Lilith deed eerder deze week een streekgerecht, en ik kreeg spontaan een flashback naar mijn chirojeugd. Niet alleen droeg ik in die tijd standaard een short onder mijn kleed en mijn haar in mijn tanden, wij aten in die tijd dit wel eens op weekend. Ik werd zowaar wat melancholisch van het gedacht alleen al en dus moestmoestmoest ik het vanavond ook maken. Simpel, doch geniaal lekker. U kunt er vast een vegetarische versie van maken ook, maar voorlopig zijn de dagen nog met vlees, dus ik laat dat helemaal aan u over.
We give you: koantjessesse. Gelijk in het meetjesland.
Kook toatn. Of patatten als u niet tussen Zelzate en Eeklo woont. Kuis sla. Kook eitjes zacht.
Maak de saus:
Bak een doos spekjes (gerookt) knapperig in een pan waar u met uw vork in mag schrapen. Niet van dat moderne antikleeftefalgedoe dus, een echte pan. Voeg als de spekjes klaar zijn twee uien in ringen toe, laat glazig worden. Blus met water en een flinke scheut azijn. Schraap het aanbaksel los en roer. Voeg een half blokje groentenbouillon toe, en laat wat inkoken. Eventueel kunt u de saus wat indikken, maar ik ben daar niet zo aan. En mijn maizena was op.
De sla op het bord, patatten erover, eiers in het midden en dan de koantjessesse erover. Als u het chique wilt, kan er nog peterselie overheen, maar voel u zeker niet verplicht. Lekker maat.