Brr. Het is zes december, en dat is niet alleen Sinterklaas (die overigens weer mijn huis voorbij is gereden dit jaar, en ik was nochtans braaf geweest) maar ook: exact een week voor 14 december. En 14 december, dat is DE DAG DAT IK BEGIN TE WERKEN.
Onderwijsmens zijnde ben ik al een paar weekjes bezig, met voorbereidingen en allerlei prutsen. Maar binnen exact een week moet ik dus officieel mijn moederlijf op maandagochtend tegen acht uur in mijn lokaal krijgen, en daar dan lesgeven tot 17.45h.
Pfiew. Ieks. Hum.
En toen ging ik werken. Nog niet officieel, maar een vergadering die eigenlijk wel moest, ter voorbereiding van het nieuwe semester. Nog in moederschapsverlof verkerende nam ik mijn dochter gewoon mee, gepakt als een muilezel met speelgoed, relax, buggy-met-maxicosi en verzorgingstas. De lieve collega’s hielpen sleuren, de buggy-met-maxicosi werd in de lectorenruimte achtergelaten en baby en toebehoren werden naar het eerste verdiep getroond. Alwaar wij gezellig vergaderden, terwijl Mira een beetje speelde in de wipper en daarna op de schoot het vervolg van de vergadering volgde.
On her best behaviour, moet ik zeggen: ze heeft niet gehuild, heeft naar iedereen gelachen en heeft zichzelf niet ondergekakt. Vooral dat laatste was een fijne bonus, ik zag me al op de vergadertafel van ververserke doen.
De kop is eraf, het werk lonkt aan de horizon. Nog drie weken.
Vanmiddag ga ik mee met mijn studenten, want die gaan op uitstap en het is hier vlakbij en het is interessant. Het is meteen mijn eerste werkgerelateerd wapenfeit sinds de geboorte, nu exact 11 weken geleden. En ook sinds even daarvoor, want toen was het al vakantie, natuurlijk. Ge kunt niet geloven hoe erg ik ernaar uitkijk. Want hoe fijn het ook is dat ik zoveel tijd heb voor mijn dochter, en dat het nog even duurt voor ik weer echt aan het werk moet (nog zeven weken), het zal toch deugd doen om weer eens iets anders te doen dan pampers en melk. En weer eens voor heel even te proeven van de job die ik zo graag doe.
Om dat eerste werkmoment te vieren heeft Mira trouwens geslapen van negen uur gisterenavond tot tien na acht deze ochtend. De moeder is dus fris, monter, uitgerust en helemaal in de stemming. Wahey!
Een blogpost zonder oordelen, enkel een paar bedenkingen.
Vandaag op de voorpagina van De Morgen: “Brutoloon van leerkrachten met 1 procent omlaag”. Ik ga mij zelfs nog niet uitspreken over dat voorstel, daar moet ik eerst over nadenken, maar verder in het artikel staat wel:
Overigens, zo zou het kabinet reageren, voelen leerkrachten die loonsverlaging niet eens, want één en ander zou gecompenseerd worden door de index
Euhm. Een index, is dat niet zo een wettelijke aanpassing van alle lonen omdat het leven duurder wordt? Wat voor vreemde logica is het dan om dat als argument te gebruiken om een loonsverlaging goed te praten? Absurd.
Er moet nog over gepraat worden, zo staat in het artikel. Samen met het toedraaien van de geldkraan voor het GOK, het uitstellen van het vakantiegeld en het afschaffen van Brusselpremie en fietsvergoeding, denk ik dat er inderdaad nog serieus gepraat zal moeten worden. Het voelt een beetje als afbieden op de rommelmarkt: de verkopende minister begint wel met een heel hoge startprijs.
Een laatste bedenking. Wist u dat het budget voor onderwijs sinds de jaren 90 van 6,9% van het BNP naar 5% van het BNP vandaag is gegaan? Voor een maatschappij die het steeds meer van kennis en innovatie moet hebben, nu de rol van de zware producerende industrieën bijna uitgespeeld lijkt, kan een mens zich de afvragen of de prioriteiten wel juist liggen.