reizen

reizen

De vrouw.

De vrouw kijkt me aan en glimlacht. We staan samen aan dezelfde bushalte. Ik krimp in elkaar, denk “Oh neen, daar gaan we weer…” en probeer weg te kruipen in de kraag van mijn winterjas. Ik heb namelijk sinds jaar en dag een vreselijke vloek op me rusten: ik trek geschifte mensen en freaks aan. Als een dreigend zwaard van Damocles hangt deze voorbestemdheid boven mijn hoofd, om dan plots, met een klap (plotsklaps, zo u wil en om mezelf even te bedienen van een flauwe woordspeling) mijn schedel in twee te splijten met eindeloos gebazel en vreemde voorstellen.
Maar bon, ik heb aan de andere kant ook van thuis meegekregen dat vriendelijk en beleefd zijn geen zeer doet, dus ik haal mijn hoofd uit mijn winterjaskraag, knik en glimlach even terug naar de vrouw.

De vrouw ziet in de glimlach duidelijk een verlangen tot conversatie van mijnentwege. Ze kijkt me aan en zegt, luid in mijn richting(zodat negeren geen optiemeer is):“Ik ben aan het genieten van mijn vrijheid.”
(Mensen die mij in het echte leven kennen, zullen nu bevestigen dat ik een behoorlijk sociaal mens ben. Ik kan vlotjes overweg met mensen van allerlei slag en beweeg me met gemak in groepen en andere sociale omgevingen.
Mensen die mij in het echte leven *goed* kennen, zullen nu aan de vorige zin het woord “schijnbaar” toevoegen. Ik kan *schijnbaar* vlotjes met mensen overweg. Ik beweeg me met *schijnbaar* gemak in groepen en andere sociale omgevingen. Ik lijk socialer dan ik ben, want eigenlijk (*i. fluistert nu voorzichtig*) ben ik niet zo bijster gek op mensen. Mensen zijn vreemde wezens die reageren op manieren die ik vaak niet kan voorzien en die rare dingen doen. Yuk. Vies. En ik word daar een beetje bang van. Pas op, mensen die ik ken: alwatgewilt. En in gezelschap van mensen die ik ken nieuwe mensen leren kennen, dat gaat ook best. Maar alleen praten met vreemden: gie-juw. Vreselijk vind ik dat. Dit alles terzijde echter.)
De vrouw zegt dus dat ze van haar vrijheid geniet en ik antwoord aarzelend “Dat is wel dat”. Wat moet een mens daar anders op zeggen?
“Overmorgen moet ik terug binnen in ‘t ziekenhuis. Mijn achtste operatie in twee jaar, juffrouwke”
Ik begin me nu echt oncomfortabel te voelen en wiegel van mijn ene been op het andere, onderwijl in de verte turend of die klote-bus er niet aankomt. Ik ben echter een te grote janet om het vrouwmens gewoon te negeren, dus zeg ik “Oei”. Nu wist ik dat van tevoren niet, maar “oei” staat in kringen van marginale wezens van het vrouwelijke geslacht blijkbaar gelijk met “vertel mij heel uw leven eens” en de madam krijgt dan ook terstond een aanval van emotioneel exhibitionisme. De daarop volgende tien minuten (het lijkt een uur, en het wordt iedere seconde genanter) luister ik naar een monoloog over “een naad over heel mijnen buik”, “mijnen vent die vies zal zijn da’k were van hem nie zal moeten hebben deerste weken”, “mijn kinders die niets anders doen dan uitgaan”, “een depressie zou ge der van krijgen”, “ik ben er grijs van geworden”, “ik heb kleurshampoo gekocht” (haalt busje uit plastiek zakje) en “wat vindt ge dervan, zou het schoon zijn?”.
Er wordt nog veel meer gezegd, dat ik hoor door mijn ongelooflijke fixatie op een punt in de etalage van boekhandel Walry.
En er zou nog veel meer gezegd worden, ware het niet dat de bus (de bus! door God gezonden zeg ik u!) eraan komt. Ik val bijkans over mijn eigen voeten om op te stappen en ga zitten naast een jongeman op een bankje van vier. Tegenover hem zit een man die walmt alsof hij een fles cognac in één geut achterover heeft geslaan.
De vrouw staat een eindje verder en probeert door het gedrum te geraken, tot bij mijn zitplaats. Als ze me bereikt heb ik “Reus” echter al uit mijn tas gehaald en hou ik het boek ostentatief voor mijn gezicht. Nah.

