werk

werk

Open Source op onze school.

Ik ben daar behoorlijk trots op, ja. En blij dat we de stap durven te zetten bij ons op school. Misschien gaan we grandioos op onze bek, maar ik ben eigenlijk van het tegendeel overtuigd.

Een interview met mezelf en collega cindy vandaag op Gentblogt. Ge moet het maar eens lezen, als het u interesseert.

werk

Sneltrein.

Het leven lijkt de laatste weken als een sneltrein aan me voorbij te razen. Hup, het is september. Ik blink met mijn ogen en het is al oktober. En dan heb ik opeens 450 nieuwe gezichten zien passeren in de afgelopen maand.

Vierhonderd-vijftig. Dat zijn er veel hoor.
Ik herken hun gezichten al, ondertussen. Ik weet in de gangen al welke van mij zijn en welke niet. Niet dat het veel uitmaakt, ik glimlach naar iedereen een goeiemorgen.
De eerstejaars hebben dezelfde ontreddering op hun gezicht als ikzelf: het is allemaal zo nieuw, het gaat allemaal zo snel en er zijn zo veel prikkels dat het haast niet bij te houden is. Ik moet wennen aan het grote lokaal waar mijn stem niet dragend genoeg voor is als ik gewoon praat (45 PCs, tot 60 studenten. Ze maken allebei lawaai), ik moet wennen aan eerstes en hoe die anders zijn dan de mij vertrouwde bijna afstuderenden. Nog een paar weken, en dan ben ik ook dat gewoon.

Ik maak me sterk dat ik de helft ervan tegen nieuwjaar bij hun naam kan aanspreken, maar het is allemaal een beetje overweldigend nu op het moment.

werk

Vijf.

Neen, ik heb niet opeens vijf kaarten voor de BIS-beurs. Ze zijn trouwens bijna weg, die kaarten. Nog eentje als iemand nog op zoek is.

Maar vijf is het aantal keer dat ik de oefening van vandaag al gegeven heb: vier keer vorig jaar, en nu dus de eerste keer dit jaar. Telkens een beetje anders, dat wel, afhankelijk van de richting waarin ik het geef. Iedere groep studenten is immers anders en de ene groep heeft al wat meer ICT-ervaring dan de andere. Maar goed. Het gaat over een serieuze workshop tekstverwerking van drie uur, en het is niet gemakkelijk: opmaakprofielen, daar nummering op verschillende niveau’s aan koppelen, secties en dan aparte kop- en voetteksten en lay-out in verschillende secties, automatisch aangemaakte inhoudstafels,…dat soort dingen. Drie uur zwoegen en zweten.

Het eerste jaar dat ik die les gaf, was ik achteraf echt niet content. De groep was groot, de studenten zeer hyperkinetisch (actieve LO-ers, het is wat). Ik had zo het gevoel dat ik veel te veel moest doceren en dat de studenten veel te weinig oefenden. En dat er niet genoeg structuur inzat, dat ook.

En dus heb ik vorig jaar een mega-grote-oefening gemaakt. Vier pagina’s instructies, stap voor stap, telkens afgewisseld met heel korte demonstratiemomenten. Dat bleek de manier te zijn waarop een dergelijke les wel werkt, maar dan heb ik dus vier keer aan die oefening moeten schaven: hier een instructie bij, daar iets weg, hier een beetje meer uitleg, daar een volgorde veranderd. En vandaag heb ik de oefening dus gegeven en het was 2,5 uur lang zoals ik het wilde: op het einde hadden ze het allemaal door, ze zijn allemaal 2,5 uur met hun computer bezig geweest en er was zelfs verwondering op sommige momenten (die automatische inhoudstafel, als dat werkt, dan vinden ze dat fantastisch. Ojo, zo helemaal vanzelf en al). De oefening is dus af en dat geeft ongelooflijk veel voldoening.

Dat de 3e jaars volgend jaar ook met Openoffice.org beginnen werken, en ik dus moet herbeginnen, vergeet ik nu even voor het gemak. Vandaag is vreugde.

werk

Ijs (ii).

Vandaag beginnen we eraan, met de ijsbreker waarover ik vertelde. Straks, om kwart na negen, krijg ik 30 kersverse eerstejaars in een lokaal bij me. Ze zullen loszittende kledij dragen, sportschoenen hebben en een blinddoek meegebracht hebben want dat stond op hun infofiche. Ik heb de muziek geselecteerd, de instructies uitgeschreven en de evaluatiecriteria opgesteld. En ik heb stress. Hoewel mijn ervaring met dit soort activiteiten door jeugdbeweging- hoofdmoni-werk op een speelplein niet gering is, is het toch helemaal iets anders dan een ICT-les. En hoewel ik er heel erg naar uitkijk, ben ik toch een beetje ongerust. Wat als ik ze niet kan motiveren om mee te doen? Wat als ze onze activiteiten niet fijn vinden? Wat als ik de boel niet in de hand kan houden?

Spannend hoor. Duimt maar een beetje voor mij, straks.

Neen! werk

Bijscholen.

Bah. Moeilijk. Ik geef een bijscholing woensdag, aan collega’s secundair onderwijs. Over een systeem dat ik ken als mijn broekzak, maar jammer genoeg wel op een andere installatie die lichtjes verschilt. Dus ik zit al de hele dag uit te zoeken of mijn eigen manier van werken wel kan op het systeem dat ik moet uitleggen. En het werkt niet allemaal en de helpdesk is er niet. Frustratie, jong.