Van een ander

Dingen door andere mensen geschreven

reizen Van een ander

Letterkes voor op reis.

Mijn grootste zorg van de voorbije dagen is opgelost: ik denk dat ik voldoende boeken en tijdschriften heb verzameld voor drie weken. Dat is altijd moeilijk: je mag niet te veel meenemen, maar te weinig boeken zorgen al snel voor gevloek op de terugreis.

De selectie van dit jaar dan maar….

(a) boekskes :
:: Paul Auster – Maanpaleis
:: Michael Chabon – The Amazing Adventures of Kavalier & Clay (kdootje van Bruno)
:: Yann Martel – Het Leven van Pi (op aanraden van de zus van lief)
:: Bart Kouba – Lucht

(b) tijdschriften
:: P-Magazine
:: Humo
:: Flair
:: Feeling
:: Feeling Wonen
:: Cosmopolitan

(b) Andere
:: de Footprint
:: den Trotter
:: Spaans voor Dummies

Rest me enkel nog een paar boeken te kiezen voor lief. Iets vlot en een beetje poetisch. Ik denk Erwin Mortier ofzo.

Van een ander

Il Barbiere di Siviglia: opera voor beginners

Waar ik aan denk als u “opera” zegt? Aan deftig opgedirkte mensen. Aan uitgesponnen voorstellingen van vier uur. Aan een tot tranen toe ontroerd publiek. Aan dikke dames in barokke jurken die kristallen glazen laten springen met hun stem. Aan gala-kledij en monocles en tragiek en over-acting. Kortom: clichés, clichés, clichés. Als een kind van mijn tijd wijs ik voor dit denkbeeld beschuldigend naar die dekselse televisie- en filmindustrie. Zij hebben het me opgedrongen, meneer.

Maar bon, enige nuance in en bijstelling van mijn ideeën over opera was bijgevolg dringend aan de orde. Het is bovendien een ware schande: hoewel ik van nature nogal uithuizig (hallo, eufemisme) ben, was ik tot deze week nog nooit écht naar de opera geweest.
Het gebouw zelf, op de Kouter, daar heb ik ooit wel eens een concert gezien, maar zo’n echte opera of operette met zingende mensen op het podium en chique volk in de zaal: ik was tot dinsdag een volledige leek op dat gebied. Verwacht hier dus zeker geen uiteenzetting over sopranen, tenoren en baritons. Evenmin zal ik mij wagen aan bespiegelingen over interpretaties en uitvoering door het orkest: ik ken daar simpelweg te weinig van en laat het dan ook met plezier aan kenner Bruno over, die vanavond gaat kijken. Ik beperk me gemakkelijkheidshalve tot mijn indrukken. [lees verder. De link brengt u naar het artikel op Gent.blogt.]

Van een ander

Van cultuur en al…

Twee keer naar het toneel geweest, de laatste week: één keer Ontroerend Goed en één keer Cie De Koe. En zondag première van de nieuwe Freddy De Vadder, dinsdag opera , Il Barbiere di Siviglia. Cultural overload!

Hier alvast mijn mening over de twee stukken van de voorbije week:

Who\’s afraid of Virginia Woolf?
We geven het grif toe: we hadden wel een beter moment kunnen uitkiezen dan vorige vrijdag om naar het toneel te gaan. Het was heet, het was zwoel, het was terrasjesweer en de binnenstad baadde in een lome, vrolijke sfeer. Het straatbeeld werd beheerst door sandalen, jurkjes en lachende gezichten. Wij lieten al dat gezomer echter resoluut links liggen en kozen voor een zit van haast drie uur in de Minardschouwburg, voor Who\’s afraid of Virginia Woolf van Cie De Koe.

Redenen voor die keuze zijn er genoeg. Lees verder hier (link brengt u naar Gent.blogt…Leep é.)

Killusion
Wij kondigden het al eerder aan: deze week ging de nieuwe voorstelling van Ontroerend Goed in première. En natuurlijk gingen wij kijken, gisterenavond. Een verslag.

