Zorgen.
Naar aanleiding van. En dat was geschreven naar aanleiding van.
Ik maak me persoonlijk zelden of nooit zorgen over technische en wetenschappelijke evoluties. “We worden cyborgs”, “Cloning zal een feit zijn”, “Computers gaan nadenken”, het zijn boutades die mij meestal niet tot meer kunnen bewegen dan een welgemeend “Jaja, So what”. Bij de meeste wetenschappelijke evoluties is zelfs enig applaus aan de orde. Leve de cloning van organen om mensen te helpen met een kapot exemplaar! Leve de nadenkende computers die ervoor zorgen dat de kans op technische fouten steeds kleiner worden! Leve de cyborg-mensen waar verbeteringen werden aan aangebracht om het leven comfortabeler te maken!
Enig vooruitgangsoptimisme is me dus evenmin vreemd.
Menselijke en maatschappelijke evoluties (journalistiek verandert, de reclame zal op de koters zijn toegespitst en er komt een clash met onze moslimvrienden) zijn evenmin een bron van zorgen in mijn hoofd. De men heeft *altijd* al manieren gevonden om om te gaan met nieuwe maatschappelijke tendenzen, dus ons aanpassingsvermoging zal ons ook nu wel weer redden van de vreselijke ondergang.
“Wat bent u toch een optimistische juffrouw, i.”, hoor ik u denken. Welneen meneer, dat ben ik niet.
Ik ben er namelijk van overtuigd dat er een einde komt aan de wereld (en dan bedoel ik: aan het -menselijk- leven op aarde) en dat er dienaangaande twee mogelijke scenario’s zijn:
(a) het einde van het menselijk leven zal veroorzaakt worden door een natuurramp die in de hand gewerkt is door het onverantwoord gedrag van de mensen. Wij zullen de boel blijven opwarmen tot alle ijsbergen smelten en de hele handel hier overstroomt. Of we zullen op een bepaald moment zoveel vuiligheid in de lucht geloosd hebben dat ademhalen fysisch niet meer mogelijk zal zijn. Of: door de vervuiling zal de kwaliteit van het mannelijke sperma zodanig achteruitgaan dat het menselijk ras op een dag gewoon zal uitsterven. Of: één of ander kalf zal een atoombom of vijf lanceren en daardoor een nucleaire winter veroorzaken.
(b) het einde van de wereld zal veroorzaakt worden door een natuurramp waar de mens, ondanks al zijn wetenschappelijke kennis en techniek, geen zak aan kan doen.
Een meteoriet op ons hoofd. Een mega-tsunami overspoelt ons. Een zwart gat slokt ons op. Een virus zal ons één voor één kapotmaken.
De vraag is niet of het gaat gebeuren, maar wanneer. 2012 is een vaak genoemde datum, omwille van het Maya-baktun-toestand. Dat is echter alweer een kwestie van geloof en aangezien ik niet geloof zeg ik u: het kan daarvoor gebeuren, het kan daarna gebeuren. Het kan morgen zover zijn. Of het kan nog honderd jaar duren. Een mens kan dat niet weten. Dus moet een mens zich daar ook geen zorgen over maken.
Als ik jullie niet meer zie: *zwaait* take care, darlings.
Maya-baktun ? Nooit van gehoord, zal dan ook aan mijn derrière roesten. Want er is nog een fase c) : de zon. Die gaat op een dag uit. Heel langzaam, maar zeker. Ooit eens.
De mens zal natuurlijk tegen dan al vele planeten, zonnestelsels en sterrenstelsels verkend hebben.
We moesten al lang Mars aan het koloniseren zijn.
zie ook het Doomsday Argument
Och ja, als we maar nog eens gezellig met z’n allen ergens bang voor kunnen zijn, dan is ‘t voor mij al lang goed.