Author: i.

moeilijk

Hoe een meneer mij online probeert te intimideren. (na twee jaar nog steeds)

Update in maart 2019. Ik kreeg een onaardig bericht van een meneer met een dreigement over openbaar ministerie en dergelijke meer. Ik heb weinig zin om hier energie in te steken, aangezien ik daar geen tijd voor heb. Andere mensen hebben daar wel tijd voor, voor eindeloze procedures tegen allerlei instanties en storende zaken. Een voorbeeld van zoiets vindt u hier. Niet dat dit iets te maken heeft met deze post, maar het illustreert wat ik bedoel. Zotjes.

Ik heb dus een update gedaan van deze post. Die over niemand in het bijzonder gaat, trouwens. En die bovendien een fictieverhaal is, voor alle duidelijkheid. U kon dat al lezen in de disclaimer van deze site: De teksten zijn een mengvorm tussen fictie en non-fictie. Waar de grens ligt, dat mag u zelf bepalen.

Ah, het internet. Ik ben hier al efkes, en ik ben hier over het algemeen erg graag. Ik durf na al die jaren op allerlei platformen te zeggen dat ik al het één en ander gezien heb. Dat kan ook niet anders: ik heb hier al 13 jaar mijn eigen online erf, er was ooit Het Project (we zijn terug online trouwens, checkt het), ik ken mijn weg op twitter en ik weet wel het één en ander van hoe conversaties online soms verlopen.

Ik schreef in het begin van dit jaar dat ik voorzichtiger ben geworden met het verkondigen van online meningen, omdat ik ooit iets schreef over een staking en toen wekenlang werd bestookt met de meest absurde verwijten, in mijn mailbox en via andere kanalen. Ik schreef daarover: dat mensen de moeite namen om mijn mailadres op te zoeken om mij vervolgens op een compleet overtrokken manier (en niet gebaseerd op echte informatie) uit te schelden voor het vuil van de straat, ik was daar oprecht niet goed van. Ik schreef toen ook dat de openbare ruwheid mij bang maakt. En dat is nog steeds zo. Dit weekend nog raakte een internetkennis betrokken in een discussie waarin de berichten uiteindelijk ronduit bedreigend en geweldadig werden. Dit is dus geen evidente post voor mij. Omdat ik weet wat kan komen.
Ik heb de afgelopen dagen al 10 keer op publish willen drukken, om dan opnieuw terug te krabbelen. Met als voornaamste reden: ik heb hier schrik van. En dan denk ik: ik laat het rusten. Maar na een uur of wat begint het weer te knagen. Zo onfair. En ik heb niks verkeerd gedaan. En als iedereen blijft zwijgen, dan is dat gewoon alsof ge wegkijkt terwijl iemand gepest wordt op de speelplaats. En ik probeer mijn kind te leren om niet weg te kijken. En niet bang te zijn van andere mensen.

Do as you preach.

Ik heb een verhaal dat ik met u wil delen.

Sinds een hele tijd ben ik één van de moderatoren van een grote groep op Facebook, de groep van mijn wijk. Meer dan 3600 leden zitten daar, en meestal loopt dat verbazingwekkend goed. De groep is divers, er wordt soms fel gediscussieerd, maar over het algemeen is er weinig moderatie nodig. Net als Gentblogt indertijd, is de community over het algemeen zelf-regulerend. Soms moeten we ingrijpen, maar eerlijk: zeer weinig. Schoon is dat, hoe woord en wederwoord kunnen, en hoe gebruikers er elkaar vaak zelf op wijzen als het uit de hand loopt. Ik zei het al: ik ben graag op het internet.

Vorige week kregen we een nieuw lid bij op de groep. De eerste post van deze meneer ging over een bevraging die hij organiseerde over het circulatieplan. Hij zei een expert te zijn en postte een link naar de bevraging.

Er kwamen onmiddellijk veel reacties op dat bericht. Er werden vragen gesteld over wie het initiatief nam, wie de vraagsteller was. Er kwam woord en wederwoord: iemand zei “ik ken wel iets van onderzoek en dit lijkt me ok opgesteld”, iemand anders zei “ik vind de vragen niet ok, en het is erg tendentieus”. En er werd veel herhaald: wie ben jij, voor wie werk je?

