moeilijk

moeilijk

Kruipt keer wat vroeger in uw bedde. Ge zult dan misschien zo ambetant niet zijn.

Iewoew. Vers uit bed deze ochtend en nog maar een halve kop koffie gedronken, en ik had mijn eerste ergernis van de dag al te pakken. Een klein artikeltje in de gazet over De Kinderpuzzel op Eén was daar de aanleiding toe. De titel was namelijk “Goed maar niet goed genoeg” en in het artikel kwam het er eigenlijk op neer dat Bart De Pauw, nu hij een programma maakte voor een andere baas dan gewoonlijk, op zijn minst genialiteit had moeten afleveren. En. Het. Was. Alleen. Maar. Goed.

Kijk, ik voel daar dus spontaan een interne scheldtirade van jewelste door opwellen, door zo’n vuile artikelkes. Die mens heeft de moed gehad om eens iets anders te gaan doen. Die mens maakt een televisieprogramma waarvan de eerste aflevering duidelijk vooral het voorstellen en plaatsen van de personages is. En toch is het ozo noodzakelijk al meteen een label op te kleven “het is toch geen nieuwe Mol, hoor”. En “het is ook niet vernieuwend”. Vernieuwend, amehoela, denk ik dan. En ook wel: oh, boehoe, gaat ergens anders bleiten.

Bart de Pauw heeft dat wat mij betreft deftig gedaan: een ontspannend zondagavondprogramma, met een aantal leuke vondsten en het genot van zijn grappig manspersoon als presentator (het einde met de twee kindjes achter de deur, daar heb ik bijzonder hard om gelachen, bijvoorbeeld): meer hoeft het voor mij niet te zijn.

Kijk zie. Een weblog. Een mening. En het vaste voornemen dringend een keer vroeger te gaan slapen, zodat ik mij minder druk maak in dergelijke pietluttigheden.

moeilijk

Newsletter – maand 5

Lieve Mira

als je ‘s avonds je laatste fles drinkt, dan val je tegen het eind vaak in slaap. Ik draag je dan voorzichtig naar boven, trek je slaapzakje aan en stop je in. En vervolgens hol ik naar beneden, want het is al laat en dan heb ik honger als een leeuw. Vanavond niet echter. Je was een hele dag in de crèche geweest, en toen je in mijn armen in slaap viel, kreeg ik het niet over mijn hart om je al naar bed te brengen. Je hebt nog een uur op mijn schoot gelegen, slapend, terwijl ik naar je keek.

Wat ben je mooi, lieve schat. En wat mis ik je, nu je drie dagen per week wegbent. Begrijp me niet verkeerd: ik geniet van het opnieuw werken, van opnieuw die andere rollen — buiten mama van — op te nemen. Maar wat mis ik je. Ik denk zo’n honderd keer per uur aan je, vraag me voortdurend af hoe het met je gaat, en moet mezelf bedwingen om niet naar Saskia te bellen. Ik doe het niet, want ik ben flink. Maar alleen omdat jij zo flink bent.
In je schrift staat ‘s avonds dan geschreven wat je hebt gegeten (sperzieboontjes! fruitpap met meloen!) en wat je hebt gedaan. Ik moet altijd lachen als ik lees dat je veel gespeeld hebt. En tegelijk steekt het, dat ik er niet bij was.

Hoewel het leven nu drukker is, en hectisch, valt het me op hoe alles zoveel ontspannender is geworden. Ik ken je ondertussen door en door, en ik weet hoe je in elkaar zit. Ik weet wat je leuk vindt, ik kan voorspellen als je het op een huilen gaat zetten. Ik ken allerlei kleine kantjes, en jij bent steeds meer een tevreden baby omdat ik die kennis schaamteloos misbruik. Knellende mutsen zijn no go. Aankleden is leuker als je rechtzit. Kousen uittrekken zorgt voor minstens een kwartier geëntertainde baby die voeten in mond stopt. Een post-it op tafel kleven staat garant voor een tiental minuten frutselplezier. De truukjes die elke mama wel zal hebben, en die waarschijnlijk bij elke baby anders zijn. Het is zo leuk dat ik de jouwe ken.

