projecten

projecten

#wijvenweek. Ik zal anders eens mijn eigen complimenteren. Dikke duim, i., dikke duim.

Fier ben ik op mijn kind, dat springt en vliegt en lief en beleefd is. En mooi. Ze is bloedmooi. Ze spaart kuren voor intieme kring en is buitenshuis altijd op haar beste gedrag, zodat ik ongeneerd trots kan zijn. Ik laaf mij aan complimenten, en ik krijg er die fijner zijn dan ik ze ooit zelf had kunnen bedenken. Dat ze altijd zo onversaagd gelukkig is. Dat ze zo vol in het leven staat, precies. Ik had niks meer kunnen wensen.

Fier ben ik op mijn lief, die springt en vliegt en de mooiste dingen maakt. Kasten, tekeningen, liedjes, en dingen die de mensen laten lachen. Ik laaf mij aan applaus en gelach, terwijl hij grijnst en buigt. Het is zalf voor de soms lange weekendavonden alleen.

Fier ben ik op mijn familie, die het onmogelijke kunnen, en altijd met hun hoofd omhoog verderdoen. Op mijn vrienden, die slim zijn en grappig en mooi. En zo vlot dat ik oprecht onder de indruk ben, somtijds.

Maar het ging over mijn eigen zeker? Eigen stoef, eigen lof vandaag. Welaan dan.

Ik, ik ben de dapperste van allemaal. U gelooft mij misschien niet, maar ik ben echt keihard een durver.

Hier op mijn blog, maar ook in het echte leven. Ik ben moedig en ik durf en ik ben daar vreselijk fier op. Omdat het niet vanzelf komt, en ik vaak het liefst in een bolletje zacht neuriënd heen en weer wil zitten wiegen in plaats van de dingen te doen die ik doe. Ik doe ze toch, omdat ik weet hoe cool het uiteindelijk altijd is. Dat helpt.

Ik durf mijn ogen te sluiten, diep adem te halen en te springen, zonder te weten waar ik uitkom. Ik durf de consequenties bewust niet te overdenken.
Als ik zin heb om ergens over te schrijven, dan doe ik dat. Ook als ik weet dat mensen mij vuile mails gaan sturen. Toen Het Project startte, en ook nu weer met de #wijvenweek, toen wist ik dat er kak zou komen en dat die op mijn hoofd zou gemikt worden. Maar ik sluit mijn ogen, en ik spring.

Ik ben het soort vrouw dat de zogenaamd ideale job (veel verlof, veel zekerheid, niet hard werken) achter zich laat omdat ze niet zo content meer is. Zonder aarzeling en met veel bravoure.

Ik ben het soort vrouw dat op reis gaat naar een ver continent, alleen met een vriend van een vriend die ze eigenlijk niet kent. Wekenlang.

Ik ben het soort vrouw dat tegen haar lief zegt: weet ge wat, stopt anders met die vaste job in het onderwijs en probeer dat artiestengedoe eens, want zo halfenhalf, dat wordt nooit wat. Doe maar zoetje, we redden het wel.

Ik ben dapper en moedig. En fier dat ik dan ben eens ik gedurfd heb. Ge moet het ook eens proberen.

projecten

#wijvenweek. Waar ik nooit over zou schrijven.

(…)
“Ge moet niet zo met uw ogen rollen. Ik zeg dat toch alleen maar omdat ik weet dat het anders niet gebeurt.”

Hij kijkt verontwaardigd.

“Ja. Het is toch waar zeker. Als ik niet zeg wat er moet gedaan worden dan zit ge een hele dag met uw muziek te prutsen. Of weetwat? Photoshopt nog een beetje.”

Het zal gaan hé, juffrouw.

“Oh jong. Het is al goed. Ik zal het morgenavond *zelf* wel doen. Als ik thuiskom van een hele dag stagebezoeken en daarna *uw* kind heb gevoederd, in bad heb gedaan en in bed heb gestoken. Want het is niet alsof ik iets beters te doen heb. Ik heb toch geen leven, want gij zijt altijd gaan optreden, en ik zit hier toch maar elke avond alleen. Tsssjjj.

Soms ben ik niet fier op mijn eigen, neen. Als ik moe ben, als mijn hoofd pijn doet, ik opgedraaid ben na een hele dag hollen en lopen en mijn huis dan ook nog een puinhoop is, dan zoek ik ruzie met mijn lief. Echt zoeken.

Ik zeg dan dingen waarvan ik weet dat ze hem raken. Dingen die ik niet meen, maar die ik toch zeg. For the sake of argument. Dat hij niet genoeg doet in huis (wat niet waar is, hij doet alles wat hem gevraagd wordt en soms zelfs meer), dat hij zijn tijd verdoet met nutteloze zaken (terwijl dat zijn job is, en bezig zijn met andere dingen de snelste weg is naar goede ideeën en ik dat weet en begrijp), dat hij mij te vaak alleen laat (terwijl ik dat eigenlijk wel fijn vind, die ruimte voor mezelf, en dat het altijd extra leuk is als hij dan toch een avond hier is).

Ik zoek ruzie. Ongegeneerd en expliciet. En als hij zich kwaad maakt dan begin ik te grienen dat hij zo grof niet moet zijn.

En dan zegt hij: “maar schaap, toch” en pakt mij eens vast. Misschien dat ik volgende keer gewoon vraag om dat vastpakken, het zou ons allebei een hoop ellende besparen.

Ha, u dacht vast dat het hier altijd koekenbak en maneschijn is. Maar vandaag is de dag we voor wijvenweek bloggen over iets dat we normaal gezien verzwijgen.

projecten

#wijvenweek. De droom.

