werk

werk

Pfieuw.

Het grote voordeel van examens voor de kerstvakantie, is volgens mij de kerstvakantie die erop volgt. Of in het hoger onderwijs: de intersemestriële vakantie die nu bezig is. Een week uitblazen na de examens.
Wij hebben er met onze opleiding echter voor gekozen om die week vakantie te verschuiven naar de traditionele krokusvakantie (die je normaal niet hebt, in het hoger). Er zijn daar veel voordelen aan verbonden: de collega’s met kindjes moeten geen opvang voorzien, de collega’s met partners in het basis-of-secundair onderwijs hebben samen vakantie, en we verliezen geen stageweken (als de stagescholen niet werken, kunt ge geen studenten op stage sturen, inderdaad). Edoch: we hebben een klein detail over het hoofd gezien. Maandag, de dag dat de punten binnenmoesten, was meteen ook de dag dat het nieuwe semester begon. Afronden, even ademen enzo was er dus niet bij. Dat is raar en een beetje vermoeiend.

Maar! Redenen ook om vrolijk te zijn: dit semester wordt bijzonder interessant voor mij. Er is een nieuw vak rond diversiteit én in kleuter ga ik gigantisch veel didactiek geven dit semester. Nieuwe zaken! Spannende lessen! Uitproberen!
En: donderdag bespreken we een nieuw keuzevak voor het curriculum van volgend jaar waarvoor ik massa’s ideeën heb.

werk

Tellen.

Eigenlijk zou ik eens moeten tellen hoeveel keer ik tijdens zo’n examenperiode tel hoeveel examens ik nog moet verbeteren.
En hoeveel tijd ik daarmee verlies, eigenlijk.

werk

De loodjes.

Als ik naar januari 2008 kijk. Of januari 2007, of 2006, dan komt elk jaar het zelfde terug. Tegen vandaag ben ik stikkapot. Mijn hoofd is suf van het verbeteren, mijn schouders doen pijn van te lang aan een computer zitten. De examens zijn voor mij de meest vermoeiende en ook wel de saaiste periode van het jaar. Dat is dit jaar niet anders. Het zijn vooral de hoeveelheden die de doodsteek geven, merk ik: massa’s studenten, één na één, examen na examen.

En het ergste moet nog komen: volgende week neem ik vijf dagen lang mondelinge examens af. I better brace myself.

werk

Sommige dingen veranderen nooit.

Eerder deze week had ik een interview met Stains of Noah, het groepje dat deze week op één stond in uwged8. Jonge snaken, waarvan er eentje een oud-student is van mij én oh-wonder van lief.
D. was indertijd niet de meest voorbeeldige student van de hoop, maar dat zijn dingen die mij niet storen: het was toen al een leuke jongen, en aangenaam om in de klas te hebben.

Hij is nooit afgestudeerd. Ergens een jaar of vier geleden gestopt en uit werken gegaan. Daarna kwam ik hem nog af en toe tegen, op de opendeurdag van De Werf, bijvoorbeeld. En vorige week dus, op dat interview.

En hoewel de verhouding lector-student al vier jaar niet meer van tel is, ondertussen, werd ik bij het binnengekomen aangesproken met een beleefd goeienavond mevrouw. Waarbij de andere groepsleden toch ietwat vreemd keken.

Het is een rare gewaarwording, dat ik voor ondertussen al zo’n 1600 jonge mensen een mevrouw ben. En dat altijd zal blijven.

werk

Scholen die verhuizen zijn niet cool.

Als ik naar een school rij die KTA Lindelei Gent heet, dan verwacht ik wel dat die aan de lindelei ligt é mensen. En niet twee kilometer verder aan de coupure.

Het zo proper zijn, als de Fnac veldstraat opeens in de Lange Munt zou huizen. Of de GB dampoort op de Muide. Chaos! Panic! Disorder!