Hij zingt.
Hij zingt en speelt gitaar, een verdiep lager dan waar ik zit te schrijven. Eerst hoor ik het niet, want ik werk en ben geconcentreerd. Zo gaat dat met dat hoofd van mij als ik veel moet denken. Zijn stem en de gitaar zijn bovendien een vertrouwd achtergrondgeluid in ons huis, zoals de verwarming die zacht sist en de kat die de trap op-en neerrent. Na een tijd hoor je dat niet meer.
Dan dringt het plots wel door, want ik hoor een muziekje dat ik mooi vind. Zo een dat soms dagen in mijn hoofd kan ruisen en dan af en toe zorgt voor wat melancholie. Ik stop met werken en luister.
Ik krijg daar glimlachjes van rond mijn lippen, als ik zijn stem door het plafond en de plankenvloer hoor sijpelen. Mijn concentratie is helemaal weg. Ik luister maar wil stiekem ook kijken nu.
Ik denk dat ik hem maar eens een kop koffie breng.
zo’n huiselijk “warm” tafereeltje , mooi !