Ik heb nooit meer gedroomd en nooit harder verlangd dan toen ik een kind wilde. Op een dag was het daar, de wens, zomaar, uit het niets. Van bij het eerste moment allesoverheersend en geen ruimte voor twijfel latend. Met dank aan mijn biologische klok en vreselijk schattig grut in mijn omgeving. Mijn leven zou vanaf dat moment nooit meer hetzelfde zijn.

Toen het fout liep, was er even stompe pijn. Daarna vooral in kwellende wanhoop gedrenkt verlangen. Alleen nog dat. Gekmakend gehunker. De rest van de wereld, van het leven, kon me gestolen worden in die dagen. Ik heb nooit iets harder gewild. Ik heb nooit zo intens over iets gedroomd als toen over een positieve test. Daarna nooit zo hard naar iets gesmacht als naar de eerste stampjes, als bevestiging dat ze het fijn had, daar binnen, net naast mijn hart.

Ik heb nooit een grotere droom gehad dan haar vasthouden, vers op de wereld. Zien dat ze ok was. Voelen dat ze mij zou kennen zoals ik haar.

Als ik nu denk over de dromen en de verlangens die ik nu heb, dan lijken ze klein, haast onbestaand. Omdat het grote vervuld is, en ik met mijn ogen dicht nog kan voelen hoe hard dat jaar er heeft ingehakt.

projecten

#wijvenweek. Ik had dan eens geen mening. Had.

Een mening. Ik heb er te veel, schijnt. Met dank aan mijn felle muil en een hoog inlevingsvermogen. Aan een flinke dosis misantropie en de drang heel kwaad of heel triest te worden als ik ergens door geraakt word. En dan wordt het op tafel gegooid. Hier, of desgewenst op de hoek van de straat als u me tegenkomt.

Het is het gruis van de steen die bij momenten in mijn maag zit en zo komt dat er dan uit. Ik kan dat niet tegenhouden en ik wil dat ook niet. Dus als u meningen wilt vandaag, en u frequenteert mijn virtueel erf niet buiten wijvenweek: klik in het rond en u vindt ze. Oppervlakkig verborgen tussen posts over mijn dochter en wat ik heb gekookt.
Vandaag doe ik geen mening, daarom. Want dit is geen masker dat ik moet afzetten.

Of misschien toch. Dit.

Want het moet gezegd: het was met enige verwondering en crescendo gaande “mo zeh” dat ik de lijst suggesties bekeek die u ons doorstuurde toen we vroegen:”hé, wijven, wat wilt ge graag eens als dagthema?”.
Opvallend veel ernstige dingen stonden daartussen. Maatschappelijk relevante thema’s, ideeën, politiek zelfs. Meningen quoi, u heeft ze blijkbaar en u kan ze niet kwijt.

En ik was verbaasd, ja, want ik weet niet of u dat beseft, maar u hebt dus een blog. En daarop kunt u alles kwijt wat u maar wilt. Niet alleen dingen over de kinders, of over de dingen die u maakt (twee dingen die ik overigens heel graag lees, versta mij niet verkeerd). Maar ook dingen die u denkt, dingen die u voelt, dingen waar u zich druk om maakt.
En dat kan ook als het geen wijvenweek is. Ik kan het u garanderen: het doet deugd, uw gedacht zeggen.
En we moeten daar bovendien eerlijk in zijn: de wereld is finaal om zeep als we geen mening meer hebben. Als we ons niet af en toe eens kwaad maken. Als we gewoon onze schouders ophalen en in onze cocon verder leven.

En dan hebben we het nog niet eens op de impact die dat zou hebben op het maatschappelijke beeld van de vrouw. Sterke vrouwen die geen schrik hebben al eens een scheen te raken, midden in het proces van het geweten schoppen. Dat hoort thuis in mijn droombeeld van een fijne wereld vol betrokken mensen die met elkaar in gesprek durven gaan, met open vizier. Mijn hoogstpersoonlijk utopia.

Dus dat is mijn mening van vandaag. Dat u allemaal ook meer meningen zou moeten schrijven, als deze week voorbij is. Ik ga ze lezen, want de passie van een ander is brandstof voor mijn gemoed.

*Weeral een disclaimer. Ik heb dit gisteren al geschreven, voor het busongeval en de stroom wijvenwekers die het om die reden niet doen vandaag, een mening schrijven. Ik heb daar respect voor, maar we houden het te goed hé, dames?*

projecten

#wijvenweek. En ondertussen wel dzv doen om haar ecologische voetafdruk te verkleinen, jawel.

Ja, het kan eigenlijk moeilijk anders, hoor ik mezelf zeggen. Ik moet haar in Drongen ophalen in de creche en die sluit om 18h en dat is een behoorlijk eind en met de fiets geraak ik er niet op tijd. En als het regent is acht kilometer best ver. Ze is nog klein, weetwel.
Ik nip van mijn koffie en glimlach alsof ik het zelf geloof.
Bovendien heb ik altijd veel materiaal mee. Computers en mappen met taken enzo.

Vooral een usb-stick, denk ik er in stilte bij. En één keer per week wat papieren die zelfs in mijn handtas passen. In mijn hoofd rol ik keihard met mijn ogen.

Na de paasvakantie gaat ze naar school, en dan kan het wel, zeg ik. Ik kijk er zelfs naar uit, zeg ik.

Mijn collega knikt begrijpend. Ik heb een punt. Ik wil wel, maar het is gewoon praktisch niet mogelijk.

Mijn werk ligt op 3,8 km van mijn huis. Waarvan 2 km langs het mooiste fietspad van de stad. En ik ga elke dag met de auto. Omdat ik te lui ben om te fietsen.

Wijvenweek gaat vandaag over kleine kantjes.