projecten

projecten

Van de living en keuken – deel 4: graaf uzelf een kuil.

De titel van de serie is veranderd, aangezien er technisch gezien sprake is van een grote leefruimte, met living én keuken. Maar deel 4 dus, ondertussen.
Deel 1.
Deel 2
Deel 3

We schrijven exact een jaar geleden. Na de Gentse Feesten werd onze hele inboedel verhuisd naar boven en naar mijn bureau, om ruimte te maken voor een volgende fase in het breekt-uw-kot-eens-af-project. Eerst moest al de plaaster van de muur, tot op anderhalve meter, want er zou gecementeerd worden, in een latere fase. Dat cementeren, daar moet een mens opgeleid voor zijn, maar afbreken: dat kunnen wij ook.

Verder kussen we onze beide pollekes voor onze supercoole familie en maten, die zonder morren kubieke meter na kubieke meter kwamen wegscheppen. Want zoals ik het toenertijd al schreef:
Ge denkt 30 cm, dat is niks. Awel. 30 cm, dat is 0,3 meter. Als uw oppervlakte 52 m² is, wil dat zeggen: 15 kubiek zand en steenpuin en vloeren. Met de hand uit te breken en met kruiwagens naar een container te rijden.

En zo hadden wij een kleine week later een gigantische kuil, en 15 kubieke meter minder huis. In de kuil zou de aannemer luttele weken later onder andere beton en isolatie storten. Vooralsog was er vooral sprake van stof.

Hieronder de slide-show, want het zijn nogal wat foto’s om in één keer te plakken. Met commentaar vindt u ze hier.

Een kleine noot echter tot slot: gelieve bij deze, en alle volgende afleveringen, in gedachten te houden dat wij hier altijd blijven wonen zijn, in onze kuil. Nu, een jaar later, weet ik echt niet hoe we dat ook al weer precies hebben klaargespeeld.

Get the flash player here: http://www.adobe.com/flashplayer

projecten

Boekskes.

Vertel het eens, lieve lezers, welke boeken heeft u recentelijk gelezen waar u hoegenaamd geen moeite voor moest doen maar die wel de moeite waren? Ik heb het over het soort boeken dat vlotjes wegleest, niet te veel nadenken vereist en waarbij een pagina gemakkelijk een paar keer kan onderbroken worden zonder de draad kwijt te zijn. Kortom: boeken geschikt om te lezen terwijl er bijvoorbeeld — ik zeg maar wat — een kind aan uw borst hangt.

Roept u maar in de commentaren.

projecten

Knutselwoman.

Soms denk ik dat ik het mezelf onnodig moeilijk maak van tijd tot tijd. We hadden bijvoorbeeld een kastje kunnen kopen van dreamland ofzo, of in de ikea, voor de baby. Maar dat was niet naar de goesting, neent.

En dus ben ik nu al dagen bezig aan en met een kast die we ooit eens hebben gekocht in een huis toen we het gingen bezichtigen (we vinden uw huis niet wijs, meneer, maar wat moet ge hebben voor dat kastje daar?). Een schoon jaren 50-exemplaar. De handvatjes (geen originele en vier verschillende) eraf gevezen en de gaatjes dichtgeplamuurd. Opgeschuurd. Ondertussen bijna volledig gelakt in dezelfde kleurtjes als de muren van de kamer. De helft van de provincie afgereden op zoek naar het kastpapier dat ik in mijn hoofd had voor de binnenkant (rode vichy-ruitjes, dat hebben ze toch overal?). En ik wacht op een pakje uit den Ameriek met de nieuwe handvatjes. Bijna klaar! Bijna!

projecten

Van de living – deel 3: ook de afbreker hij bouwt op.

Deel 1.
Deel 2.