Je bent vijf maand vandaag, en er is alweer veel veranderd. Niet alleen zorgen er nu ook andere mensen voor je, je bent ook opvallend socialer geworden. Op kerstdag, bijvoorbeeld, ging je lachend van tante-arm naar nonkel-schoot. Ik zat erbij en keek verbaasd toe. Het hysterisch gillen als iemand anders dan ik een vinger naar je uitsteekt is blijkbaar voorbij. Je bent flink. Mijn flinke kleine met een echte tand.

Tanden zeg. Ik dacht dat je daar nog maanden mee zou wachten, want het lijkt me zoiets voor peuters. De eerste tandloze fase van je leven is echter heus voorbij, en je moet nu nog tachtig jaar wachten tot het weer zover is. Zullen we dan meteen ook maar tot die tijd wachten met op mijn vingers te zuigen? Je tand is scherp, namelijk, en we moeten soms streng zijn. Zeker als er bijtwonden van komen.

On a related note: Je nageltjes houd ik superkort, tegenwoordig. Want ook daar kan je serieuze schade mee toebrengen. Vooral omdat je nu constant overal aan wil krabben. Aan de zetel, aan de lakens van je bed, aan het kussen en vooral: aan mijn gezicht. We hebben precies een jong katjen in huis, en het is eentje dat van geen ophouden wil weten.

Want ja, je bent nog steeds bijzonder hardnekkig. Zo heb je een paar dagen geleden ontdekt dat je brrrrrrt kan doen, daarbij een hele hoop speeksel uitspuwend. En je doet dat nu al een paar dagen van bij het ontwaken tot ‘s avonds laat. Ook tijdens het eten van groentenpap. Het is hier nogal lachen de laatste dagen. Lachen, en waskes draaien.

Tot slot nog even dit: je zit net op een grens, merk ik, de laatste week. Je eet nog net niet alles vlot. Je kan nog net niet zelf zitten (één vinger van mij aan je kraagje is genoeg). Je kan nog net niet kruipen. Ik vermoed dus dat de komende maand alweer spannend en overdonderd zal worden. Ik kan nauwelijks wachten, Kleine. Grote. Kleine.

zoen,
je mama

Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4

moeilijk

Frivool ofzo.

Ik heb een talent voor kleine ergernissen, u weet dat ondertussen. Dit weblog heeft er zelfs een speciale rubriek voor. Het is des mensen, troost ik mezelf, als ik me weer eens zit op te fokken over een onbenulligheid.

Zoals. Sinds de restyling van het De Morgen Magazine, dat al jaren een vast ingrediënt is van het weekendontbijt hier ten huize, schreeuwt mijn hoofd op zowat elke bladzijde keihard: WAAROM IN GODSNAAM. En ik kan al niet tegen lawaai, zo vroeg ‘s morgens.

Het zit zo. In magazines en tijdschriften is het behoorlijk courant dat een artikel start met een kapitaal, u weet wel: zo’n letter die groot wordt gedrukt over verschillende regelhoogtes. Ik vind dat proper en als het in een mooi lettertype is, dan maakt het een tekst aantrekkelijker. Het hoeft niet, maar als het er is stoort het geenszins. Wat wel stoort is dat ze bij DMM nu hetzelfde doen met de laatste letter van een artikel. Het spijt me: dat is gewoon onnozel. Niet alleen komt het de leesbaarheid niet ten goede, het ziet er ook niet uit. En het is verwarrend voor mensen die nog niet goed wakker zijn. Waarschijnlijk heeft één of andere graficus op een te lange avond na te veel glazen goedkope wijn de hoofdredacteur kunnen overtuigen dat die kapitaal op het einde een fijne vondst is, en de frivoliteit ten goede komt. En dat het origineel is en geen extra geld kost (aja, want ook het magazine moet besparen, zo leren wij uit de vele publireportages tegenwoordig). Vervloekt, goedkope wijn, want daardoor ben ik nu elke zaterdagochtend helegans opgedraaid van de ergernis.

En jaaaaaa, ik word soms moe van mijn eigen.