Ik begrijp die vragen. Sinds het circulatieplan hier in Gent wordt er frequent geprobeerd om te polariseren, door verschillende partijen. De mensen zijn daar voorzichtig in geworden.
In mijn hoedanigheid van moderator stelde ik in een persoonlijk bericht en in de post zelf de vraag aan de meneer om een aantal dingen te verduidelijken, wat hij vervolgens deed.

In zijn aanpassing van de oorspronkelijke post vertelde hij dat hij werkte in opdracht van IntelliGent Mobiel (Voor de niet-Gentenaars: dat is een burgerinitiatief dat geboren werd in de vruchtbare schoot van de Gentse oppositie. Maar dat ondertussen geen politieke banden meer heeft. Ze probeerden een referendum af te dwingen, in het najaar, maar dat lukte niet. Ze zijn ondertussen niet meer politiek geïnspireerd en volledig onafhankelijk, zo zegt hun website.)
De meneer had het over samenwerkingen met onder andere de Fietsersbond, Trage Wegen, het Gents Milieu Front, Unizo,… en gaf zichzelf zo een zekere autoriteit.

Dat van die samenwerkingen bleek snel daarna niet helemaal te kloppen, en ik kreeg daar – opnieuw als moderator betrokken in de discussie – berichten over. Wat daarbij vooral opviel was dat verschillende mensen stuurden “We horen wat gezegd wordt en zouden willen reageren, maar dat kan niet, want deze meneer heeft ons geblokkeerd op Facebook, dus we kunnen zijn posts niet meer zien.”

Opnieuw plaatste ik een commentaar op het bericht waarin ik aangaf dat ik dit oneerlijke communicatie vond: mensen die niet akkoord gaan met wat je schrijft blokkeren, en zo de mensen hun recht op weerwoord ontzeggen. In een andere parallelle post gaf ik zijn antwoorden weer aan de geblokkeerde mensen. Het leek me maar eerlijk dat ze konden volgen, te meer omdat hij het had over “Wij voeren momenteel een onderzoek naar deze personen” en ik dat redelijk angstaanjagend vind klinken, eigenlijk.

Uiteindelijk verliet de man dezelfde dag opnieuw de Brugse Poort-groep, naar eigen zeggen omdat “het debat niet sereen verliep”. Dat mag, ik vind dat ok. Ik vond het debat wel deftig, maar hij kreeg niet van iedereen gelijk, en moest inhoudelijk argumenteren. Wat moeilijk viel, blijkbaar. Ook dat mag. Iedereen heeft het recht een discussie niet aan te gaan.

Dit weekend, een paar dagen later dus, kreeg ik een bericht dat deze meneer op zijn eigen pagina een publieke post had geplaatst, en deze ook herhaalde in een aantal groepen. In die post gebruikte hij een screenshot van een commentaar van een mevrouw op De Brugse Poort groep die zijn enquete ok vond en schreef hij:

“In een democratie wordt het beleid bepaald door te luisteren naar de stem van het volk. Naar aanleiding van een opiniepeiling op de pagina Brugse Poort, uitgevoerd door (XX) (XX) (XX) (XX) (XX) (XX) en andere opiniepeilers heeft een expert in onderzoek haar mening geuit over de bevraging van Intelligent Mobiel.

Jullie nederige dienaar informeert”

Eén van die (XX) is mijn volledige naam. En nu niet voor het één of ander, maar de frasering is van die aard dat het lijkt alsof ik samen met deze meneer een opiniepeiling heb gedaan. En dat is niet zo.

Ik ben een beleefd meisje, dus ik stuurde opnieuw een privé-bericht om mijn naam weg te halen uit zijn openbare bericht omdat ik niet met hem geassocieerd wil worden. Hij zei dat hij dat niet wilde en voor ik kon antwoorden blokkeerde hij mij. Dus ik kan zijn posts nu niet meer zien. En ik kan hem ook geen berichten meer sturen.
De andere XX-en en de mevrouw uit het screenshot reageerden eveneens, hij weigerde ook hun verzoek en blokkeerde.

Ik probeerde hem te bellen, in de hoop toch te communiceren. Hij nam niet op, en ik heb een bericht op zijn voicemail ingesproken waarin ik mijn vraag herhaalde. Ondertussen heeft hij zijn oorspronkelijke post aangepast. Mijn naam staat er nog steeds, en hij elaboreert nu zelf over de situatie. Ik kan dat natuurlijk niet zien (geblokkeerd, remember), maar andere mensen in mijn omgeving wel.

