Ik had een lijst van 100 Blufboeken en ik ging daarover schrijven. Maar ik ben te leeg, eigenlijk.
Zo. dat weet u ook al weer. En “In Ongenade” van Coetzee is een heel mooi boek. Dat ging ik ook zeggen in die blogpost. Lezen!
Dat vorige, dat was toch wel een heel verwarrende post, als ik dat herlees.
Pardon.
Ik ben aan het verbeteren, en mijn hoofd is wat gefocust dan. Op andere dingen dan gestructureerd schrijven.
Ik vind Hugo Camps op de voorpagina van De Morgen soms wat pedant. Hij kan schrijven, dat wel, maar die snoeverige, zelfgenoegzame hooghartigheid irriteert mij bij momenten, als ik nog geen koffie heb gedronken. Neen, dan Bernard Dewulf. Voor mijn ochtendlijke melancholie is hij het meest geschikt. Als het zeven uur is, ik pas aan mijn eerste kop negerzweet toe ben en de het pianomonster zachtjes spint op de vensterbank achter mij, dan is hij mijn favoriete gezelschap. Dan wikkel ik mijn gilet wat strakker om mijn slaperige lijf omdat de chauffage nog moet opwarmen en dan lees ik zijn stukje, soms twee of drie keer na elkaar. Bernard en ik, wij verstaan elkaar als onze dag begint terwijl de wereld nog stil en donker is.
Op andere dagen is Camps dan weer welkom. Zoals gister: ik had een beetje langer geslapen, er was ontbijt in huis en het beloofde een ontspannen dag te worden. Een versgeperst fruitsap en een dubbele senseo verder las ik zijn column en met de zin
Voor De Crem zijn F16’s en oorlogsbodems wat vroeger badeendjes voor een lichtjes gestoord kind waren. Als het maar beweegt.
zit ik nu, meer dan een dag later, nog steeds te luidop lachen. Leve Hugo!
Ik schrijf je neer
Mijn vrouw, mijn heidens altaar,
Dat ik met vingers van licht bespeel en streel,
Mijn jonge bos dat ik doorwinter,
Mijn zenuwziek, onkuis en teder teken,
Ik schrijf je adem en je lichaam neer
Op gelijnd muziekpapier.
En tegen je oor beloof ik je splinternieuwe horoscopen
En maak je weer voor wereldreizen klaar
En voor een oponthoud in een of ander Oostenrijk.
Maar bij goden en bij sterrenbeelden
Wordt het eeuwige geluk ook dodelijk vermoeid,
En ik heb geen huis, ik heb geen bed,
Ik heb niet eens verjaardagsbloemen voor je over.
Ik schrijf je neer op papier
Terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit.