projecten

eten projecten

Die met de haloumi. #dzv2012

Het wonder is geschied: dagen zonder vlees 2012 is begonnen, en na 12h zijn we nog altijd niet flauwgevallen van de voedingstekorten. Dat was wat mij het meest verbaasde, trouwens, dat het lief op facebook zei dat we zouden deelnemen, en dat er meteen in de commentaren werd geroepen over “Succes met uw ijzertekort!” en “Zo onverantwoord”. Ongeveer de helft van de mensen die wij kennen eten nochtans vegetarisch, en die zien er allemaal redelijk gezond uit, op een doorsnee dag.
Geen vooroordelen alhier dus, alleen eten wij van tijd tot tijd al graag eens een stukske vlees. En de dochter, die zou zich zieketen in all things gekapt. Normaal eten we zo’n vijf keer per week dier, waarvan minstens twee keer waterdier. Ouders aan zee will do that to you. Maar de komende 40 dagen gaan we die frequentie dus naar beneden halen: geen vlees is het idee, maar ik permitteer mijn gezin wel zowat één keer per week een viske, heb ik beslist.

Dat wij omringd zijn door geenbeesteneters zorgt ervoor dat we wel het één en ander kennen van dat geenbeesteneten. Zoals haloumi. Kent u haloumi? Man, dat is lekker. Een vaste, zoute kaas die u kunt bakken in de pan. Verkrijgbaar bij uw lokale wereldse winkel of gewoon in de Delhaize. Heerlijk, en op zijn best met iets fris erbij geserveerd. Zoals hieronder: een lauwe couscoussalade met courgette, venkel, aubergine, hazelnoten en een dressing van limoen, bladpeterselie en koriander. Ik heb gescoord zonder vlees op dag één. En we zijn nog maar begonnen.

Met haloumi! #dzv2012

projecten

Ik heb ook niks gezegd.

Ik heb ook niks gezegd, ik. Maar misschien las u hier al, in de renaissance van de blogosfeer. Toen bloggen de eerste keer hip was geworden. Daarna zou het nog een paar keer in en weer uit zijn, en weer in en weer uit, en elke keer zuchtten wij die al meegaan sinds de nederzettingentijd een beetje, en we schreven nog een stukske. Maar misschien las u hier dus al, in 2008. Dan weet u vast meteen wat ik niet zeg. Dat van dat roze, en overweldigend veel leute, zo wijven onder elkaar.

Voor al de rest, u die geen idee heeft waarover het gaat: zet een groot roze kruis in uw agenda van 12 tot en met 18 maart. Zelfs als u een piemel heeft, ja, want wijven zijn niet discriminerend. Wij staan open voor andersdenkenden, anderstaligen en andersgeslachtigen.
Enfin. Het komt dus echt. De Editie 2012. We hebben een hashtag, hipperds dat we zijn, nieuwe tagline, we zijn bezig met de dagthema’s en ons mannelijk werkpaard knutselt aan techniek, lay-out en logo. Ondertussen lakken wij onze nagels. Ook belangrijk.

Als u op de hoogte wilt gehouden worden, emailsgewijs: laat een commentaar achter. Met een bestand emailadres. Ja, het is tegen u, hdbfgdshvdsd@htdvchs.org.

eten regiolect

Aaah, chiroweekenden.

Lilith deed eerder deze week een streekgerecht, en ik kreeg spontaan een flashback naar mijn chirojeugd. Niet alleen droeg ik in die tijd standaard een short onder mijn kleed en mijn haar in mijn tanden, wij aten in die tijd dit wel eens op weekend. Ik werd zowaar wat melancholisch van het gedacht alleen al en dus moestmoestmoest ik het vanavond ook maken. Simpel, doch geniaal lekker. U kunt er vast een vegetarische versie van maken ook, maar voorlopig zijn de dagen nog met vlees, dus ik laat dat helemaal aan u over.

We give you: koantjessesse. Gelijk in het meetjesland.

Koantjessesse.

Kook toatn. Of patatten als u niet tussen Zelzate en Eeklo woont. Kuis sla. Kook eitjes zacht.
Maak de saus:
Bak een doos spekjes (gerookt) knapperig in een pan waar u met uw vork in mag schrapen. Niet van dat moderne antikleeftefalgedoe dus, een echte pan. Voeg als de spekjes klaar zijn twee uien in ringen toe, laat glazig worden. Blus met water en een flinke scheut azijn. Schraap het aanbaksel los en roer. Voeg een half blokje groentenbouillon toe, en laat wat inkoken. Eventueel kunt u de saus wat indikken, maar ik ben daar niet zo aan. En mijn maizena was op.

De sla op het bord, patatten erover, eiers in het midden en dan de koantjessesse erover. Als u het chique wilt, kan er nog peterselie overheen, maar voel u zeker niet verplicht. Lekker maat.

projecten

Grote meiskes krijgen een grote kamer.