Hij voegde dit toe:
Voor de mensen die niet zouden begrijpen waarom dit bericht hier staat:
Ik heb de enquête van Intelligent Mobiel gepost op de pagina van Brugse Poort/Rooigem.
Gedurende 4 uur ben ik bestookt geweest met berichten en vragen door de vermelde personen. Dat is volgens Wikipedia een peiling naar de opinie van een belanghebbende. In dit geval ben ik een van de belanghebbenden van deze enquête https://nl.wikipedia.org/wiki/Opiniepeiling. Ik ben door het slijk gehaald en valselijk beschuldigd. Ik heb verschillende kwetsende reacties gerapporteerd aan de beheerder van de pagina, toen dat niets uithaalde heb ik mijn bericht verwijderd van hun pagina, omdat ik niet de tijd had om op alle vragen te antwoorden. Daaropvolgend heeft de beheerder mijn bericht gedeeltelijk gereconstrueerd met screen shots met de vermelding dat ik oneerlijk communiceer. Aanvankelijk had ik niet de bedoeling om dit op deze manier kenbaar te maken op de sociale media omdat ik alleen, positieve communicatie beoog. Ik wil een correct, inhoudelijk en constructief debat in het belang van alle Gentenaars. Ondertussen verneem ik dat andere mensen op Facebook hetzelfde lot ondergingen als ik. Laat dit een les zijn voor iedereen die betrokken is bij communicatie terreur.

Spijtig is dat. Ik begrijp dat het internet zo gezelliger is: comfortabel in een peergroup van gelijkgestemden die voor de goede zaak samen mensen met een afwijkende mening intimideren en blokkeren.
Maar het internet is groot. En ondanks mijn angst ben ik ervan overtuigd dat het merendeel van de mensen op het internet goed is. En ik wil eigenlijk helemaal niet bang zijn.

In essentie komt het hierop neer: ik wilde graag dat mijn naam verwijderd werd, en ik wil dat nog steeds. Ik heb geen opiniepeiling uitgevoerd, ik heb niks met die meneer te maken en ik wil niet dat mijn naam met hem verbonden wordt. Volgens mensen die er iets van kennen is dat ook mijn recht.
Maar ik heb niet zo veel opties meer om te communiceren met de man: mijn berichten worden geblokt, mijn telefoons genegeerd. Rest nog de politie (die volgens mij wel andere katten te geselen heeft) en deze blog. Het is dat laatste geworden, zoals u merkt.

Dus ja, ik weet wat er kan komen nu. Ik zet me schrap, en ik heb me voorgenomen alles waardoor ik me geïntimideerd voel bij te houden, en dan op termijn te beslissen wat ik ermee zal doen. Als u dus ergens op het internet zaken tegenkomt die van die aard zijn zijn, maar die ik niet kan zien (geblokkeerd, remember), dan mag u me ook screenshots sturen.

Be a nice human. Dat las ik ergens eerder vandaag.

Ik ben benieuwd.

eten

Honger!

Kendet? Van die weken? Waarop uw agenda er zo uitziet:

Ik wel dus, want dat hierboven is een screenshot van mijn agenda, u had dat al door als goede verstaander. Nu november op zijn eind loopt, blijkt dat we hier met een serieus geval zitten van dat gedoe met hooi en een vork. Vandaar dat er niet veel tijd is om te bloggen, trouwens. Of om te slapen, dat ook.
Enig drama is mij niet vreemd, u weet dat ondertussen, maar bovenstaande screenshot is wel degelijk een toonbeeld van self-inflicted. Ik zal er u later eens over vertellen, als ik er een beter zicht op heb maar alvast dit: het is volledig eigen keuze. Dus ik ga er ook niet over zeuren.

Evenwel. Aan de vooravond van weken als deze ben ik ongelooflijk blij dat mijn lieve vriendin Kim een boek heeft geschreven. Ik heb u daar misschien al over verteld ooit. Sinds dat boek er is, kan ik op zondagavond Honger! kan openslaan en op vijf minuten mijn weekmenu maken.
Dat doe ik zo. Ik neem het hoofdstuk pasta, ik kijk in de lijst bij herfst en winter, en ik kies een pasta waar ik zin in heb. Maandag. Ik neem het hoofdstuk granen en rijst, ik kijk bij herfst en winter, kies en hopla dinsdag. Ik neem hoofdstuk groenten, ik…enfin u begrijpt ondertussen mijn punt.

