projecten

projecten

Kleuters bezighouden.

En OHMYGAWDHETREGENTNOGALTIJD.

Sommigen onder u hebben dat al gedacht, de laatste week, ik weet dat. Ik weet dat omdat ik het ook heb gedacht, vlak voor ik de Mini toch maar haar kap opzette en de fiets buitenzeulde. Dat was trouwens vlak nadat ze voor de 104e keer die dag zei: “Kommamawegaanmetdefietsrijdenkommamawegaanmetdefietsrijden”.
Dat rotweer heeft ook voordelen, natuurlijk. Het is een uitstekend moment om eens verder te doen met de kleuterhandleiding-op-verzoek hier op kerygma: Deel 2! Hoe houdt u kinderen bezig? (zie ook deel 1 voor de meer wetenschappelijk onderbouwde literatuur).

Een opsomming, dat wordt het, een lijstje van hoe wij het hier doen. Kan zijn dat dit voor u of uw kind totaal niet werkt, natuurlijk, want u bent mij niet en uw kind is mijn kind niet. En euhm ja. Ik ben soms angstaanjagend georganiseerd, ik ben mij daarvan bewust. Mensen die mij voor de rest heel graag zien, lachen mij daar keihard mee uit. (Ja, ik kijk naar u, moeder en vader. En naar u, lief.) Ik laat ze, want mijn kind is over het algemeen best handelbaar, en ik ben zelden wanhopig tijdens regenachtige vakantiedagen. Dus het moet zijn dat het werkt, nietwaar.

1. Laat de verveling toe, maar wees op uw hoede. De eerste, en meteen de moeilijkste. Tricky one, deze. Want kinderen kunnen zich goed vervelen, en verveling is goed voor de creativiteit, dat is bewezen door mensen met veel verstand. Dus u kunt gerust verderlezen in uw boek, of tijd zoek maken op het internet, en de situatie een beetje zijn beloop laten gaan. U bent dan pedagogisch zeer sterk bezig, zelfs.
Maar hou het allemaal goed in de gaten, en wees op uw hoede. Niet alleen als het plots heel stil wordt (ze doen iets wat niet mag, gevaarlijk is of ervoor zorgt dat u uw living moet herschilderen. Indien pech: een combinatie van de drie) maar ook algemeen. Want op een bepaald moment is de verveling onomkeerbaar en worden ze baldadig, en dan breken ze de boel af. Een kind met een slecht humeur: dat kunnen we allemaal missen tijdens onze altijd te korte vakentie, dus net voor dat moment er is moet u ingrijpen. Wanneer dat moment er is: niemand weet het precies, trial en error. Een beetje zoals het ouderschap, dus. Ik doe meestal, als ik zie dat ze zich te erg verveelt, een suggestie, en laat haar dan verderspelen. Wil jij misschien met de blokken spelen? Heb je misschien zin om te knippen? Wil je graag een beetje in het bureau spelen? Vaak doet ze dat dan, en doet daar haar eigen ding mee. Het grootste deel van onze dagen thuis wordt op deze manier gevuld. De rest volgens de punten hieronder.

2. Het nuttigheidsprincipe. Kinders helpen graag, of doen graag wat zij onder helpen verstaan. Er is een theorie dat een kind zich een volwaardig lid van een stam moet voelen en dat zulks alleen kan als ze het gevoel hebben dat ze ook een bijdrage leveren aan het algemeen welzijn van de stam. Ik weet niet of het klopt, maar het klinkt wel mooi, en mijn persoonlijke Mini doet niks liever dan helpen.
Ze kunnen veel meer dan u denkt, eigenlijk. De vaatwas leeghalen en de tafel dekken: perfect voor de driejarige. Stof afdoen, tafel afkuisen, vegen: idem. Groenten wassen: kan al vanaf ze kunnen staan op een stoeltje. Koken: idem. Niet dat ik haar met hete ovenschotels en oestermessen laat jongleren, natuurlijk, maar kleuters zijn uitstekende souschefs, als ge ze een beetje stuurt. De dingen die de kleuter hier doet bij het koken: de schil van de ajuinen en look halen, de papierkes van bouillonblokjes afhalen, alles wat met een schaar kan gesneden worden knippen, alles met water/spoelen/wassen. Dingen aangeven en zoeken in de frigo. Roeren.
Hou er bij het nuttigheidsprincipe rekening mee dat u de eerste keren achteraf nogal wat opkuiswerk heeft. Maar dat wordt beter, als ze het wat gewoon zijn. En denk aan hoeveel deugd u daarvan gaat hebben, later, als u hen nu leert koken. Langetermijndenken, peoples.

Over langetermijndenken gesproken. Ik moet een beetje naar Modern Family kijken nu, dus morgen het vervolg!

projecten

Over kleuters lezen.

