Armoede door kinderogen.
Losse flarden uit een studiedag.
– vroeger stond er in de grondwet “het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht”. In de jaren 80 is dit gewijzigd naar “De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht”.
– Kinderen zijn onverdacht. Bij volwassenen kun je eventueel nog vragen stellen bij de oorzaken van armoede, maar kinderen hebben nooit gekozen voor armoede. Ze worden geboren in onze wereld, die draait volgens regels die wij bepaald hebben. (Pinxten)
– De armoedegrens ligt op 878 euro per maand voor een alleenstaande, 2044 euro per maand voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen. Een leefloon is 770,18 euro voor een alleenstaande, 1026 voor een samenwonende met minstens Eén kind ten laste.
– 14,6 % van de Belgen leeft onder de armoedegrens. Bij jongeren is dit 18,5%. Bij kinderen van 0-2 jaar is dat 22%.
– Er is een steeds groter wordende groep werkende armen. Mensen met een job, die net onder of boven de armoedegrens zitten.
– 51% van de Gentse gezinnen zijn alleenstaanden of éénoudergezinnen. (Termont)
– Alleenstaande ouders hebben 35% kans ooit in armoede te verzeilen. (Van Besauw)
– De beter gesitueerde burger moet een bewustzijn krijgen van de verhoudingen en van de veralgemeende precaire situatie van loon- en weddetrekkenden vandaag.
– Gelijke kansen mogen niet als een gunst gezien worden, maar als een rechtvaardigheid. (Van Besauw)
– vzw Huize Triest bood in 2009 overnachting aan 423 kinderen. Zij zijn beschikbaar van maandag- tot donderdagavond. Waar slapen die kinderen op vrijdag, zaterdag en zondag? (Bens)
– Voor kansarmen is “ouder zijn” vaak het enige dat hen een positieve identiteit biedt. Daardoor staan zij minder open om hun kinderen naar kindopvang of school te brengen. (Versnick)
– de stress, de ongezondere omgeving en tekort aan positieve stimuli in een kansarm gezin zorgen voor achterstand die men kan vaststellen in de hersenen.
– Armoede tekent kinderen, en dat dat gradueel en voor het leven.
– Minimaal kan men stellen dat een actie de mensen waarop ze slaat niet dieper in de put mag helpen dan nu het geval is. Dat werd terecht ingebracht tegen het miserabilisme van sommige geldinzamelingsacties. De enige die daarbij met een goed gevoel weg komt is degene die een beetje geld geeft, want hij heeft dan voor even een goed geweten.
– In een tijd waarin het Ik als ultieme beoordelaar, doel een waardemeter wordt voorgesteld, lijkt onze cultuur als enige ooit en als enige ook in de wereld solidariteit als een soort versleten jas van een oude ideologie bij het grof vuil te willen zetten. Dat hebben we niet meer nodig, heet het: het individu is bevrijd en heeft nu eindelijk het recht om helemaal zelf te beslissen wat goed is voor haar of hem alleen. Ik ben geen cultuurpessimist, maar een sociale wetenschapper (…) er bestaat zover we weten geen enkele cultuur die zichzelf gecontinueerd heeft, die NIET een of ander vorm van solidariteit kent. (Pinxten)
Pascal Smet had afgezegd, trouwens. En er was geen vertegenwoordiging van de minister.
als leerkracht in Sint jans Molenbeek leek me dat een heel interessante studiedag. Bedankt voor de info. Stof om over na te nadenken!
*slik*
*slik* indeed …
Ik weet domweg niet wat voor zinvols ik hierop kan zeggen…
cijfers om schrik van te krijgen. Als eenoudergezin besef ik heel goed dat er een hele dunne lijn ligt tussen rondkomen of niet meer rondkomen (ernstig ziek worden, werk verliezen, …). En als kind uit een arm gezin besef ik heel goed wat niet rondkomen betekent. Als mama’s van vriendinnetjes je beginnen vragen of je een oude jeans, trui of jas van dat vriendinnetje wil hebben dan weet je het wel. Geen leuk gevoel.
Ik ken verschillende mensen (alleenstaande moeders/vriendinnen)in zo’n situatie. Ik was zelf ooit een randgeval.
Al is de perceptie hoe je er zelf tegenaan kijkt toch ook wel belangrijk. Ik pak altijd kleren aan van andere mensen en vind dat een zeer leuk gevoel. Mijn vriendin wacht gewoon tot iemand haar een oud (mooi houten) tuinstel geeft, terwijl wij er een kopen als we vinden dat we er een nodig hebben.
In mijn kennissenkring is het vanzelfsprekend op fietsen en kledij en meubilair door te geven (en ook van anderen te krijgen). Bij verhuizen en schilderwerken staan we allemaal bij elkaar en onze feestjes zijn altijd : iedereen allemaal een hapje meepakken.
Maar uw elektriciteit niet kunnen betalen zuigt natuurlijk wel.
Mijn mama was alleen met ons twee, en we leefden op de rand. Nu ben ik rijk als ik vergelijk met tien jaar terug, maar als ik alleen kom te staan, denk ik dat ik het financieel niet haal.
Elk jaar zijn er op school kinderen die ziek zijn op de dag dat er schoolreis is, en met 1 euro naar het schoolfeest komen. Zonder ouders.
‘Kinderen moeten leren omgaan met verschillen’, hoorde ik eens op de ouderraad van een welbemiddelde ouder. Of ook ‘dat is een schooierkind, je ziet het zo’. Over een kind van een jaar of zes, dat twee chocomelkjes wou op het kerstfeest.
