Taal (iii)
Lena had het daarnet al over chambrans, en dat deed me denken aan dat andere schitterende woord, frequent gebruikt ten huize lief en i.
Perseinne. Doe de perseinnen naor beneen. ‘t es kawud buitene.
Het wordt onze missie van de komende week: leer de menschen opnieuw dialect….
Oeh, die gebruik ik nog dagelijks.
Mijn ouders komen van Eeklo-Assenede, en ik heb nog een aantal jaar in Eeklo gewoond, waarna ik verhuisd ben naar de kust, en vervolgens naar Gent. Mijn persoonlijk dialect is dus een beetje een mengeling van Eeklo’s (e sjelle èspe), West-Vloms en Gents *aah*
Anyways, dat is dus de reden waarom ik bijna altijd AN spreek. Op perseinne na, dat spreekt.
Of in het West-Vlaams: Lattestoors!
Persienne, mijn beste, persienne.
Maar neen, ‘t is een persjen.
Perseenn (let op de dubbele n op ‘t eind)
HET SNEEUWT!! DIKKE VLOKKEN
Veel van die termen komen uit het Frans, hé. Zeker in het wielermilieu. Zo kan men zeggen: ‘zijn fourche is gebroken en daardoor is hij met zijn fassade op zijn guidon gestuikt. Daarmee zijn de freines en zijn deraileur volledig ontregeld.’