Aaaaah. Rust in mijn hoofd. Niet nadenken over het eten een ganse week, en een boodschappenlijstje met maar 5 items erop: kappertjes, gember, bladerdeeg, mozarella, eieren. Het hadden er ook minder kunnen zijn, maar deze dingen waren nu toevallig op.

Honger! heeft een aantal gigantische voordelen:
1. Het gaat mee met de seizoenen. We doen nog steeds aan zelfoogst, dus wij ook. Welkom, maanden van de savooi, wittekool en bietjes.
2. Er staan geen foliekes in. Elk recept is een hoofdgerecht. Simpel.
3. Er zijn altijd uitwijkmogelijkheden: Kim suggereert bij elk recept varianten, dus ge kunt altijd wel terugvallen op iets dat al in huis is.
4. Er staan bij elk recept extra’s voor als het wat meer mag zijn. Zo maakte ik vandaag een side salad met venkel en appel. De gesuggereerde selder had ik niet in huis, but who cares.
5. De porties zijn echt. Met alle respect voor mevrouw Naessens, maar als ik een recept van haar maak moet ik de hoeveelheden verdubbelen en er een stukske brood bij eten. Ik voel mij dan altijd een beetje een vraatzuchtige gulzigaard. Bij Honger! niet. Daar mag er een kaaske bij, en nog wat extra pasta of patatjes. Ik heb dat graag, zeker als ik het druk heb en zo al zielig ben.

Honger! is een boek voor de ontspannen kok met niet altijd even veel tijd. Voor wie graag kookt en prutst in de keuken, maar ook voor mensen bij wie het al eens een beetje vooruit mag gaan.
Echt eten voor echte mensen. Echt iets voor u dus.

eten zot van

Thuiskomen.

Het was zo’n avond. Ge weet wel: lange werkdag, de hele dag rushen, buitenkomen en de man sms’en dat ik onderweg was, en dat er waarschijnlijk nog kip in de vriezer zat en dat hij die alvast kon ontdooien. Want dat ik zou improviseren, voedselgewijs. Eens thuis bleek er niks te improviseren: alles wat ik in mijn hoofd had zou niet lukken. Geen risottorijst meer. Geen graantjes. Geen noedels. Wel heel veel groenten, want man en kind hadden een uitstap naar de boerderij gedaan. Ik rommelde in de zaken, vond gigantische hoeveelheden boeren- en palmkool. En ik dacht aan Dorien.

Want de laatste twee weken lees ik elke dag in het nieuwe boek van Dorien. Thuiskomen. De titel klopt, op zo veel manieren. Ik kom thuis in het boek, het boek helpt mijn thuiskomen. En ik voel als ik lees hoe Dorien thuiskomt in dit boek.
In Thuiskomen staat een recept met kool dat ik van een post-it had voorzien. Want ik heb vaak kool, en eigenlijk vinden wij dat niet zo overdreven lekker.
Nu wel dus, want wat een fantastische saus is me dat zeg: gaargekookte kool, mixen, olijfolie en kruiden. Een een heerlijk strooisel eroverheen. Italiaans, leerde ik, maar ik was er zelf nooit opgekomen.

(more…)

En al kinderspam

Zes dingen over afgelopen vrijdag.

Eén.
Er mag altijd maar één ouder mee. Ik snap het, maar dat is van het ergste, voor iedereen. Zij wil niet kiezen, hij wil het mij niet ontzeggen, ik krijg het niet over mijn hart om mijn plaats af te staan. En dan zit ge op recovery met kinderhandje in uw ene hand, en een gsm in de andere. Ge streelt het handje, en ge stuurt per tien seconden een bericht naar de vader aan de andere kant van de deur. Want daar zijn is nog erger dan hier zijn en hier is het al zo moeilijk.

Twee.
Het was nog vroeg toen we naar Ieper reden. Zoals sommige mensen de liefde volgen naar de andere kant van het land, zo volgden wij een dokter, van het UZ naar een ziekenhuis in Ieper. Het is niet anders.
Mijn nacht was kort geweest en voornamelijk woelen. En dat was al een paar nachten zo. Maar we deden flink, zij deed flink. Ze maakte grapjes en was vrolijk, tot ze dat operatiehemdje kreeg en ze met haar kleren ook haar moed uittrok.
Ik kon alleen maar bij haar liggen en wachten tot de pré-medicatie begon te werken.
Hij kan alleen maar naast ons zitten en zacht over haar hoofdje wrijven.