In de commentaren op een vorige post waren er verschillende mensen die vroegen om eens iets te schrijven over kleuters. Voornamelijk over ze bezighouden, en over omgaan met, zo was de suggestie. Want ik had daar ergens geponeerd dat dat zo’n een beetje mijn business was. Dat is ook zo, in principe, maar we gaan daar eerlijk in zijn: ook hier gaat dat allemaal zo vlot niet als ik zou willen. Ik ben wat betreft kleuters een beetje gelijk die externe consultants die op uw werk in- en uitlopen: de ene keer klinkt het allemaal best logisch, de andere keer denkt ge “wat staat die snotter in zijn lichtblauw hemdje hier in godsnaam te doen alsof hij mijn job begrijpt.” Alleen heb ik geen blauw hemd maar een pyjama met vlekken van kleuterchocoladehandjes, en betaalt ge geen honderden euro’s elke keer ik met mijn ogen rol. En ik heb ook geen bedrijfswagen. Enfin, eigenlijk ben ik totaal niet gelijk een consultant. *opgeluchte zucht bij ons allemaal*

Pointless ramblings aside: mijn leven is verre van perfect, mijn opvoeding is dat nog minder, mijn kleuterexemplaar is niet het meest meegaande, en ik ben niet de meest geduldige moeder bij momenten. Om maar een paar mankementen te noemen. Maar omdat het gevraagd werd, zal ik eens een paar dingen schrijven. Want zo gaat dat op kerygma: u vraagt, wij draaien schrijven.

Er was iemand die naar boeken vroeg, over opvoeding. Wel. Eigenlijk geloof ik daar niet zo in. Opvoedingsboeken hebben namelijk de vreselijke gewoonte om goed of af te keuren. En er zijn maar twee opties als ge ze leest: ofwel doet ge alles verkeerd volgens het boek, en dan voelt ge u een loser. Ofwel doet ge alles juist volgens het boek, en snapt ge niet waarom het bij u dan toch dramatisch wordt bij momenten. En voelt ge u een loser. Terwijl dat regel 1 is: het is overal dramatisch bij momenten en we zijn eigenlijk allemaal losers.

Dit gezegd zijnde, bestaan er maar twee soorten boeken over kinderen die nuttig zijn, volgens mij. Ten eerste is een goed boek over ontwikkelingspsychologie echt heel boeiend. Kohnstamm bijvoorbeeld, vind ik heel vlot leesbaar en goed. Ze heeft een boek over het jonge kind (0-7 jaar) dat u zal vullen met inzichten over uw inhuizig grut. Want daar gaat het eigenlijk over: hoe beter je begrijpt hoe het hoofd van een kind werkt, hoe makkelijker je zelf eigen beslissingen kan nemen. Niks geen elkaar tegensprekende opvoedingsboeken meer nodig, dan. Alleen uw eigen oordeel, en dat hebt ge altijd bij de hand.

Een tweede soort boek waar ik het wel voor heb zijn boeken die mij laten nadenken over het leven in het algemeen, en hoe ik naar mijn kind kijk in het bijzonder. Soms gaat dat niet eens over kinderen, maar over eten, zoals Dorien haar boek. Soms heel expliciet wel, zoals Identiteit, het laatste boek van Paul Verhaeghe. Twee aanraders, als voedsel voor het moederhoofd.

Uw eigen suggesties mogen vanzelfsprekend in de commentaren! Graag, zelfs.

projecten

Hof.

Dit huis zit zo diep onder mijn vel, ondertussen, u heeft daar geen gedacht van. Ik zie ons nog altijd staan, hier in de living, duizelig wordend van de psychedelische vloer en de hand schuddend van een gladde immo-man. Zes uur nadat we het voor het eerst hadden gezien. Onze ouders met krop in de keel erbij, wij een beetje onwennig en vooral overrompeld.

Het was liefde op het eerste gezicht, maar met voorbehoud. Er waren evenveel dingen mooi als lelijk aan het huis. En het had geen tuin. Nu, ruim vijf jaar later, kunnen we eindelijk zeggen dat alles hier mooi is. Nog niet afgewerkt, en vaak maagdelijk wit en niet gedecoreerd. Maar wel mooi. We hebben daar keihard aan gewerkt. Wij, onze ouders, andere mensen. Veel voor gespaard. Veel centen aan uitgegeven. Maar content, gasten, content.

Maar dan. De “En het had geen tuin”.

Dit was vorige zomer.

Day 66 - er zijn slechter plaatsen om de avond te zien vallen

Dit is nu.

goeiemorgen, tuin!

Zoals alles bij ons: er is nog veel werk aan, maar we geraken er wel. En content man, content.

projecten

Grmpf.

