Als ge dan toch over insecten begint: bij ons (grens Limburg/Antwerpen/Vlaams-Brabant) heten mieren ‘muuzaaikes’ (dialect voor muurzeikers -> insecten die tegen de muur kunnen pissen).
Mag dat ook in uw woordenboek? Of is dat boek regiogebonden?
correctie ivm met de muuzaaikes van hierboven: echte kempenaars zeggen alleen muuzaaikes [of lokale varianten als moezaakes] tegen *vliegende* mieren. je weet wel: van die mieren in extra large uitgave met in- en uitklapbare doorzichtige vleugels.
…en die manen waarvan sprake, dat zijn de maden die ze leggen.
“Ik hef dienen blompot op, en wa grade gij? stampende vol maden!”
En die amden noemen wij ‘maaikes’. Of nog platter wordt dat: ‘mouikes’.
Als ge dan toch over insecten begint: bij ons (grens Limburg/Antwerpen/Vlaams-Brabant) heten mieren ‘muuzaaikes’ (dialect voor muurzeikers -> insecten die tegen de muur kunnen pissen).
Mag dat ook in uw woordenboek? Of is dat boek regiogebonden?
Hm. Een Kempens woord in het woordenboek? Ik zal er eens over nadenken :p
correctie ivm met de muuzaaikes van hierboven: echte kempenaars zeggen alleen muuzaaikes [of lokale varianten als moezaakes] tegen *vliegende* mieren. je weet wel: van die mieren in extra large uitgave met in- en uitklapbare doorzichtige vleugels.