Eens het nieuwe huis een plaats in uw hoofd genesteld heeft, dan begint het afbreken: voor al dat nieuws moet plaats gemaakt worden, dus al dat oude moet eruit.
Het eerste dat eraan moest geloven: een vreselijk grote en ongebruikte schouw, op de plaats waar ondertussen de open keuken staat.

keuken

We hebben wel tegeltjes gered met mosterdtaferelen die erin gemetseld zaten, een deel van de geschiedenis van ons huis. Maar al de rest: weg ermee.

Eerst sterke mannen die de bovenkant afgebroken hebben.
schouw

schouwke

En daarna twee zeer stoffige mensen die de binnenkant te lijf gingen.

power woman

schouw afbreken

Het was het begin van de stoffigste periode van mijn leven.

projecten

Die keer met de kattenprozac.

Mja. Dus. Voor ge het weet geeft ge uw kat twee keer per dag medicamenten tegen de angstaanvallen en maakt ge kleine aanpassingen aan de inrichting van uw huis voor het veiligheidsgevoel van het beest. Dat kan ja, ook als ge nuchtere mensen zijt die niet aan zweverigheid doen. En als het helpt dan kan het mij zelfs niet eens meer schelen dat ge mij zit uit te lachen, daar aan de andere kant van het wereldwijde web. Zelfs niet, neen.

Hoe begint dat allemaal, vraagt u? (voor het volledige verhaal, klik op de linkjes) Vorig jaar hadden we Frank Sinatra, het kattenincident waarbij de vreemde kater bruut onze huiselijkheid binnenstormde en de boel ondersproeide. Kort nadien begon boogie af en toe in huis te plassen. Niet veel, niet dikwijls, niet erg: niks om problematisch te noemen, dus. We straften hem, hij mokte een paar uur, we ruimden de rommel op en daarmee was de kous af.

Toen kwam de verbouwing, en de daarbij horende onrust: het hele huis werd opengegooid en de kat had daar duidelijk een beetje last van. Toen alles weer dicht was gemaakt bleek hij toch wel zeer frequent in huis te plassen, altijd als wij er niet bij waren. Vreselijk vervelend, en we straften hem consequent. Maar dat hielp niks en steeds minder. En wij vonden dat steeds minder aangenaam, vooral omdat het dus –inderdaad– niks leek te helpen.
Na enige lectuur over het onderwerp bleek straffen trouwens niet de oplossing, omdat katten straf achteraf niet meer met de actie associëren maar met degene die straft. We zijn daar dan maar mee gestopt.

En toen kwam de nieuwe zwarte kater, die op zijn beurt brutaal probeert het huis binnen te komen en overal op de koer sproeit. En toen kreeg Boogie overal kale plekken van het likken: eerst op de buik (dierenarts zei: hormonaal), sinds een paar weken ook op zijn poten.
En toen deed hij dat rare gedoe met ‘s ochtends paniekerig miauwen. En toen deed hij dat deze week nog eens en werd de situatie steeds erger.

Op zo’n moment hebt ge twee keuzes: ge brengt het beestje naar het asiel en neemt een andere kat. Of ge probeert of er iets aan te doen is, aan het hele probleem. Wij zijn niet zo’n opgevers van aard, en de keuze was snel gemaakt. Dus kwam er een dierenarts langs die gespecialiseerd is in kattengedrag. Gisterenmiddag hebben we de hele situatie met haar in beeld gebracht (waar plast hij, wanneer, wat gebeurt er precies?) en heeft ze de kat een hele tijd geobserveerd. Om dan tot conclusies te komen die heel erg logisch klinken: over territorium en onveiligheid, onrust en angst. En over vicieuze cirkels waar Boogie dus blijkbaar zelf niet meer uitgeraakt. Het likken en haar afbijten is zelfverminking, bijvoorbeeld. Vandaar dat hormonen niks helpen, trouwens

Alleszins: Boogie heeft medicatie voorgeschreven gekregen. En we zorgen voor iets meer beschutting in ons huis waarvan de achtergevel helemaal glas is. En we gaan proberen om de scheefgegroeide situatie recht te trekken. Met een kattenpsycholoog inderdaad. Stopt met lachen, zeg ik u.