Er zal mij niemand verwijten dat ik een rappe ben. Een uitsteller, ja, en hopeloos lui. Maar ik ben ook geduldig. Al van lang voor er sprake was van een zwangerschap verzamel ik spullen voor de kamer van mijn kind. Sinds ze er is, is die verzameldrang alleen maar toegenomen. Ik ben daar zorgvuldig in. Alles moet kloppen. En ik heb geduld, dus
Deze week hebben we de dochter haar grotemeiskesbed eindelijk gezet, en toen hebben we meteen alles afgewerkt. Voor mij was het als puzzelstukjes die eindelijk in elkaar vielen, en zij vindt het fantastisch. Zowat elk meubelke heeft zijn eigen verhaal, en ik heb dat graag zo. Om het eens zweverig te zeggen: de dingen moeten een ziel hebben. Want dat leeft, een ziel. Content dat we zijn hier thuis. Niet in het minst omdat de kleine de eerste twee nachten (a) heeft doorgeslapen en (b) niet uit haar bed is gevallen.

Eerst de voor, natuurlijk. Het kleine bed, het nauwelijks aangeklede kamerke. De na vindt u na de break.

De voor.
(more…)

kinderspam projecten

Potjes. For real.

*moederkespost, mensen. u bent verwittigd.*

Er u een gedacht van maken, zo heet dat geloof ik.

Ze zit op haar pot, met naast haar een hondjeslamp die twee weken geleden nog een kerstpakske was, maar nu gewoon een hondjeslamp is. Ze bladert in een boek en ik hoor haar mompelen tegen de kikker in het boek dat ze een sticker gaat plakken, en misschien een snoep krijgt.

Drie minuten later ruikt de woonkamer naar toilet, maar dat is niet erg. Ik prijs en loof, ik geef stickers aan — één voor de number one, één voor de number two — en we ontdekken samen dat die laatste goed is voor een snoep. We tellen hoeveel hokjes er nog zijn voor het eerste cadeautje. Ik ben fier.

potjesproject.

Fier op haar, maar ook op mezelf, omdat het leven met een peuter die — ik wik, ik weeg, ik besluit tot eufemisme — de wereld al eens om haar vinger durft te draaien, soms dat soort creativiteit vereist waarvan ik niet wist dat ik het in me had.

Maanden geleden was ze goed bezig, met dat potjesgedoe. Al maanden doet ze plasjes en de rest op potten. Als het haar uitkomt. Lees: als ze niet te lui of te humeurig is, of te veel bezig met spelen. En als ze het gemak van een pamper en de bijhorende pampering door ons even vergeet.

Voor de wintervakantie deed ze vier dagen zonder luier, op de babyfabriek. Jammer genoeg plaste ze wel in haar broek in de auto naar huis, maar dat zijn details. Vuile details met veel opkuiswerk, maar toch: details.

In de vakantie slabakte het plots, bij haar en eerlijkheidshalve ook bij ons: zij wilde niet meer, ik wilde haar niet forceren (ja, ik ben soms een hippie, kweet), er waren veel uitstappen en daar komt onze gemakzucht dan wat boven. Zo’n pamper is in deze fase net iets minder organisatie dan natte broeken. Sew me.

Sinds deze week is er echter een duidelijke terugval in haar hoofd. Ze vertelt zo’n tien keer per dag dat ze klein is. Een klein meisje. Een baby. Ze wil niet groot zijn. Her words.
In de creche weigerde ze resoluut de pot en vroeg uitdrukkelijk om een pamper, om dan tien minuten later te zeggen “ik heb kaka gedaan, nu moet ik een verse pamper”. S. zegt dat ze eigenlijk gewoon zindelijk is, maar dat de juffrouw merkt dat pampers gemakkelijker zijn en dat ze extra aandacht krijgt op die manier. En aandacht: a good thing, ge kent dat wel. Did you meet my boyfriend?

Enfin. Op weg naar huis gisteren heb ik er mij een gedacht van gemaakt. De pamper blijft uit overdag, vanaf nu. Altijd. En kijk: het staat op het internet, dus het is zekers waar.

In de living hebben de dochter en ik een toilethoekje ingericht. Met een lamp, boeken, een pot en een spaarkaart die we gisteren samen zelf hebben gemaakt. Deze ochtend heeft ze het systeem uitgebreid uitgelegd aan haar vader, dus we zijn hier allemaal helegans mee met het concept.

En blinken dat ze doet, momenteel. Ze heeft vandaag nog niet naar een pamper gevraagd, en de pot is haar vriend. Hopelijk kunnen we binnen een paar weken de baby-fase echt afsluiten.

Overdag, that is, aan de nacht ga ik voorlopig nog niet denken. Ik ben voorlopig te gehecht aan mijn nachten om beddengoed te verversen.