Regel 1 van de doe-het-zelver: alles duurt altijd langer dan verwacht.
Regel 2 van de doe-het-zelver: negeer steeds regel 1, want anders hebt ge nooit de moed om aan iets te beginnen.

Wacht. Ik leg het uit.
Vorige week donderdag besliste ik dat we van de laatste vrije middagen en de laatste droge nazomerdagen misschien gebruik konden maken om efkes het raam van mijn bureau te herschilderen. Want ik had toch lak over van de ramen boven, en het was behoorlijk dringend aan het worden. Afbladderen is niet het gedrag dat ik van mijn kozijnen verwacht, want de volgende fase is raam kapot en nieuwe ramen, dat zit er niet in, zo verbouwingsbudgetgewijs. Geen nood: ik zou dat wel eens regelen op een halve dag. Maximum twee halve dagen.

Ha.
Ha HA.
OVERMOED.

Deel 1. Vrijdagochtend bracht ik de dochter naar school, en reed vervolgens door naar de gamma, voor primer en bijhorende borstels. Aangezien ik daar nu toch was, zocht ik ook efkes naar producten om de kelder waterdicht te maken, en passant de klussende mansmensen met verstomming slaand met mijn technisch jargon. Newsflash: het is niet omdat ge hakken van 11 cm draagt dat ge niet weet hoe sneldrogend cement werkt, heren. En trek uw broek op, het is niet omdat ge in een doe-het-zelf-zaak loopt dat ik wil weten waar de lijn van uw zwembroek zich bevond, deze zomer op het strand in Spanje.

De gamma hier in Gent heeft legendarisch trage kassadames, dus was ik om half elf terug thuis. Een korte inspectie van het raam leerde dat we beter de oude verf eraf konden halen. Om elf uur had ik al mijn materiaal (verfbrander, schuurmachine, ladder, schuurpapier, verlengkabel) en vuile kleren aan. Al een geluk dat wij hier thuis uitgerust zijn met Makita’s en co van allerhande variëteiten, en dat we ondertussen al enige ervaring hebben op het verbouwfront. Al bij al ging het materiaal verzamelen dus verbazend vlot. Lees: ik weet dat we het ergens hebben, dus ofwel ligt het in de kelder-chaos, ofwel in de zolder-chaos. Go!
Gedurende anderhalf uur deden wij vervolgens van afbranden en afschuren, en merkten dat het hele gedoe iets langer zou duren dan voorzien. No shit, Sherlock.

Enfin. We moesten na de middag naar de school van de dochter, en daarna naar brussel: douche, boterham schrokken en staking van de werken toen we eigenlijk nog maar goed in gang waren.

Deel twee. Zaterdag. De Mini weigerde een middagdut te doen, dus veel doorwerken zat er niet in. Rond vier uur haar dan toch meegenomen en met krijt laten kliederen op het trottoir. Ikzelf één oog op de verfbrander en het steekmes, één oog op de dochter en het verkeer. Na een half uur de vaderlijke auto voor de deur geparkeerd, als buffer, en de mini voorzien van emmer en dweil. Als u mijn lief ziet rijden, en u vraagt zich af waarom de ene kant van de Fiat vuil is, en de andere proper met strepen: ze moest op het voetpad blijven. Na anderhalf uur: staking van de werken wegens dochter verveeld.

Deel drie. Zondag. Tijdens de middagdut, om twee uur ‘s middags op de zuidkant, wat met de verfbrander staan klooien. Vervolgens staking van de werken om naar plage tatoeage te trekken wegens oververhit.

Deel vier. Maandag. Dochter naar school, vuile kleren aan en dan vloekend de rest van de schuurwerken gedaan. Vloekend, omdat ik op maandag eigenlijk de kelder waterdicht zou maken, maar dus nog altijd in fase 1 van de raamwerken zit. Na het branden kwam het schuren, het ontstoffen, ontvetten en afgeplakken. Om half drie lag de eerste laag primer erop. Eindelijk.

Nu nog twee lagen lak, telkens met 8 uur drogen ertussen. En hopen dat het niet te veel regent, de komende weken. Dat is niet goed voor de kelder, namelijk, want die is niet waterdicht.

projecten

Newsletter – net geen drie jaar.

Lieve Mira

Je ligt boven in je bed te slapen, als een blok. Logisch, want toen ik je deze middag om half vier afhaalde in het dagverblijf waren je eerste woorden: Mama! Ik heb niet geslapen vanmiddag! Cool hé!
Je giechelde, en je twee vriendinnetjes waarmee je in de toiletten stond te gibberen, giechelden ook. Ik dacht dat ik van dergelijk gedrag nog een jaar of tien gespaard zou blijven, but there you have it.
Niet slapen is cool, voor een kindje van bijna drie, zo blijkt. En bijna drie ben je. Morgen al.