Soms ben ik een slecht mens.

reizen

i. goes public transport.

Wegens een lief met technische repetities in Merelbeke ben ik de hele week autoloos. Gelukkig stopt er een bus aan de school, die tot vlak bij ons huis rijdt. No prob dus: ik doe van openbaar vervoer deze week, dat is meteen ook goed voor de natuur. Vandaag mijn eerste ervaringen gehad met de stadsbus. Was dat even interessant zeg…ik heb zowaar zes dingen in mijn notaboekje gepend waar ik dingetjes over wou schrijven. Op 20 minuten.

Als dat niet om een nieuwe categorie vraagt, dan weet ik het ook niet meer.

reizen

Winterpret.

De vlucht van mijn ouders werd verwacht op Oostende omstreeks 18.35. Om17 h telefoon van mijn tante: er is net op het nieuws gezegd dat de luchthaven van Oostende gesloten is. Bij Jetair verzekeren ze dat alles in orde is, op de luchthaven hebben ze het over “sneeuw aan het ruimen en misschien komt de landingsbaan weer vrij”. Wij dus naar de heimat, want ik had beloofd te koken tegen dat ze thuis waren. Bijna een uur onderweg voor dik tien kilometer.

Om 19.00 nog steeds geen bericht op teletekst over de vlucht. Om 19.10 komt er naast “afgeleid”. Een volgend telefoontje naar de luchthaven vertelt ons dat ze in Luxemburg zijn geland en met een bus worden gebracht. De mama en de papa zijn niet bereikbaar op hun walki talki.
Om 19.30 belt de papa: ze zijn in Keulen geland (Hallo? Luchthaven Oostende? Sinds wanneer ligt Keulen in Luxemburg?) maar er is nog geen verdere informatie.
Om 20.00 belt de papa opnieuw: er zal getankt worden, het vliegtuig moet ontdooid worden en dan vliegen ze naar Zaventem (ook al niet in Luxemburg, neen), want dat is de enige Belgische luchthaven die nog open is. Mijn mama moet pipi doen en dat mag niet als het vliegtuig aan de grond staat en ze mogen er niet af.
Om 21.00 belt de papa opnieuw: ze gaan nu ongeveer vertrekken naar Zaventem. De mama moet nog altijd pipi doen. In Zaventem staan bussen te wachten die hen naar Oostende brengen. En in Oostende staat de taxi van het reisbureau te wachten om hen naar huis te brengen.

Heb ik u al verteld hoe dolletjes ik die sneeuw wel vind?

Update: ze zijn net van het vliegtuig gehaald. In keulen. Oh joy.

reizen

Mwoehaha.

Aan mijn lieve ouders, die op dit eigenste moment terugkeren uit het zonnige Tenerife en die mij de afgelopen week verblijd hebben met telefoontjes à la “Wij gaan dan iets gaan drinken op een terrasje zie” en “Ah, wat ik aan het doen ben? Ik lig aan het zwembad te lezen. Het is wel warm, dertig graden ofzo. En ik denk dat ik een beetje verbrand ben” :

Welkom terug in Vlaanderen! Het is weer is fantastisch en de temperaturen zijn uitstekend. Er is trouwens niets leuker dan af en toe eens slippen met de auto. En ambiance in de stad, ge kunt dat niet geloven. Niets dan lachende gezichten.
Om de pret nog wat te vergroten is zowat de helft van de bevolking verkouden. Dat schept ook een band.
Tof hé, zo terug thuis komen!