Killusion gaat ijzersterk van start met een vreemsoortig en wilde danse masqué. Twee jongens en een tenger meisje (Joeri De Smet, Bob Stoop en Manah Depauw) laten zich een vijftal minuten volledig gaan in een spel met kostuums, maskers en suggestieve bewegingen. Het swingt en het bijt, maar toch vindt zij het niet goed genoeg als begin. Wat volgt is een hilarische discussie over \”het gevoel” en het \”erin zitten” en dat \”gij dat toch niet kunt voelen, wat ik voel” . Het begin wordt geweigerd, maar dat is zowat het enige dat geweigerd wordt in deze voorstelling. Killusion draait immers om drie mensen die \”ja” beslissen te zeggen tegen elkaars fantasieën. Lees verder (opnieuw op Gent.blogt)

Van een ander

Dit.

Van alles wat ik schreef
zijn dit het minste woorden.
En tel ze na, het zijn er
nog te veel: zelf hou ik van
mijn mond vol tanden,
het aaien van dit blad, de
woordenschat van mijn
twee handen, het stokken
van mijn adem als ik zeg
dat ik je hier niet kan
vertellen wie of wat ik
voor je ben, omdat papier
me in de weg zit, en ik
het juiste woord niet ken.

Bart Moeyaert

En al Van een ander

De ontembare vrouw

Er zijn zo van die lesgevers waar je, jaren na het afstuderen, nog steeds af en toe aan terugdenkt. Omdat ze fantastisch les konden geven, omdat de materie die ze behandelden zo interessant was, of gewoon omdat het fijne mensen waren.

Dat heb ik dus met Dhr. Bienstman. Deze meneer was lector didactiek, sociale agogiek en godsdienst op de lerarenopleiding toen ik er studeerde. Ik weet niet of hij nu nog werkt, maar ik denk alleszins nog af en toe glimlachend terug aan zijn lessen.

Wat hem zo uniek maakte was de combinatie van gedrevenheid, wijsheid en absolute geschiftheid.
Dit is de kleine mollige man die in de eerste les godsdienst van het academiejaar eerst vijf minuten zweeg en vervolgens brulde : “beste studenten. GOD IS WILD”.
Dit is de lector die oliebollen beloofde bij een correct antwoord op een moeilijke vraag, die een krijtje tegen je hoofd gooide als je zat weg te dommelen en die met uitgestreken en geïnteresseerd gezicht om een motivatie vroeg toen een student beweerde dat De Heideroosjes een sprituele betekenis in zich hadden.

Het mooist waren de lessen godsdienst waar hij het had over “De vrouw” en “De man”. Elk van deze interessante studieobjecten waren een semester lang onderwerp van discussie en de lessen waren opgebouwd rond sprookjes of mythen. Bienstman vertelde honderuit over De Wildeman en Blauwbaard, over de symbolische functie ervan en gaf ons terloops een boel levenswijsheid mee.

Blauwbaard, het sprookje waarmee hij De Vrouw analyseerde, las hij voor uit een boek dat De Ontembare Vrouw heet. Het exemplaar dat hij meebracht naar school was van zijn eigen madam en was -zoals dat heet- stukgelezen. Beduimeld, half in flarden en vol aantekeningen. Vrouwlief had dan ook gezegd “je gaat dat vuile boek toch niet meenemen naar school? Je studenten gaan ook wel een slecht gedacht krijgen van mij…”, zo vertelde Bienstman in het begin van de les.
Hij had het toch meegenomen, zei hij, en hij had er bij gedacht:
“Integendeel vrouw, ik neem het mee om jou te eren.”

Wij allemaal vertederd, natuurlijk.

Zaterdag, 7 jaar na datum, zag ik tot mijn verbazing een nieuwe uitgave van De Ontembare Vrouw liggen in de Fnac.
Ik heb het gekocht en nu ligt het op de salontafel te glunderen. En af en toe lees ik daar dan een stukje in.

Want wie wil er nu niet ontembaar zijn?