En al

Eric en Sanne.

“Maar mama. Hoe hebben ze elkaar dan leren kennen?”
“Wie, liefje?”
“Awel. Eric en Sanne.”

Ziehier een conversatie die bij ons werd gehouden, de voorbije dagen. Verschillende keren. In lichte varianten, telkens met een andere startvraag.
“En waarom vond Dag Allemaal dat zo interessant?” “Wat, schatteke?” “Awel. Eric en Sanne.”
“En waar was zijn vrouw dan?” “Wiens vrouw?” “Wel…”
“En zongen die dan samen liedjes?” “Wie…?”

(u snapt het stramien ondertussen)

Bij elke vraag heb ik geen idee waarover ze het heeft. Dat komt omdat de vragen altijd met een paar dagen tussen komen en niet ingeleid worden door een gelijkaardig onderwerp. Opeens is ze daar. De nieuwe Eric en Sanne-vraag.

Het houdt haar bezig, sinds die spotify-sessie ergens tussen de dolomieten en de alpen, toen de man en ik het over de jaren 90 en Tien om Te Zien hadden.

We hebben zelf ook al heel wat bijgeleerd ondertussen, dankzij haar vragen. Ze treden niet meer op, zo blijkt. Hij sukkelt met een hernia en hun dochter is actrice in een K3-film.

Ik denk dat de dochter nu klaar is om het verhaal van Willy en Isabelle te horen.

internet

Kinderen en social media.

Gisteren heb ik op een bepaald moment een foto gepost van onze muur hier thuis, op Twitter. En ondertussen is die bijzonder veel keer gedeeld en becommentarieerd. Ik dacht net: hm, de mensen zijn daar precies mee bezig. En Twitter is een vluchtig medium, dus misschien moet ik daar iets over schrijven dat dan achteraf nog raadpleegbaar is ook. Bij deze.

Toen ik de foto deelde was ik op Apestaartjaren, het Vlaams Mediawijs Congres. Dat is altijd een hele fijne dag voor mensen uit mijn sector en joepie in Gent dus ik kon gewoon met de fiets. Niet alleen waren er een heleboel zeer interessante sprekers, de resultaten van Apestaartjaren 2018 werden er ook voorgesteld. Die Apestaartjaren, dat is een tweejaarlijks onderzoek naar het mediabezit en gebruik bij kinderen tussen 6 en 12 jaar en jongeren tussen 12 en 18 jaar in Vlaanderen.

De foto die ik had gedeeld toonde onze Instagram-regels hier thuis. De dochter zit namelijk op Instagram, sinds een paar maanden, maar zoals ik haar ook niet als kleuter alleen met de fiets het stadsverkeer instuurde, begeleiden we dat hier thuis nogal zorgvuldig.

Dit zijn de regels die we samen met haar hebben opgesteld. Maar er zijn nog twee dingen die hier niet opstaan:
1. Ze heeft haar eigen paswoord niet.
2. Wij kunnen allebei op haar account vanop onze telefoon. Instagram laat dat gemakkelijk toe.

Ze weet al die dingen. Dus we zitten niet geniepig haar account te checken, maar ze weet dat we het kunnen.
Ze is ook niet zo heel actief, momenteel. Maar ze was wel heel nieuwsgierig een paar maand geleden en dus hebben we het samen onderzocht, uitgelegd en de grenzen bepaald. Zorgvuldig, zoals ik al zei.

Dat we daar zorgvuldig in zijn heeft verschillende oorzaken. Wij zijn allebei nogal actief op social media (ha, ziehier een understatement) en eerder ervaren in dat hele gedoe (hierzie, nog een understatement). We zijn er allebei niet bang van, samengevat. Daarnaast is media bij kinderen ook mijn job: ik werk als lerarenopleider aan de HoGent en geef daar media aan studenten leraar kleuteronderwijs en lager onderwijs. En hoewel ik les geef aan studenten in het hoger onderwijs, zijn de kinderen van de lagere school dus wel waarover ik lesgeef.

Om maar te zeggen: ik volg dat allemaal wel een beetje. En we hebben niet zonder nadenken beslist dat ons eigen kindje een instagram-account mocht. Want het is natuurlijk heel dubbel: officieel mogen ze pas vanaf 13 jaar. Dat zijn de regels uit de Terms of Service. En volgens de nieuwe richtlijnen in België is het zelfs ook de wet vanaf eind mei.

(Op die nieuwe wet ga ik trouwens later terugkomen. Want het is allemaal nog niet helemaal helder wat het nu precies zal betekenen. Wat wel vaststaat: vanaf 13 jaar heeft uw koter uw toestemming niet meer nodig om een account aan te maken. Hoe het praktisch met jongere kinderen zal zitten: we komen erop terug. Wie een eenduidig antwoord kan geven mag mij trouwens altijd mailen)

Enfin. To the point. Ik ga hier in een ander lettertype een paar stukjes uit mijn cursus van dit academiejaar copypasten en wat meer uitleggen. Misschien helpt het als u ooit eigen beslissingen moet nemen. (more…)

Ja!

Een ander leven.

Als ik die vrijdag naar huis wandel, dan merk ik dat mijn stap net iets meer veert dan anders. Ik ben moe, ja, maar de stress is precies anders geworden. De berg werk net iets overzichtelijker. Misschien omdat er zo’n schoon licht op schijnt.

Geen enkel ander jaar ben ik contenter geweest met het breken van de winter. De raapstelen, de asperges, de zon en vooral: dagen zonder jas. En van scrabble op het terras.