In onze keuken hangt een kalender die we samen gemaakt hebben: jij, ik en mijn innerlijke kleuterjuf. De hele vakantie staat erop, en elke dag heeft een kleur. Dezelfde als de dagkleuren die ook in jouw kanarienest worden gebruikt. Omdat dat overzichtelijk is voor jou (en voor mij stiekem ook), zo’n schema van die lange chaotische brij die de zomervakantie is. Wanneer je naar de zee gaat, wanneer je bij oma bent, wanneer je thuis blijft. Je verjaardag staat er ook op, en elke ochtend vertel je het: op deze oranje dag is mijn verjaardag. En hier, op die dag met de tent en de kroon is het papa zijn verjaardag. JOE-PIE! Om maar te zeggen: je hebt er zin in.

Ik weet niet precies wanneer peuters plots kleuters worden, maar jij slingert tegenwoordig een beetje heen en weer. Het ene moment ben je een voor rede vatbaar groot meiske. Een meisje dat vriendschappen aanknoopt, zelfstandig is en steeds socialer wordt. Ik heb dat zo graag, maar het volgende moment kan je opeens weer een onredelijke driftkop worden. Neen gillend en om je heen schoppend. Ik vind je dan lastig en enerverend, maar tegelijk ook wel ontzettend grappig. Je kan zo koppig boos zijn en mokken dat ik je wel zou kunnen opeten. Dat, of aan een haakje aan de muur hangen, natuurlijk.

Je bent veel veranderd, de laatste maanden. Naar school gaan heeft je veel deugd gedaan: we zien je zelfstandiger worden met de dag, en je bent nog steeds even onbevreesd. De school ligt je, het leven is nog steeds erg licht in jouw buurt. Ik hoop heel erg dat dat zo blijft. En dat je even zot blijft, want ik hou zielsveel van je schaterlach als je weer eens onnozel staat te dansen of rond te rennen met je vader.

Zot, onbevreesd, koppig, mondig, graag bij de mensen en ontzettend charmant, zo zou ik je omschrijven, momenteel. Als iemand ziek is geweest, dan informeer je de volgende keer als je die ziet “of het al een beetje beter gaat”. Je deelt met gemak als dat het leven aangenamer maakt voor iedereen en lost drama’s in de speeltuin op door huilende kinders een bloem te geven. Of een tak. Of een denappel.
Die charme heeft er ook voor gezorgd dat je deze middag de juffen van het dagverblijf, de mevrouw van de kassa in de GB én de schoonheidsspecialiste hebt uitgenodigd op je verjaardagsfeest. Ze kunnen niet komen jammer genoeg, want er komt al een man of 30. Plus: eigenlijk kennen we die mensen niet zo goed. Ik leg je dat wel eens uit op een later moment.

Voorlopig beslissen wij nog over gastenlijsten, maar ergens in juni nam je wel je allereerste zelfoverwogen en beargumenteerde beslissing.
Op een avond zei je plots: “ik wil geen warm meer eten op school.” Toen ik vroeg waarom antwoordde je “Soms is het een beetje lekker, maar meestal is het erg vies. Ik wil liever boterhammen meenemen. Mag ik dat, mama?” We maakten vervolgens afspraken over dat we niet van de juf moesten horen dat er gezeurd werd over eten, en jij ging akkoord. Sindsdien eet je elke middag gelijk een grote boterhammen op school. Een streep door onze rekening, dat wel: ‘s morgens een kwartier langer werk om de boel klaar te maken, en gedaan met snelle lunches en dagschotels voor je ouders. Vanaf nu kook ik echt elke avond. But hey: als je eet zonder vechten zijn we al lang blij, dus we klagen niet.

En verder kabbelt de zomer verder en ook wel naar zijn eind. Uitstap na uitstap tonen we jou steeds meer van onze wereld, en warmen ons hart aan je enthousiasme. Morgen vieren we feest. Met pannenkoeken als ontbijt, en paardenritjes en zwembadgedoe daarna. En met jou, vooral.

Gelukkige verjaardag, muis.

zoen

je mama.

Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4Maand 5Maand 6Maand 7Maand 8Maand 9Maand 10Maand 11Jaar 1Jaar 1, maand 1Jaar 1, maand 2 Jaar 1, maand 3Jaar 1, maand 4Jaar 1, maand 5 Jaar 1, maand 6Jaar 1, maand 7Jaar 1, maand 8 Jaar 1, maand 9Jaar 1 – maand 10Jaar 1 -maand 112 jaar2 jaar en een kwart2 jaar, bijna 8 maand