En toen ging i. onderuit.
Het was een fijne dag vandaag. Met ouders en schoonouders en grootouders en een schoonzus en een schoonbroer en een bijna-één-jaar-oude-jongen-die-bijna-kan-stappen. Allemaal in ons huis en op ons terras. En koffie en taartjes en vertellen en mossels en zon en luchtballonnen op de achtergrond.
Nog fijner was het geweest als ik niet ongelooflijk veel hoofdpijn had gehad.
Ik vermoed dat de stress en de ongelooflijke drukte van de laatste maanden een slachtoffer hebben gemaakt: mijn gezondheid. Ik ben een wrak, alles doet pijn en ik heb zin om onder een deken te kruipen en niet meer op te staan.
Morgen toch maar eens naar de dokter, me dunkt.