Met de zon op mijn gezicht en de geur van lentebloesem in mijn neus, kan ik opeens meer, zo lijkt het. Ik neem weer de fiets, ga weer sporten, val niet meer in slaap om elf uur in de zetel, kook weer uitgebreider. Mijn hoofd is helderder en hoe ik die paper wil aanpakken is opeens duidelijk. Ik verdraag meer: opeens vind ik het niet erg als kleine meisjes een rommeltje maken. Opeens kan ik wel artikels lezen terwijl er kinderen om me heen spelen. Opeens word ik minder snel boos over dingen die ik lees in de krant.

Het is een ander leven, als de zon schijnt. En het kwam net op tijd.

Ja!

Rosie en Moussa. En veel hartjes.

Ik krijg, ondanks dat het hier maar stillekes de laatste maanden, toch nog heel geregeld “Aanbiedingen voor samenwerkingen” of “uitnodigingen voor events”. Ik vind dat niet erg, aanbieden mag (maar ik zeg in 99% van de gevallen neen) en uitnodigen ook (maar ik heb in 99% van de gevallen geen tijd/weinig zin).

Maar af en toe hé. Of ik naar de première wilde van Rosie en Moussa, vroegen ze. En ik moest daar geen 10 seconden over nadenken. Want.

1. Het verhaal is grootstedelijk, modern en het gaat moeilijke thema’s niet uit de weg, zonder daar “zwaar” over te doen.
Rosie verhuist met haar moeder naar een appartement aan de andere kant van Brussel. Ze leert er een heleboel mensen kennen: de gekke meneer Tak, de excentrieke mevrouw Hemelrijk en vooral Moussa, die in het appartement boven haar woont. Hij neemt Rosie op sleeptouw door de hele buurt. Ze klauteren zelfs helemaal tot op het dak van het appartementsgebouw. En ze gaan samen op zoek naar Rosie’s papa, die al een tijdje niet meer thuis kwam…

2. Ik heb twee hele grote fans van de boeken in huis. De man leest elke avond voor aan de dochter, en de hele reeks Rosie & Moussa passeerden hier de revue. Het was binge-voorlezenzoals ik niet vaak zie en beide waren zeer enthousiast.

3. Ik had de trailer al gezien. En de trailer beloofde veel goeds.

4. Ik had net een mail gekregen van het fantastische JEF over de film en het bijhorende lespakket dat kan gedownload worden. Vanaf 28/03 op de site van JEF beschikbaar.

5. Oh, wat een prachtexcuus om nog eens naar Brussel te gaan. Brussel, wij houden daar van.

Agenda’s werden vrijgemaakt en ik vroeg brutaal “mogen we met vier?”. De dochter heeft namelijk een vriendin die ook fan is van de boeken en dan kunt ge maar beter nog een extra kindje blijmaken nietwaar?

Het was een bijzonder fijne dag, vandaag. We gingen eten in één van onze favoriete Brussel-restaurants, we wandelden door de stad en de eerste lente én we zagen een heerlijke film. Een aanrader, mensen. Vanaf 28 maart in de cinema.

projecten

Wat ik nog moest vertellen.

Nooit eerder was het hier stiller dan de laatste maanden. Ik schrijf ondertussen al 13 jaar over waar ik mee bezig ben. Een Project, een verbouwing, een kind, dingen in bokalen steken, het passeerde ooit allemaal. En nu ging het niet, schrijven over wat ik doe.

Want dedeze was gelijk niet zo zeker van de goede afloop.
Vrijdag echter, mocht ik na uitgebreid refreshen op een systeem genaamd Oasis, lezen dat het allemaal best meevalt.

The thing is. Ik studeer opnieuw, sinds september. In combinatie met mijn job, dus het is nogal langetermijn gepland.

Er zijn veel redenen om nog eens opnieuw te beginnen, en die zijn behoorlijk uiteenlopend. De belangrijkste was het verlangen om nog eens heel veel nieuwe dingen te leren op korte tijd. De sluimerende vraag ook of ik het wel zou kunnen. En een soort van opgelegd Vlaams diploma-fetisjisme, waar ik me druk in maak, maar waar ik nu besloot toch aan toe te geven (Daarover vertel ik een volgende keer uitgebreid, want het zal u niet verwonderen dat ik daar meningen over heb).
Dat alles gecombineerd met een traditionele midlifecrisis, natuurlijk. Eens je voor de 13e keer 27 wordt, het nageslacht wat zelfstandiger wordt en die verbouwing gepasseerd is, heb je namelijk een paar opties: een jong lief (ik ben zot tevreden met mijn huidig lief, dus dat wilde ik niet), een moto (mocht niet van mijn man. wel stom. Maar ik moet gehoorzamen volgens mijn geloften), een tattoo (ik heb er al twee) een marathon (haha, we moeten ook realistisch zijn) of een koersvelo (fietsen is voor verplaatsingen niet voor plezier, in mijn hoofd).

Enfin. Het werd studeren dus. Een master pedagogiek en onderwijskunde. Dat is in mijn geval goed voor zo’n 185 studiepunten, ofte 3 jaar voltijds onderwijs.
Ik deed er 17 dit semester en werkte daarnaast gewoon door. Dat was loodzwaar, maar ook verschrikkelijk boeiend. Zo veel nieuwe dingen geleerd op die paar maanden: over wat ik misschien kan, maar ook over wat ik echt niet kan. Omdat ik nogal overtuigd ben dat mijn beperkingen groter zijn dan mijn capaciteiten heb ik nog even gezwegen. Want een mens wil natuurlijk niet afgaan op het internet. Niet slagen zou al genant genoeg zijn in mijn job, laat staan dat de hele wereld het zou weten.

De eerste resultaten zijn ok, tot mijn opluchting. Een semester met goede afloop en de eerste stap in een 6-jaren plan, dus.

Semester 2 start vandaag. En avant, marche!