.
Verder heb ik soms mijn twijfels over hoe de algemene kennis in de leerplannen BSO zit. Vaak gaat het over leerlingen die moeite hebben met die vakken en in plaats van er uitgebreider aandacht aan te besteden en de vakken op een andere manier aan te pakken, wordt het aantal uren gereduceerd en wordt er gesnoeid in het aanbod. In de tijd van die hervorming heette dat “ontstoffing van de leerplannen”, maar ik had meer voorstander geweest van een algemene stam, denk ik.
Kinderen met problemen krijgen er meteen bijlessen. \’t Is maar iets van één kind op duizend dat moet blijven zitten.
Twee woorden: middelen en mensen.
In de jaren 80 was het budget voor onderwijs 7% van het BNP. Nu komt men aan, met enige goede wil zelfs aan een kleine 5%. Dat lijkt niet veel, maar het is een daling van 30%.
Ter vergelijking: in Finland is het budget 6,2% van het BNP.
Ouders kiezen niet zelf naar welke school hun kinderen gaan, de kinderen zijn op voorhand verdeeld over de scholen.
Oh, ik ben zo pro deze maatregel, ge hebt er geen gedacht van. Evenwel: het protest zou oorverdovend zijn, vrees ik.
Er zijn specifieke bijlessen voor migranten, in de taal van de migranten.
Ik heb hoge verwachtingen over de proeftuinen voor thuistaal. Bijzonder benieuwd, jawel.
Alle leraars hebben een universitaire studie doorlopen. De reportage constateerde dat België zowat het land is met de kortste lerarenopleiding, en dat leraars relatief zéér weinig doen om zichzelf bij te scholen.
zie comment bij Michel.
K ben ook het “slachtoffer” geweest van “moderne” klinkt beter dan “tuinbouw”. Maar uiteindelijk is het toch goedgekomen. 🙂
Iets dat ik mijn kinderen nooit wil aandoen. Feit is dat er inderdaad zeer neerbuigend gedaan wordt over TSO en BSO, terwijl dat voor niks goed is. Maak het maar is wijs aan de prestatiegerichte en puntengeile ouders.
Verder, mijn pa staat al 30 jaar in het onderwijs, als leerkracht, begeleider (de befaamde Guimardstraat) en directeur. Elk jaar lijkt zijn klaagzang aan te zwellen. Ik ga dit hier is allemaal uitprinten en zijn idee erover vragen 🙂
Leve het TSO ! Ik mocht ZELF kiezen van mijn ouders – niet dat ik uiteindelijk timmerman ben geworden, mar bon, mijn technische kennis komt me nu nog van pas.
Zucht. Ja, Vlaanderen en onderwijs :(. Ik heb jaren geleden mijn weg gezeurd tot op het kabinet van (toen nog) Vanderpoorten. Ik heb daar mogen vertellen wat er allemaal op mijn lever lag en ze hebben heel aandachtig geluisterd.
Zo zou het in de praktijk perfect mogelijk zijn om leerlingen voor de algemene vakken in te delen in niveaugroupen in plaats van klasgroepen. Je vangt het probleem van de te grote heterogeniteit op, je kan ervoor zorgen dat echt zwakke leerlingen een aantal stevige basisvaardigheden verwerven en je kan de demotivatie tegengaan door door talen en/of wiskunde aan te bieden op niveau. Veel jongeren komen immers in tso/bso terecht omdat ze ofwel voor wiskunde ofwel voor Frans niet meekunnen in aso.
Een inrichtende macht is vrij om voor niveaugroepen te kiezen, maar er is geen enkele die dat doet omdat het een inspanning vraagt.
Verder denkend in die richting zou het evengoed mogelijk moeten zijn dat iemand 8 uur wiskunde aso combineert met een of ander technisch vak. Ik droom van een modulair systeem met niveaus en de afschaffing van het onderscheid tussen aso, tso en bso.
De mensen op het Ministerie vonden het een schitterend idee, maar vertelden me ook meteen dat het nooit wat zou worden.