En ik heb een valling, dat was ik bijna vergeten vertellen.
En valling was een hele poos geleden ook het begin van het woordenboekproject, nog voor het project echt bestond. Cirkels die rond zijn, zo wijs dat dat is.
Alles van waarde is weerloos
Dingen door andere mensen geschreven
En ik heb een valling, dat was ik bijna vergeten vertellen.
En valling was een hele poos geleden ook het begin van het woordenboekproject, nog voor het project echt bestond. Cirkels die rond zijn, zo wijs dat dat is.
Hupla, daar is het al terug zie. Uitleg krijgt u nog steeds hier.
Positief verhaal:
Petra trekt de deur van het herenhuis dicht. De wind woelt wild door haar blonde haren, in de verte grommen de onweerswolken. Ze kruipt weg in de bontkraag van haar dikke winterjas en versnelt haar hooggehakte pas in poging de eerste dikke regendruppels voor te blijven. Ook het gebrek aan tijd jaagt haar op want over een kwartier al begint die opera van Puccini. Petra beseft dat maar al te goed en holt nu echt door de stad, die door de regen een zilvergrijze tint heeft gekregen. Ze wil immers de man
die in de foyer van het operagebouw op haar zit te wachten, niet nodeloos irriteren. Een eerste indruk is belangrijk, daar is Petra zich zeer van bewust.
Negatief verhaal:
Petra trekt de deur van het herenhuis dicht. De wind woelt wild door haar blonde haren, in de verte grommen de onweerswolken. Er stopt een rode auto naast haar en de man aan het stuur vraagt naar de dichtsbijzijnde kruidenier. De man doet haar denken aan die beeltenissen van oude staatsmannen. Zo van die mannen met stijve kragen, strak gecoiffeerde haren en licht toegeknepen ogen.
Vanuit haar ooghoek ziet Petra hoe er een boom valt op het huis twintig meter verder. Een gillende peuter loopt de voordeur uit, de straat op, enkel gekleed in een pamper.
Ja hallo maat, mijn lief gooit hier een blogstokje naar mijn hoofd. Een dubbel blogstokje dan nog, en het is van improtheater, maar dan online. Dus moet het snel gaan, zonder nadenken. En daar ben ik *eigenlijk* niet goed in, maar voor de liefde heb ik veel over. De volledige uitleg kunt u hier nalezen.
Negatief verhaal.
Petra trekt de deur van het herenhuis dicht. De wind woelt wild door haar blonde haren, in de verte grommen de onweerswolken. Er stopt een rode auto naast haar en de man aan het stuur vraagt naar de dichtsbijzijnde kruidenier.
Positief verhaal.
Petra trekt de deur van het herenhuis dicht. De wind woelt wild door haar blonde haren, in de verte grommen de onweerswolken. Ze kruipt weg in de bontkraag van haar dikke winterjas en versnelt haar hooggehakte pas in poging de eerste dikke regendruppels voor te blijven.
Het mag meerdere keren naar dezelfde persoon, dit stokje, maar het nu al terugsturen is wel een beetje gemeen, niet? Hop naar Dramoghe, hop naar Tomadde en hop naar Het Radiofonisch Instituut.
Een paar dagen geleden ging het op de mailinglijst over Herman Brusselmans, naar aanleiding van de film Ex-drummer (zie artikel hier), en iemand merkte op:
“Ik ken geen enkele vrouw die graag Brusselmans leest”
En dat klopt wel redelijk denk ik. Ook ik ben geen fan. Alhoewel…heel af en toe lees ik iets van de Herman, dat me compleet wegblaast. Dat zo grappig en aandoenlijk is tegelijk dat ik er bijna van moet janken. Zo schreef hij vroeger om de zoveel een column in Humo over zijn madam en die waren zo schoon dat ze dan altijd een paar maanden bij mij op de frigo werden gehangen. Nog zo’n fragment is dit hieronder, waarin hij beschrijft wat een echte man is volgens hem. Ik herinner me dat ik, toen ik dit fragment voor het eerst las, heel erg heb moeten lachen op bepaalde momenten. En ook even een krop in de keel had. Janet dat ik ben.
Een echte man draagt nooit een rok, sjarretelles of een oorring. Hij heeft baard noch snor. Een echte man heeft lang haar, dat hij drie keer in de week wast. Een echte man rookt, behalve als hij gestopt is. Als een echte man stopt met roken heeft hij daar de rest van zijn leven last mede.
Een echte man is nooit zichtbaar dronken. Hij zuipt niet voor de gezelligheid, maar voor de vergetelheid. Een echte man heeft een lastig geheugen. Hij lijdt aan ijzige nachtmerries, maar laat er zich niet door verteren. Een echte man lacht te nimmer luid in het openbaar. Een echte man staakt nooit, betoogt nooit, komt nooit op straat voor de goede zaak. Een echte man weet al eeuwen dat de goede zaak niet bestaat.
