Onrust.
Net met de nummer acht van de sossen naar de rommelmarkt geweest op het Prinsenhof. Niks gekocht en ietwat onrustig terug gekomen.
Het is de wind. Ik kan daar echt niet tegen, tegen die herfststormtoestanden. Vreselijk ongedurig word ik daarvan.
Ha, jij ook? Da’s nu eens iets waar ik helemaal ‘ambetant’ van loop: als er wind is.
Niet die harde strakke wind tijdens lange strandwandelingen aan zee waar je moet tegen duwen (dat vind ik altijd lekker) maar die geniepige halfzachte wind in ‘t stad waar je tegenop moet fietsen en die het zand en stof van wegenwerken in je gezicht blaast of je krant iedere keer doet dichtwaaien als je op een tram aan het wachten bent.
*Gruwel* – dan nog liever regen.
Wat me de laaste tijden steeds opvalt: als het dan min of meer mooi, ‘ideaal’ weer is, dan is er iedere keer die wind om de boel te verpesten. Raar.
Ne keer goe zagen kan deugd doen, hé. Maar allez, ik heb een schoon dooske gekocht waar ik mijn visitekaartjes van de SP.a kan insteken.
Wat een geluk voor jou dat je niet onder de eiken woont , je moet hier oppassen of je waait omver!
Ik merk dat bij de kinders van de jeugdbeweging ook.. Wind= geen houden aan..