Van een ander

Dingen door andere mensen geschreven

Ja! Van een ander

Dag Bart!

In mijn statistieken daarnet zag ik dat er iemand naar hier was gekomen via een link in een statistiek-programma. Niet zo vreemd, denkt u misschien (als u iets van internet kent en al), een mens klikt in zijn statistieken op incoming links en voila: je statistieken staan als link in de statistieken van andere mensen. Dit klinkt misschien zeer ingewikkeld, maar ik beloof: het vervolg van dit stukje zal dat ruimschoots goedmaken.
Toen ik op de link in kwestie klikte zag ik de gebruikersnaam van de account waaronder deze statistieken werden verzameld. Bart Moeyaert! Voor het bijhouden van de stats van www.bartmoeyaert.com! Dat wil dus zeggen (*i. tiert nu ongeveer de helft van het internet bij elkaar*) dat dé Bart Moeyaert hier op Kerygma is geweest.

Ik word er zowaar helemaal zenuwachtig van, zo’n echte schrijver op mijn weblog. En dan nog de schrijver met de mooiste site van heel Vlaanderen. En de schrijver van wiens woorden ik altijd een beetje stiekem verliefd word, ook al weet ik dat hij eerder op andere meneren valt volgens de boekskes. En dat stoort trouwens niet, want ik word niet stiekem verliefd op Bart, maar wel op zijn woorden. Want hahaha wie wordt er nu verliefd op BVs, behalve dan op Koen Wauters. Dat zou stom zijn en al.

*i. haalt diep adem, zich bewust van haar eigen geratel en hervindt haar kalmte*

Maar bon. Bart Moeyaert is hier geweest. En misschien komt hij nog eens terug ook. Bij deze dus:

Dag Bart! Welkom. Ik ben een beetje fan van jou. Maar dan op zeer realistische wijze, dat spreekt voor zich. Maar je mag dus altijd terugkomen. En breng gerust een paar vrienden mee, als dat past . Peter Verhelst ofzo? Of Jeroen Brouwers misschien?

(voor de mensen die zich geroepen voelen om mijn roes te doorprikken in de commentaren door te suggereren dat het misschien niet Bart zelf was, maar zijn webmaster ofzo…don’t bother. Ik lees uw lelijke insinuaties toch niet.)

Van een ander

Flashback

Lief is zijn les aan het voorbereiden en is video-fragmenten aan het selecteren over waterzuivering. Het is een typische schoolvideo: een vrouwenstem vertelt met overdreven intonatie over chemische elementen en van die dingen. Het is duidelijk dat de dame in kwestie behoorlijk vrolijk is met haar job als inspreekster van bandjes. Een toontje dat contrasteert met het -haar ongetwijfeld opgelegde- tempo van inlezen. De zinnen volgen elkaar met onnatuurlijke traagheid op. Zodat ieder woord goed kan doordringen in de hoofdjes van de te educeren kindertjes. Onderwijl toont men beelden van een rivier. Een zuiveringsstation. Een vis. Een bos.
Ik kijk mee en voel me opeens weer vijftien. Ik ben slaperig en zit in het half-verduisterde biologielokaal. Vooraan staat een video op en mijn klasgenoten lijken even verveeld als ikzelf. Ik geeuw.
Ik probeer te luisteren en hoor “Bij waterzuivering spelen verschillende elementen een belangrijke rol. Allereerst blahblahblahblahblah”. Twintig seconden later is “blahblahblah” verworden tot een monotoon en ietwat irritant gezoem ergens op de achtergrond en probeer ik door een kier van het gordijn de straat te zien. De zon schijnt en het is lente buiten. Ik pruts aan een loshangend knoopje van mijn groengestreepte uniformbloes en bedenk dat ik best zin heb in een sigaret. Een blik op m’n horloge leert me dat het nog twintig minuten duurt voor de bel gaat.
Ik kriebel “waanzin” op mijn map en vul de letters in met rode en zwarte pen. Het ziet er zowaar een beetje heavy metal uit, vind ik.

Het voorgaande uur is mijn armbandje, dat ik twee dagen eerder voor zeventig frank bij de Ricky kocht, kapotgegaan. De kraaltjes zitten los in mijn pennenzak. Ik kleur ze met alcohol- en fluostift.
Ik haal lintje uit mijn pennenzak en probeer één van de kraaltjes aan het lintje te binden. Dat is moeilijk en vraagt veel concentratie: het lintje is veel te breed voor het kleine gaatje in de kraal. Een paperclip brengt soelaas: ombuigen, lintje vastbinden aan paperclip, paperclip door gaatje et voilà. Ik glimlach tevreden om mijn geslaagde project en omdat er alweer vijftien minuten les voorbij zijn. Ik buig voorover en bind de kraal-met-lintje aan de veter van mijn kicker. I am the King.
Ik spendeer de overgebleven minuten tot aan het belsignaal met het maken van een liedje in mijn hoofd over waterzuivering. “Zuiver je water, dat is goed voor later. En dan houdt die van de video haar tater.”

Good times, I tell you.

Van een ander

Die ochtend in de krantenwinkel.

– Is Liv Laveyne, de gothic-chic van het Vlaamse recensentenlandschap, kort edoch onverdeeld positief over de try-out van lief. Hoezee!
– Pronkt een kleurenfoto van Gentblogt’s eigen Michel bij hetzelfde artikel. Hoezee!
– Blijkt dat ook ervaren recensenten “Schaam” niet zo super vonden. Niet dat ik bevestiging nodig heb van mijn eigen opinie, maar toch: misschien kennen we er *wel* iets van en zijn we niet louter subjectief bezig onze vrienden goed te beoordelen en al de rest slecht. Hoezee!

Driewerf hoezee dus. En dat op een dinsdagochtend.

Van een ander

Alles van waarde.

Lien vraagt in de commentaren of ik echt mijn mosterd voor de tagline van dit weblog niet van de gevel van Trefpunt heb gehaald.

Bij deze: cross my heart, neen.

Ooit, in ver vervlogen tijden, toen de dieren nog konden spreken, heb ik college gelopen aan de Blandijnberg. Germaanse Filologie, heette dat doen en Nederlandse letterkunde was een belangrijke vak. Bovendien was Lucebert een belangrijk dichter. En is het gedicht waaruit deze regel komt één van zijn bekendste. Ik kende het vers dus al een hele tijd.
Ik vond het bijzonder mooi, bovendien. Het stond in mijn cursus aangekruist met een uitroepteken ernaast. Ik schreef het vaak neer en gebruikte het in conversaties. Ik was een beetje een intellectuele trut, in die tijd.
Dat intellectuele is er ondertussen wat uitgegroeid, maar de regel is gebleven: in mijn vorige huis stond “Alles van waarde is weerloos” onderaan mijn badkamerspiegel geschreven, op een zelfgemaakte sticker.
Tot slot werd het vers in kwestie ooit een keer met alcoholstift op mijn buik geschreven terwijl ik lag te slapen, door een vriend in een poëtische bui. Dat was vreemd, toen ik later die ochtend mijn pyjama uitdeed om te douchen en opeens een gedicht bleek te hebben op mijn vel. Zeer grappig, dat wel. Maar ook een beetje vreemd.