Neen!

Neen!

Rokers, niet-rokers: who the fuck cares.

Even ter verduidelijking: na een hele dag vergaderen en overhitte discussies die me hoofdpijn en een rothumeur bezorgden ben ik gisteren thuisgekomen om een weblog te vinden waar mensen elkaar de huid volscholden en een mailbox waarin de melding stond dat ik “te persoonlijk” was geweest. Het hele gedoe is me eigenlijk al die energie niet waard en ik maak niet graag ruzie: de ene helft van de mensen denkt zwart, de andere denkt wit en ik heb heel erg de indruk dat er daartussen niets ligt.
Het heeft dan ook geen enkel nut erover te discussiëren: op termijn zullen we ons toch moeten neerleggen bij degene die het luidst roept en het hardst op tafel durft te slaan. Een fatalistische gedachte, maar ook geruststellend: het is eens zo makkelijk zo en het bespaart gewone mensen zoals u en ik heel wat denkwerk.

Ik heb bijgevolg (a) alles wat persoonlijk kon worden opgevat uit mijn post verwijderd en (b) de commentaren gesloten van beide posts. Ik wil geen ruzie met mensen die ik graag heb en ik heb geen zin om eindeloze vuilbekkerij over en ‘t weer op mijn weblog te hebben.
Als iemand daar iets op tegen zou hebben: spijtig, het is mijn weblog dus ik doe gewoon mijn eigen goesting. En als er veel gezeikt wordt in de commentaren hier, dan sluit ik ze gewoon ook.

Een geruststellend vooruitzicht, niet?

internet Neen!

De prutsers van Versatel.

Deze ochtend kreeg ik een telefoontje op het werk van Lief, om te zeggen dat tinternet zeer traag was. Hij kon zijn gmail niet laden en wat nog erger was: ook zijn statistieken deden het niet. Lief heeft de laatste dagen een lichte obsessie opgevat ivm. de statistieken van zijn weblog (opeens van 30 lezers naar 230, hij was er zo verbaasd over dat hij nu ieder uur moet kijken hoeveel mensen en nu al zijn geweest.). Ik heb met een kwinkslag geantwoord dat het beter zou zijn “als hij stopte met vuile filmkes downloaden” en dat ik er vanmiddag eens zou kijken.
Vanmiddag om 13h bleek gmail nog steeds niet bereikbaar. Net als Belstat, alle blogspot-blogs en mappy.be. Even nagevraagd bij Michel of hij wel op gmail kon (bij google zijn het soms ook prutsers) en dan: bellen naar de Versatel-helpdesk.
De jongen aan de andere kant van de lijn meldde mij doodleuk dat hij “had horen waaien dat er problemen zijn” en vervolgde “Maar er zijn niet genoeg klachten om er werk van te maken. Het zal wel overgaan.”
“Excuseer?”, denk ik dan. Het is niet omdat er *maar* vijf mensen bellen dat jullie problemen veroorzaakt door *jullie* netwerk gewoon kunnen negeren. Ik heb het internet nodig voor mijn werk. En daarbij, ik betaal ervoor dus ik verwacht dat het werkt. en als het niet werkt, wat kan gebeuren, dan verwacht ik dat jullie zoeken naar een oplossing. Bende prutsers.
De jongeman verzekerde mij vervolgens dat als er nog een beetje meer klachten kwamen er een nota zou komen en dan zouden ze zoeken waaraan het ligt, dat probleem.

Allez bon. Wij een beetje geposeerd voor een fotograaf van de Knack (daarover later meer), een beetje gelezen, een terras gaan doen en nu om half vijf: nieuwe poging.
Juij! gmail werkt!
Twee minuten laten: zucht, gmail is weer kapot.

Nieuw telefoontje naar versatel.

i.: dag, ik had vanmiddag al gebeld om te zeggen dat er problemen zijn met de internetverbinding.
jongen: ah ja, we weten ervan.
i.: ah zo, en zoekt men naar een oplossing?
jongen: dat mag ik hopen ja
i.: Pardon?
jongen: allez, ik bedoel: men werkt er hard aan en het zal in de loop van opgelost zijn.
i.: in de loop van wat?
jongen: awel euh, in de loop van é.
i.: jammaar, in de loop van de avond? In de loop van de week? in de loop van de maand?
jongen: euhm. dat weet ik niet. Maar het zal wel in orde komen.
i.: dat zeiden ze vanmiddag ook al.
jongen: vanmiddag was er geen probleem, toch?
i.: jawel, maar er waren niet genoeg klachten.
jongen: ach zo. nu dus wel é. Het is nationaal en alles is traag en er zijn veel sites die niet kunnen geladen worden.
i.: spannend.
jongen: ja, maar het komt allemaal in orde.

*zucht*

Ik heb ondertussen mijn abonnement opgezegd en ik ben aan het aftellen tot begin april, want dan schakelen wij over naar een echte ISP. Olé olé.

Neen!

Goeiemorgen.

Kijk, ik ben daar eerlijk in: bij het ontwaken ben ik niet echt het vrolijke zonnetje in huis. Ik heb last van verscheidene stoornissen verbonden aan wakker worden op een onnatuurlijk uur (lees: alles dat in Amerikaanse terminologie a.m. zou genoemd kunnen worden) en mag daardoor bijvoorbeeld niet meer met bepaalde mensen in de tent slapen als we onder vrienden samen op weekend gaan naar dardennen. Mooie vrienden heb ik.

