Los Gringos in de jungle.
Ja-ah! Ze leven nog! Na een paar weken van absolute stilte kwam er opeens weer een elektronisch bericht uit de Boliviaanse lowlands. Los gringos zitten ondertussen opnieuw in Santa Cruz, waar de familie van dhr. S. resideert en waar wij onze Bolivia-reis zijn begonnen indertijd.
Een kleine maand geleden zijn we met de vlieger van hier naar Guayara Merin, in het hoge noorden van Bolivie gevlogen met TAM (Transporte Aero Militaria). Ja, ne mens zet zijn anarch-principes al ne keer opzij. ‘t Was de goedkoopste maatschappij, dus!
Guayara Merin is een klein stadje op de grens met Brazilië waar er eigenlijk genen zak te beleven valt, behalve op een terrasje het verkeer rond de plaza gade te slaan. De mensen zijn daar niet van de rijksten en rijden dus allemaal rond op motors en mobiletten. 6 man op één brommer is daar geen uitzondering en voorrangsregels blijken daar niet te bestaan. Ambiance verzekerd. Wij zijn daarheen gevlogen om den boot te nemen gedurende 7 dagen richting Trinidad. Na een week wachten, geen dag te vroeg (ondertussen hadden we de plaza en het haventje al genoeg gezien), zijn we er dan toch in geslaagd nen boot te vinden die naar Trinidad ging.
Dat was wel grappig, inderdaad. Iedere dag zaten ze op msn, met dezelfde mededeling. “Nog steeds geen boot”.
De San Luis! Samen met kapitein Roman en een 6-koppige crew hebben we 7 dagen de Rio Mamore opgevaren naar T.: ‘t was super maar wel vrij primitief.
Ze beschrijven verder ook een dag op de boot.
Opstaan rond een uur of half zeven. Bedde opkramen, kleren aan en vooraan op de boot gaan plaatsnemen voor de vogels (ara’s , massa’s reigers en roofvogels, roze lepelaars, jabirus, toucans,…) gade te slaan.
Rond een uur of 9 ontbijt, wat meestal bestond uit manjok of massako (bananenprakje met gedroogd vlees of kaas).
Na het ontbijt liepen de temperaturen al aardig op en begonnen de roze rivierdolfijnen, schildpadden en caimannen boven te komen voor een beetje warmte op te vangen, tot aan het middageten.
Na de middag was het een beetje te warm in de zon, dus relaxen in de hangmat in de schaduw. Als het iets koeler werd, terug naar voren op den boot en wachten op de volgende dolfijnen, capibaras,….
Het avondeten kwam meestal rond 7 u waarna het al snel donker werd en dan komen de muskieten natuurlijk ook. Dus bedde uitspreiden en rond ten negenen erin.
De eindstop van de boot: Trinidad
Twas super relaxed, maar na 7 dagen waren we toch blij dat we ne keer in de stad waren.
We hebben slechts twee dagen in Trinidad gezeten, want er valt daar niet zoveel te beleven. We hebben daar de bus genomen richting Rurrenabaque. Het was wat wij zouden noemen nen niet zo comfortabelen busrit. Kort smaengevat, 13u in nen overdreven oude bus met één stop ergens na 8 uren, over een overdreven slechte baan, ik bedoel wegel. Putten, modder en zo goed als geen veringen. Ideaal voor mensen die rugproblemen hebben of die nog ne keer willen beseffen dat ze leven.
Maar, we hebben het overleefd.
En dan opnieuw de jungle in:
Rurre is het Boliviaanse centrum van waaruit veel jungle tours georganiseerd worden.
Wij hadden gekozen voor een 6-daagse jungle trip in het biosferical reserve de Pilon Lajas.
3 dagen in den jungle wandelen op zoek naar kikkertjes, spinnen en andere toestanden. We hebben daar niet zoveel gezien daar de jungle zeer dens is maar toch een paar kikkertjes, spinnen, megavlinders, en 2 tarantula’s. Na die drie dagen den boot in en de rio beni af, 3 uren in nen jeep en dan weer den boot (cano) op, op de rio Yakuba. Met 8 man zaten we in een campamento op de oever, zo een vier uur stroomopwaarts.Onderweg kregen we al een voorsmaakje van wat we te zien zouden krijgen in die 3 dagen. Roze rivierdolfijnen, capucijnenaapjes, Brulapen in drie verschillende kleuren, gele aapjes, ara’s, een anaconda, pirañas en alweer massas andere vogels. Daar het regenseizoen voorbij is, leek het erop alsof er daar een zondvloed had plaats gevonden. Bomen tot aan de kruin onder water en de rivier was op sommige plaatsen kilometers buiten zijn oevers getreden. De tweede en derde dag waren even indrukwekkend. Daar waar dolfijnen zijn, zouden naar het schijnt geen caimannen en pirañas zijn, dus als we een paar dolfijnen zagen, wij het sop in. De dolfijnen die rond je uit het water sprongen terwijl de tropische vogels boven ons hoofd vlogen.
‘ t was natuurlijk veel te snel gepasseerd, maar zo gaat dat nu eenmaal.Zaterdag terug in Rurre en maandag op ‘a day for the community’ om ons sociale zelve ook wat te geven. Op 1 dag bezochten we 4 sociale`projecten die door franse ngo’s opgezet waren. Een houtverwerkings bedrijf en meubelmakerij(een beetje heimwee misschien), een jungle boerderij en twee vrouwenorganisaties( een beetje heimwee voor Maudlin). Een leuke manier om het leven van hier te leren kennen in samengang met het natuurbehoud. Eergisteren heb ik dan ook voor den eersten keer mogen genieten van de Zuid-Amerikaanse slappe stoelgang. Het was zo erg dat ik zelf gesharted (zie ‘along came Polly‘) heb.
Gisteren zijn we dan terug gekomen naar Santa Cruz en morgen zijn we al weer den bos in. Ditmaal nemen we de trein naar de Pantanal in Brazilie.’t is maar een uur of 20 dus der zal wel een spelleke gemanield worden. Tijdsnormen voor bus- en treinreizen vervagen hier een beetje. ‘t is iets anders dan den bus van Gent naar Lovendegem.