Wat ik bijzonder leuk entertainment vind op een vrije weekenddag is mijn lief ergeren met pseudo-wetenschappelijke uitspraken. Zoals deze ochtend: het gesprek ging over hoe kinderen altijd een beetje groter zijn dan ouders en ik poneerde “Aja, dat is daarmee: mensen die klein zijn, die komen uit een struik die al generaties en generaties lang later kinderen maakt dan de gemiddelde mens en daardoor zitten die een beetje achter, generatie- en groeisgewijs. Logisch.” Wat dan volgt is hilarisch: ik weet dat zulk een theorie niet klopt en ik grijns. Hij weet dat ik met zijn voeten rammel maar kruipt toch op zijn paard. Hij begint mijn compleet van de pot gerukte stelling wetenschappelijk te weerleggen en ik breng iedere keer vreemdere argumenten aan om mijn gelijk te staven. En ik zie zijn ergenis groeien met de minuut.
En dan perfect gedoseerd, en op het exact juiste moment, draai ik met mijn ogen en zeg ik: Ja, schatje. Gij gelooft uw theorie en ik de mijne é. Ik vind dat ge daar ook respect voor moet hebben.
Feest. Ik word later paus, ik.