Neen!

Neen!

But ofcourse.

Het spreekt voor zich dat ik, nu het vakantie is en ik me voorgenomen had om eens echt vrij te nemen vanaf woensdag, me mottig voel. Er is namelijk geen beter moment voor een beetje koppijn, keelpijn, spierpijn en koorts dan DE VAKANTIE.

Ziek zijn in werkweken, dat is zo voor janetten jong.

Neen!

Al wat viraal is, is een vuile ziekte.

Stelt u zich even voor: u heeft geen weblog en u leest die dingen nauwelijks. Op een ochtend stapt u de voordeur uit en blijkt er iemand op uw stoep geverfd te hebben. Zou u dat leuk vinden?

Oh. Wacht. Stelt u zich even voor: u heeft wel een weblog. Op een ochtend stapt u de voordeur uit en blijkt er iemand op uw stoep geverfd te hebben. Na een paar uur blijkt dat marketeers dat gedaan hebben omdat ze graag willen dat uw virtuele alterego erover schrijft. Daarom hebben ze uw adres opgezocht en zijn ze als dieven in de nacht uw privacy en in één ruk ook eigendommen van de stad komen beschadigen. Zou u dat leuk vinden?

Wel. Ik vind dat niet. Om maar te zwijgen van het feit dat ik ongelooflijk geambeteerd ben dat ze hun gedoe voor ons oude adres hebben gezet en zo vrienden die er nog minder mee te maken hebben dan wijzelf lastig vallen.

De argumentatie is dat de mensen bij wie ze de stunt uitgehaald hebben in het verleden al te kennen gegeven hebben open te staan voor commerciële acties. I call bullshit. Als ik mij inschrijf voor een bepaalde nieuwbrief, dan is dat toch niet meteen de permissie om mij alle nieuwsbrieven ter wereld te sturen? De advertenties die hier staan, staan hier met toestemming van mij. Als ik dingen bespreek, dan is het omdat die mensen dat beleefd gevraagd hebben én ik het zag zitten. Nog steeds trouwens: als het iets te maken heeft met dingen die mij interesseren en uw wilt graag mijn mening om één of ander product/onderwerp/actie, stuur een mailke en vraag het gewoon. Maar laat mij alstublieft gerust met al die virale toestanden. Die zijn irritant, irrelevant, vies en smerig.

Neen! werk

Gemeen.

Status: 38/164 verbeterd.

Mijn lief lacht me uit. En hij is best streng. Dat zit zo: eigenlijk moet ik examens verbeteren, maar ik heb daar hoegenaamd geen zin in. Dat geef ik niet graag toe, en dan bedenk ik actviteit na activiteit die belangrijker is dan het verbeteren.

Zo was het printen van foto’s in de Fnac absoluut iets dat vandaag gedaan moest worden. En daarna wilde ik een hamburger en een sapje bij Tasty. Mijn “ik heb een nieuwe handtas nodig” kreeg geen gehoor, jammer genoeg, en ik werd resoluut naar huis gekard. Hij grijnsde breed toen ik verklaarde eerst mijn mailtjes even te willen lezen. En daarna werd mijn “ik moet dringend een keer in bad” zelfs op hoongelach onthaald. Mijn plan om te helpen bij het maken van promopaketjes werd botweg afgeschoten en ik kreeg zelfs een cynisch “ge kunt misschien een cake bakken”.

Wat ik nu ernstig overweeg, dat spreekt.

Neen!

Bent u al lid?

Als u nu naar de fnac gaat, dan moet u verplicht een tasje aanvaarden deze week. Ik had mijn grote handtas bij, dus ik wilde de boeken daarin stoppen, maar de mevrouw nam resoluut een papieren tas met een kerstman op. Waarschijnlijk hebben ze de instructie gekregen de tassen met kerstthema zo snel mogelijk op te gebruiken. Toen ik het lef had op te merken dat ik geen zakske moest hebben, antwoordde de dame streng: toetoet, dat is gemakkelijker, zo’n zakske.

Het ging natuurlijk al beter dan de vorige keer, gisteren. Op een doorsnee weekmiddag gaan niet zoveel mensen naar de Fnac. Bovendien moet het wijf die mij graag omverduwt aan de DVDs blijkbaar werken op dinsdag. Peis en vree, inderdaad.

Aan de kassa was ik meteen aan de beurt en zonder wachtenden in de rij achter me. Wat de dominante kassadame van hierboven als een ideale kans zag om een praatje te maken.

– Ik wil graag een factuur, maar ben de factuurkaart vergeten. Dan vraag ik dat gewoon aan het onthaal denk ik?
– Heeft u een factuurkaart of een lidkaart?
– Euhm. Ik weet dat niet. Ze is van mijn lief.
– Kent u de lidkaart?

*ik staar als een dom gansje en ben me daarvan bewust. Ik moet immers dringend plassen, en zulk een fysische behoeften hebben de neiging om mijn gedachten te domineren. Het enige antwoord dat ik kan bedenken is: “ik wil geen uitleg, want ik moet naar het toilet”. Voor ik tijd heb om iets te zeggen, gaat ze echter al verder*

– De lidkaart heeft heel veel voordelen voor iemand als u, want als u kijkt naar de boeken die u nu al gekocht hebt, zou u zeven euro korting krijgen.
– euhm
– en de kaart is twee jaar geldig. en het is niet duur.
– euhm. maar misschien hebben we dat al hoor.
– wel, kijkt u dat eens na, en vraagt u meteen zo’n kaart aan bij het onthaal. Doen hé.

Ze hield me nauwlettend in de gaten terwijl ik aan de onthaalbalie stond, dus ik heb maar een informatiebrochure gevraagd en nog eens geluisterd naar de lidkaart-uitleg. Die ik niet heb onthouden, dat spreekt, want ik moest pipi doen.

Oogst: zes boeken, een informatie-brochure over lidkaarten en een zakske. Ik ben soms zo assertief, u heeft daar geen gedacht van.

Neen!

Organiseert uzelf eens jonk.

– een lijst in mijn gmail, via remember the milk
– een blog
– een microblogging account, via twitter
– een .rtf op mijn pc
– een papieren agenda
– een grote moleskine met lijntjes
– een kleine moleskine met lijntjes
– een moleskine schetsboek
– een nota-boekje van a.puur.a

Overal staan zinnen, woorden, lijstjes, dingen die ik mooi vind of lelijk. Ik heb blijkbaar een compulsieve drang om dingen te noteren, op te schrijven, te tekenen, te omcirkelen. En nu zoek ik iets van een maand geleden. 100% zeker dat ik het ergens heb opgeschreven, maar waar (insert lelijke vloek hier). Zot word ik daarvan.