Een echte man vist niet. Hij zwemt niet; hij pingpongt niet; hij zingt niet; hij danst niet; hij rijdt niet per fiets; hij zonnebaadt niet; hij fluit niet naar de meisjes in een mini-jurk; hij neemt nooit de bus; hij zoekt geen ruzie met de politie; hij haat al wie macht heeft; hij gaat niet met zijn kinderen in bad; hij is bang in een vliegtuig of op een boot; hij schrijft nooit met een potlood; hij tennist niet. Hij voetbalt.
Een echte man verkiest The Beatles boven The Stones; hij verkiest Rudy Vandendaele boven Wilfried Hendrickx; hij verkiest een pak frieten boven een bord spaghetti; hij verkiest het zwarte ras boven het gele ras; hij verkiest een drumstel boven een viool.Een echte man bezoekt nooit een eiland. Een echte man heeft een mooie vrouw. Hij is er van overtuigd dat over smaak niet te twisten valt. Een echte man gaat nooit naar een toneelstuk; nooit naar een opera; nooit naar een balletuitvoering. Een echte man breekt nooit zijn neus.
Een echte man volgt de carriere van Gilles de Bilde bij PSV; de carriere van dEUS in Amerika; de carriere van Ilse De Meulemeester bij VTM; De carriere van Isabelle A. bij Willy Sommers. Een echte man zou gerust het bed willen delen met Isabelle A., op voorwaarde dat ze haar mondje dichthoudt.
Een echte man heeft geen haar op zijn borst. Als hij haar op zijn borst heeft dan schaamt hij zich ervoor. Een echte man verafgoodt zijn moeder, vooral als ze gestorven is. Een echte man heeft een moeder die niet oud wordt. Een echte man heeft veel verdriet. Hij laat zich troosten door vrouwen. Een echte man is trouw. Hij denkt veel aan seks, maar kan zijn lichaam beheersen.
Een echte man sluipt als een panter; staart als een wolf; valt aan als een leeuw. Een echte man gelooft in niets dat irrationeel is; hij verafschuwt alles wat zweeft. Een echte man die vlinders in de buik voelt weet dat vlinders niet lang leven. Een echte man telt zijn weinige tranen als hij huilt. Hij grossiert in mededogen; in koude rillingen; in kippenvel. Een echte man houdt van dieren. Een echte man is geen vegetariër. Een echte man is altijd vermoeid. Een echte man sluit vaak zijn ogen en ziet dan rampzalige taferelen.
Een echte man plant nooit een boom, zaait nooit een gewas, bouwt nooit een huis. Een echte man verwekt alleen een kind als zijn vrouw het aan hem vraagt. Een echte man reist niet; hij leest veel; hij spreekt in weinig woorden; hij haalt nooit zijn schouders op; hij koestert zijn overschilligheid; hij weet dat de toekomst slechts bestaat omdat de tijd dat vereist; hij grinnikt als het geluk ter sprake komt; hij glimlacht als als alles goed gaat; hij wacht voorbereid op het kwalijke keerpunt.
Een echte man droomt niet. Een echte man hoopt niet. Een echte man wil snel dood.
Vandaag is het gedichtendag. Hoera voor de poëzie, dat soort dingen.
Dat gedoe met die gedichten vind ik een beetje dubbel, eigenlijk. In de juiste stemming en op de juiste avond kan ik daar intens van genieten. Het liefst dan van poëzie die een beetje pijn doet. Want zo’n avond dat alles past is meestal een avond dat de wereld buiten eruit ziet als de binnenkant van mijn hoofd: koud en grijs en donker. Melancholie is bijwijlen streelzacht om in te wentelen, u kent het wel.
Edoch, bij daglicht en als het leven uit een efficiënte en praktische opeenstapeling van gebeurtenissen bestaat, vind ik poëzie eigenlijk maar een puberale aangelegenheid. Al dat gezeik over liefde en de zin van het leven ook, denk ik dan. Zouden we ons niet beter met iets anders bezighouden?
Vandaag niets van dat alles. Voor efficiëntie geen plaats vandaag. Voor poëzie wel, en dan nog met een gedicht dat ik deze avond helemaal uit het hoofd heb opgezegd. Vier jaar nadat ik het voor het laatst had gelezen.
Sunflower Sonnet Number One
But if I tell you how my heart swings wide
enough to motivate flirtations with the trees
or how the happiness of passion freaks inside
me, will you then believe the faithful, yearning freeze
on random, fast explosions that I place
upon my lust? Or must I say the streets are bare
unless it is your door I face
unless they are your eyes that, rare
as tulips on a cold night, trick my mind
to oranges and yellow flames around a seed
as deep as anyone may find
in magic? What do you need?I’ll give you that, I hope, and more
But don’t you be the one to choose me: poor.
June Jordan