Drie.
De beslissing, die werd op de halfjaarlijkse controle genomen, voor de zomer. Ik vroeg wat ik elke keer vraag, al zes jaar: Als het uw dochter was, zou u opereren, dokter?
Voor het eerst in die zes jaar zei de dokter ja. Omdat haar ogen volgroeid zijn, omdat haar bril niet echt nodig is voor zicht, enkel voor het wegdraaien van dat oogje. Omdat er voor de bril rigoureus afgeplakt was. Omdat het er niet zou uitgroeien. Ja, ge weet het wel hé, dan. Maar het is nooit van harte, zo’n afspraak maken.

Vier.
Het wachten. Hels, tergend, vloekend wachten. Bladerend in een krant want een mens moet toch wat. Sociale media en tijdsverdrijf. Mijn man en ik, wij zwijgen niet vaak, maar dat uur dat ze wegwas, toen wisten we allebei niet wat zeggen. Omdat het maar over één ding kan gaan, en als ge daar te veel over praat op dat moment, dan gaat het opeens niet meer.

Vijf.
Toen ze terug op de kamer was, liet ik haar bij hem achter en ging alleen een broodje halen. Halverwege de weg naar de cafetaria kon ik nog net op tijd een toilet binnenvluchten, zodat ik een beetje ween-privacy had. Er zijn limieten aan elkeen zijn flink, zo blijkt.

Zes.
Het zijn van die dagen die een ouderhart aan stukken rijten. Stukken die gelukkig bij de opluchting al weer een beetje aan elkaar geplakt worden. Maar ge weet al van tevoren dat ge het altijd gaat blijven zien, die scheuren, ook al is alles in principe hersteld. Het zijn die dagen die ge nooit meer vergeet, omdat een hart maar een bepaalde hoeveelheid machteloosheid aankan. Eens daar voorbij, is dat gevoel voor altijd in uw lijf gebeiteld.

***
Deze brug is genomen, nu volgen druppels (teh drama!), herstel, controles, opvolging en dan hopelijk een positief verdict. Of opnieuw een operatie. Maar laat ons dat nog efkes negeren, voorlopig.

En al

Wat voorafging.

7 jaar en 11 maanden dierenliefde, dat ging vooraf. Haar eerste woord was POE, wijzend naar Boogie. Elke kever pakt ze op, elk vogelke heeft ze gezien. Ze speelt met spinnen, aait zonder vrees gigantische paarden en wacht geduldig bij een schaap tot het lammetje geboren wordt.
Ze was drie toen ik een keer zei: “kijk een eend” en ze antwoordde “neen, een waterhoen.”

Dat kind.
Treuzelt door het leven omdat ze het zo druk heeft met alles bekijken. Gaat op haar hurken zitten, maakt een geluidje en heeft er weer een nieuwe kat-vriendje bij, draaiend rond haar benen. Ordent haar herinneringen aan de hand van aanwezige beesten.

De boerderij van Scotta in ijsland, het huisje met Pluisje en Charcuterie in Frankrijk, de camping met Wortel, de camping met Tjoezepoeze. Ze weet van elk dier in haar buurt de naam, en als ze het niemand kan vragen dan noemt ze ze zelf.

“Weet je nog, mama, dat restaurant waar we op de parking die rosse poes zagen? Wel, daar had ik …”

5 jaar gezeur om beesten, dat ging vooraf. Mag ik een puppy? Waarom hebben wij geen hamster? Ik zou zo graag een paard hebben. Mag ik wandelende takken? Kippen? Nog een kat?

Wij zegden altijd neen, met argumenten. Te veel gedoe. De kat is al genoeg. Dan moeten we weer iets zoeken als we op reis zijn. Enzovoort, enzoverder. Volwassen argumenten, die natuurlijk het hart van een dierenvriendje niet vullen.

En toen werd ze acht, ergens op reis deze zomer. Ze kreeg een speelgoedcavia (ze was euforisch, toen al), en de boodschap: je krijgt er ook twee echte, als we thuis zijn.

Ze wees naar haar vader en riep: niet liegen hé papa. als dit een grapje is ga ik echt boos zijn hoor. NIET. LIEGEN.
Hij lachte dat hij niet loog.
Zij weende van geluk.

Dat was dus wat voorafging. Aan dit.