Yeah right.
Mijn maag draait. Er is nog veel werk aan de winkel, veel veel werk.
En wat het ergste is, dat ze op school die mensen vaak willen helpen door bij te springen bij het betalen van die uitstap maar dat toegeven dat je het moeilijk hebt niet evident is.
Ja Fie, op school is dat inderdaad een probleem, er is altijd wel een financiële reserve om bij te springen voor kinderen die het moeilijk hebben. Vroeger hadden wij een directrice (een non ,ja,maar dan één van de beste) die kinderen van wie ze vermoedde dat ze problemen hadden discreet bij zich riep, ze nam dan (ook discreet) contact met de ouders en heel de onderwijsloopbaan van dat meisje/jongen wist niemand zelfs de leerkrachten niet wie er wel of niet geholpen werd . Enkel mensen die in het LOC zaten en de financiële situatie van de school kenden waren op de hoogte en niemand maakte daarover ooit een opmerking maken of bracht iets naar buiten .
Voor de rest van de tekst : slik…
pijnlijk
en vreemd genoeg vind ik dat mensen die met minder moeten rondkomen het vaak zo graag allemaal alleen willen doen en hulp zoals 2de handskleding, opvang,… niet altijd als hulp zien
Ik ben maatschappelijk assistente in een ocmw en zie elke dag het gezicht achter de cijfers en de citaten. (Bovendien ben ik opgegroeid met een alleenstaande mama.) Een van de meest lastige situaties is om te beseffen dat sommige van de kinderen van uw cliënten later ook uw cliënten zullen worden… Of om een zesjarig meisje tegen haar mama te horen zeggen “we hebben nog één potje yoghurt staan, we zullen dat delen”. Da’s keihard. En wat ik ook al geleerd heb, is dat er veel armoede is achter gesloten deuren. Je zou er van schrikken hoeveel mensen, vaak met een job, het moeilijk hebben om hun rekeningen te betalen.
Ooit gaf ik Nederlandse bijles(als vrijwilligster) aan een gezin Roma’s met 3 kinderen die een basis Nederlands dienden te beheersen om school te kunnen lopen .Ik kwam vaak bij het gezin in hun OCMW appartementje. Ik zag er ellendige toestanden , lag er ‘s nachts wakker van .En toch probeerden die mensen me steeds weer met het weinige dat ze hadden te danken : ik moest met hen mee-eten, kreeg één roos (ja de man liep wellicht de restaurants af) …En een bijkomend probleem waar weinigen aan denken medicatie, anticonceptie is zo duur . Net voor ze naar Manchester vertrokken,op zoek naar een beter leven, fluisterde ze me toe “Edith I am pregnant”. Het leven kan zo onrechtvaardig zijn. Wat voor ons een feest zou zijn was voor haar bijkomende ellende.
Recycleren, niet kopen.
Zalig.
Kleding van het Vossenplein , gemengd met wat anders : niemand ziet het.
Zoveel om van te genieten, winkels hoef je bijna niet binnen te komen.
Buiten, zon ,tuinieren …
Geen materialistische levenshouding.
Ik kan het bijna niet lezen. Omdat het te dicht bij komt. Ik ben hoog opgeleid, heb een goede baan, maar ook twee kindjes en ik ben alleen. En elke maand trek ik aan die touwtjes, uit alle macht. Maar ik krijg ze niet aan elkaar geknoopt.
Voor mij is dat lastig. Ik zit nog maar een beperkte tijd in deze situatie, maar word nu soms al ballorig van dat eeuwige gereken in de supermarkt (als ik dat wil, zet ik best dat terug, wat hebben we het meeste nodig?), en de stress als ik nieuwe dingen nodig heb of als dingen kapot gaan. Het is ook een beetje frustrerend om net te veel te verdienen om recht te hebben op allerlei hulp, maar toch enkele honderden euro’s per maand te weinig om rond te komen. En echt, geloof me of niet, ik doe geen zotte dingen met geld (maar huishuur is nu eenmaal evenveel als je als alleenstaande in een huis woont, of als koppel, en de een licht dat brandt, kost even veel voor drie als voor vier mensen).
Mijn kinderen komen niets te kort, so far. Ze hebben ook niets te veel. Ze dragen kleedjes die we van anderen krijgen, ze spelen met speelgoed dat we van anderen krijgen, eten is er altijd (gezond eten zelfs). Maar ze hebben een moeder met stress. Die soms niet meer geduldig kan zijn en die soms ook heel luid huilt. En ze staan slecht in de startblokken, in vergelijking met vele andere kinderen.
En het gaat echt niet om een houten speeltuig in de tuin kunnen kopen of krijgen. Het gaat om stress hebben, schrik hebben dat er rekeningen komen, bang hebben dat er iets stuk gaat. Om puzzelen. Om vloeken als er iemand ziek wordt en als je naar de dokter én de apotheek moet. Om niet een keer weg te kunnen gaan, of toch slechts zeer zelden, omdat vier uurtjes babysit de helft van je weekbudget is. Om wel een keer weg te gaan, en dan de hele avond maagpijn te hebben en je af te vragen waarom je dat doet: is het het wel waard? Het gaat om je hoofd breken of je geen bijverdienste kan nemen (iemand tips?) maar eigenlijk het al veel te zwaar hebben met alles wat je voor je gewone baan en je huishouden al moet. Het gaat om stilaan overal naast te staan, er niet bij te horen want niet ‘kunnen’ meedoen. Het gaat om je leven dat steeds kleiner wordt, steeds maar kleiner en kleiner.