werk

werk

Het is zover ja.

Januari 2010
Januari 2009
Januari 2008
Januari 2007

Al een geluk dat wij elkaar al een beetje kennen, gij en ik. Ik zaag in januari over examens die ik moet verbeteren, gij weet dat ge hier in januari niet moet komen lezen als ge van examens niets wilt weten.

Enfin, het is alweer een dikke week bezig, dat verbeteren, en aangezien de groepen groter zijn dan ooit, is er meer verbeterwerk dan ooit. Momenteel nog steeds bezig met de taken, de echte examens moeten nog beginnen.

Voor mijn eigen archief, een overzicht.
3e jaar (102/115): 23 keer 4 taken, 13 examens, 10 evaluatie-fiches
2e jaar (156/609): 78 keer 4 taken, 73 keer 2 taken, 151 examens
1e jaar (130/254): 130 taken, 124 examens

In totaal klokken we af op 978 te verbeteren dinges deze maand. 388 gedaan. Het begint erop te lijken, yes.

werk

The flow.

Ik ben er, het lastigste van het academiejaar zit erop. De eerste paar weken moet ik namelijk voornamelijk aanpassen. Wennen. De groepen zijn groot, de studenten zijn nieuw, de roosters zijn zwaar. Ik kom uitgeput, leeggelopen en met fysieke ongemakken allerhande thuis van een lesdag. ‘s Avonds ben ik een zielig hoopke mens, dat haar laatste restje energie gebruikt om de dochter nog een beetje te soigneren, om na haar bedtijd in de zetel te ploffen, laptop op schoot, mails beantwoordend en voorbereidend voor de volgende dag. Het is pompen of verzuipen, die eerste weken.

Gisteren is de klik gekomen, eindelijk. Net op tijd. Ik heb acht uur les gegeven, aan eerstejaars, in een lokaal waarvan de akoestiek eist dat ik mijn stem constant verkeerd gebruik. De groepen waren groot, de stof was nieuw en ook niet zo eenvoudig. Het was de eerste keer dat ik die lessen gaf. Alle ingrediënten voor een crash, dus. Maar ‘s avonds fietste (!) ik gezwind naar huis en spendeerde twee uur met enthousiast badderen, spelen en lachen met Mira. Niks geen stress-decompressie. Nadat ze in haar bed zat werkte ik tot half elf, en nog was ik niet uitgeput.
Ik zit dus in de flow, het ritme van het schooljaar. Mijn lijf en hoofd is het gewend en het ergste is voorbij. Hoera daarvoor, driewerf hoera!

werk

Nieuw.

Ze komen in trosjes. Drie, vier, vijf. Toevallig stoelen gehad naast elkaar tijdens een onthaalmoment. Samen geprobeerd om wijs te worden uit het kluwen papier en de stroom informatie. Dan ook maar samen een broodje gaan eten, tussen de middag. En een sigaret gerookt in de pauze. Ze weten elkaars familienaam nog niet, maar dit zijn de drie vier vijf mensen van wie ze de voornaam wel al kennen. Mondeling dan, aan schrijfwijze zijn ze nog niet toegekomen. Kameraden van de eerste dagen, door het lot of het alfabet samengebracht.

Ze komen in trosjes en rommelen in hun papieren. Ze draaien hun plannetje om en om en om tot ze de tuin aan de juiste kant hebben staan. Ik zeg in het voorbijlopen “you’re gonna have to go into the map” en zie de generatiekloof in hun ogen verschijnen. Parels voor de zwijnen, ik moet het u niet zeggen zeker.

Ze worden in de cafetaria meewarig bekeken door de habitués. Diegenen die wel al weten hoe de kleurcodes van de broodjes in de cafetaria werken (don’t ask), de meisjes en jongens die wel al familienamen hebben, diegenen die me durven groeten in de gangen en waarvan sommigen zelfs vragen hoe het gaat.

Ik kijk daar graag naar, naar de trosjes. Dat onschuldig geploeter, dat zwemmen in een chaos die net té overweldigend is. Die snelle passen door de tuin, aangedreven door goede voornemens, op weg naar een lokaal dat ze niet terugvinden, hoewel ze er deze ochtend ook al moesten zijn. Ze zijn aandoenlijk en een beetje hulpeloos. En binnen paar dagen is dat alweer voorbij.

Ik vraag me af of ze dat beseffen, dat dit één van de spannendste weken van hun jonge leven is.

werk

Waar ik mee bezig ben, vandaag.

Creativiteit is respectvol zijn voor de taal die het dichtste aansluit bij je persoonlijkheid. We leven in een tijd die verbale communicatie overvaloriseert. Wie vlot praat is duidelijk in het voordeel. Je moet praten over je gevoelens, over je ideeën, je moet standpunten formuleren. De realiteit is dat deze aanleg zeer ongelijk verdeeld is. Er zijn heel wat jongeren die zich het best voelen als ze emoties mogen uitdrukken in dans, zang, muziek, beeldtaal enz. Al die talen verwijzen we in het dagelijkse leven naar de zijlijn. (\”¦)
Daar ligt voor creatieve opvoeding een grote kans. Jonge mensen worden uitgenodigd om die taal te verkennen die hen het beste ligt, en zo vast te stellen dat er respect, en meer nog, interesse kan zijn voor die taal. Dat het belangrijk is werk te maken van de taal die je in je draagt.

Peter Adriaenssens in \”Gedeeld/Verbeeld\”, het eindrapport van de Commissie Onderwijs Cultuur.[pdf]

Of ook dit. Voedsel voor mijn hoofd.

werk

Onderwijs. Maar dan wat minder.

Einde schooljaar. Nog een week en het is vakantie. Al maanden zuchten er geruchten door de gangen, er wordt hier en daar voorzichtig gespeculeerd. We gingen samen met onze studenten protesteren een tijd geleden, ook. Er werd geschoven, gefluisterd, met een bang hart afgewacht.

Sinds een paar dagen is het officieel. De impact wordt duidelijk, langzaamaan. Het is wat het is, en er is niks aan te doen. Maar het is niet mooi. Vrolijke krullen en een gulle lach die er opeens veel minder zal zijn, bijvoorbeeld. Of het knippen in mijn eigen vakgroep, en het nog niet weten waar het precies zal gebeuren.

Ik word daar niet vrolijk van, daar kan geen stralende zomerzon wat aan doen. En er zijn nochtans nogal wat leerkrachten nodig, de komende jaren.