Zes jaar is het ondertussen geleden. We zaten in de auto op weg naar huis, we waren allebei hongerig en humeurig. Als Mensen Met Een Versgekocht Huis Dat Verbouwd Diende Worden, vonden we het in die tijd een goed plan om de batibouws, cocoons en sfeers van deze wereld plat te lopen. Want daar staat alles samen en dat is efficiënt. En iedereen doet dat, dus het zal wel nuttig zijn. Dachten we. Elke beursuitstap dat jaar had dezelfde ingrediënten. Goede moed en montere stemming het eerste half uur, maar steeds dezelfde twijfelachtige oogst op het eind: veel folders waar we nooit meer in keken, een zware maag door een overprijsde hamburger, licht zoemende hoofdpijn en irritatie die met geen vijf marlboro’s weg te krijgen was.
In de auto op weg naar huis werd er gekibbeld, die dag in 2007. Hongerig en humeurig, weetwel. Te veel mensen gezien ook, en hoofdpijn had ik al vermeld zeker? Dit alles afgewerkt met veel lelijkheid, verlicht door inbouwspotjes en buislampen. Voice-over van gladde verkopers. Hel op aarde voor mensen als ons.
En toen zagen we het licht, ergens bij Ternat. We keerden het gekibbel om in een positief signaal en concludeerden dat beurzen helemaal niet efficiënt zijn. Want 90% van wat er staat is onder te brengen in de categorieën “lelijk”, “overbodig”, “te groot voor ons huis” en “saai”. Sommige items hoorden zelfs in al deze categorieën thuis. Ja, ik heb het over jullie, jacuzzi’s.
(Ik weet niet hoe dat ondertussen zit, maar in 2007 had elke beurs een volledige hall vol jacuzzi’s. Ik heb eerlijk waar een tijdlang gedacht dat zowat heel Vlaanderen zo’n lelijk van moodlights voorziene onhygiënische broeihaard van salmonella-achtigen in zijn tuin had staan. Dat was een idee dat mij niet echt van bewondering voor het vlaamsche gevoel voor stijl vervulde, overigens, want echt: heeft u al eens goed naar die dingen gekeken?)
Enfin. We zagen plots dat het nut van de verbouwingshel discutabel is. En we legden daar, op de E40 tussen Ternat en Aalst, de gelofte af dat we nooitnooit meer naar een beurs zouden gaan. Een deal die we opvatten in de ruimste zin van het woord: geen jaarbeurs, geen lentebeurs, geen autosalon, geen batibouw. Geen babybeurs, geen boekenbeurs, geen kledingbeurs, geen tattoobeurs. En lieve hemel, zeker nooit een trouwevent.
Sindsdien word ik vrolijk als ik hoor dat er file is op weg naar Batibouw. Omdat ik daar nooit meer naartoe moet. En als ik het zou willen, in een tijdelijke vlaag van zinsverbijstering, dan kan ik niet, want het pact met mijn lief beschermt me tegen mezelf.
Beste pact ooit.