Het meest ernstige is mijn ochtendautisme: mijn ochtendritueel is al jaren hetzelfde en de dingen moeten ook in dezelfde volgorde gebeuren. Geen haar op mijn hoofd dat er zelfs maar over nadenkt om te douchen en me aan te kleden *voor* ik koffie heb gedronken, bijvoorbeeld. Dat. Kan. Niet. Fysiek onmogelijk.
Vandaar ook dat het stoppen met roken zo’n ingrijpende gebeurtenis in mijn leven was: “Gedurende een half uur wezenloos voor me uitstaren met een kop koffie en een sigaret” is toen vervangen door “een half uur wezenloos voor me uitstaren met een kop koffie en een boterham”. Een aanpassing die zeer veel van mijn krachten gevergd heeft.
Mijn tweede stoornis des morgens zou men kunnen omschrijven als “moordlust”.Dat is misschien wat overdreven en ik zou nooit iemand echt vermoorden, maar de goesting is er echt wel, zo bij het ochtendgloren. Mensen die het kunnen weten vertellen stoere verhalen over de flikkerende waanzin in mijn ogen het eerste half uur na het ontwaken.
Verder kunnen we aan dit lijstje ook “depressieve gevoelens” toevoegen. Als de wekker afloopt dan voel ik me de zieligste mens ter wereld. Ik leef niet graag op dat moment en meestal heb ik ook een beetje zin om te huilen. Wat ik af en toe ook doe.
Tot slot heb ik ook een beetje last van slechte coördinatie ‘s morgens. Ik val nogal gemakkelijk. Ik plaats dingen op de meest absurde plaatsen. En ik heb niet echt inzicht in het verband tussen mijn ogen en mijn handen: ik grijp naast de pot choco, zet de koffietas vlak naast de tafel,…

Allemaal niet makkelijk, maar ik heb over de jaren heen een aantal truukjes geleerd om dat eerste half uur zonder kleerscheuren door te komen. Absolute rust en stilte is een vereiste, zo weinig mogelijk licht helpt ook en veel tijd is een noodzaak, net zoals sterke koffie.

Nu was ik gisteravond door omstandigheden veel te laat in mijn bed gekropen (internet is a bitch), waardoor ik deze ochtend toen de wekker bliepbliepte in erbarmelijke staat was. Normaliter doe ik ‘s morgens steeds een kleine toegift aan mezelve: ik mag éénmaal snoozen. Tien minuten uitstel van executie.
Deze ochtend echter had onze lieve kat mijn wekker de eerste keer horen aflopen, waardoor hij na tien seconden voor de deur hartstochtelijk en klagend stond te miauwen en krabde om binnen gelaten te worden. Na een sussend “Laat hem” van lief, ben ik nog een minuut blijven liggen, maar het was duidelijk dat het beest zeer volhardend zou zijn. Opstaan dan maar, helemaal nijdig om mijn tien gestolen minuten. Doe ik de deur open, denkt Santa Boogie “Cool! Spelen!”. Hij spurt de kamer en in kruipt onder bed. Ik was natuurlijk helemaal niet in de stemming om onnozel te doen met een hyperkinetische kat maar ben alsnog op mijn buik naast het bed gaan liggen om hem vast te grijpen. Het beest zat jammer genoeg net buiten het bereik van mijn (in zulke omstandigheden altijd nét te korte) armen, een situatie die hij zelf bijzonder amusant vond, naar ik afleidde uit zijn kwispelstaart en zijn ronkend gespin.
Ik ben dan maar (onderwijl “rotkat, kom hier” sissend) onder het bed gekropen, heb hem bij zijn nekvel genomen, naar beneden gedragen, in de living gedropt en heb de deur op slot gedaan. Vervolgens -volledig uit mijn humeur- terug in mijn bed gekropen voor de resterende drie minuten van mijn snooze. Niet dat het nog veel uitmaakte, de ochtend was om zeep.

Het is nu drie uur later en ik moet zeggen dat ik er nog last van heb. Ik ben prikkelbaar en lastig. Zowaar een plezier om les van te krijgen, daar kunt u vanop aan.

Neen!

Karel.

En trouwens, beste Karel Van Keymeulen, als ik mij straks wat beter voel zal ik eens virtueel aan uw oren moeten komen trekken geloof ik.
Ik vond u gisteren aan de telefoon al een beetje over de schreef gaan, maar uw subjectieve en irrelevante uithaal in de gazet van vandaag heeft mij met verstomming geslagen.
Ik zal het dan hebben over deontologie en over verborgen agenda’s. En over interne vetes die u beter niet en public uitvecht. En over de manier waarop u mij gisteren aan de telefoon aansprak alsof u -de ervaren journalist (uw woorden meneer)- alle recht had om mij – het onervaren wicht- even vaderlijk te berispen.
Ik zal dan waarschijnlijk afsluiten met een sneer dat uw artikel een ervaren journalist onwaardig is.

Dat alles: straks als de koorts gezakt is. Dan heeft u meteen iets om naar uit te kijken. En ik ook.