Neen!

Neen!

Ergernis.

Wat Michel zegt is juist. Het is niet “is”, het is “eens”.
Maar er is meer! Ha!
1. Belangrijk is rijk aan belang. Niet ruk aan belang.
2. Met uw handen aanhalingstekens maken in de lucht is irritant, maar nog veel irritanter als u aanhalingstekens zet rond woorden die er in een geschreven tekst ook geen zouden krijgen. Als u aanhalingstekens maakt met uw handen, dan zoek ik schampere ironie. Breng mij eens niet zo in de war zeg.
We gaan toch niet “de” foute woorden “benadrukken” zeker.
3. Het is half vier, niet drie een half.
4. Smileys maken mij boos. Ook de vrolijk kijkende. Het is trouwens niet omdat u er een smiley achteraangooit dat u alles mag zeggen.
5. Als u op het einde van het jaar punten van mij moet krijgen dan ben ik op zijn minst “Beste”. Als u uw mail begint met “Hey” of -godbetert – “Yow” , dan begin ik dingen te denken als de jeugd van tegenwoordig grmbl grmbl

Neen!

Genant.

Oh. Weet u wat ook genant is? Als je een zak maltesers hebt gekocht in de Colruyt en je kan niet wachten tot thuis. En je begint dus alvast in de auto te eten. Vol smaak en een beetje gulzig: zoals een mens Maltezers hoort te eten, kortom.

Als je dan voor het rood licht staat, en je lief draait zijn ruit open en vraagt aan de werkmannen in de camionette naast jullie of er “soms nog iemand een snoepke moet hebben”. En als al die werkmannen u dan een keihard uitlachen. Dat is genant.

Neen!

Het universum is tegen ons.

Terwijl wij eergister naar Antwerpen reden, naar dat optredentje van dat groepje, deed zich een klein incident voor op de autostrade. Incident is in deze betekenis een accident: iets (een blok hout, een autoband, een kindje?) lag op de baan en dat iets sloeg volle kracht tegen de zijkant/onderkant van onze auto terwijl we erover reden. Vooral ongelooflijk geschrokken, maar na het halt houden op de pechstrook bleek de schade mee te vallen.

De volgende ochtend (bij daglicht) bleek de schade eigenlijk niet mee te vallen: toch serieus wat averij. Afspraak gemaakt met de garage en de verzekeringen dus.
Twee uur na het maken van de afspraak stond lief buiten even te praten met de buurvrouw die een rol plakband terugbracht. De klap die hen deed omkeken bleek de auto van de buurvrouw te zijn die achteruit was gerold (handrem vergeten), in de flank van onze auto.

Twee ongelukken op nog geen 20 uur tijd. Ge moet dat kunnen.

Neen!

Hoera voor het milieu!

Deze middag ben ik boos geworden op de radio omdat de meneer die “energiebesparende tips” gaf, verkondigde dat een mens maar beter zijn wasmachine en droogkast ‘s nachts laat draaien in plaats van overdag. Ik heb heel luid naar de radio geroepen dat geldbesparende tips niet hetzelfde zijn als energiebesparende tips. En dat een droogkast evenveel verbruikt ‘s nachts als overdag, want een droogkast kent dat niet: dag en nacht. Schaam op u, tipgevende meneer van de radio, dat heb ik ook geroepen. En gevolgd door een lelijk woord, ook.

(ja. ik word soms ook moe van mijn eigen.)

Ik heb dan vervolgens, geheel in de schwung van het moment verkerende, mijn sandalen aangetrokken en heb rap een djembé in mijn haar gevlochten. Daarna op de fiets gesprongen en een wandelvakantie geboekt voor deze zomer. In één beweging heb ik vervolgens onze nog niet eens verwekte kinders ingeschreven bij de steinerschool en ben ik vegetarisch eten gaan afhalen voor mezelf. Als ge iets doet, doe het dan meteen goed is mijn mantra van vandaag.

Sommige dingen in deze post zijn gelogen. Pardon.

Neen!

Mijn lief is een gemeen gastjen.

Straks ga ik naar Leuven, op de koffie met twee oude vriendinnen. Oud in de betekenis van: ik ken de dames al lang, niet in de betekenis van “ze zijn op leeftijd”. Hoewel dat ondertussen bij ons allemaal wel een beetje het geval is, natuurlijk. Aangezien ook mijn eigen auto ondertussen hoogbejaard is, met de nodige ouderdomskwalen vandien, rij ik met de verschrikkelijk onhippe blokkendoos van mijn lief.
Daarnet bij het thuiskomen — we waren even naar de bloemenmarkt geweest — stapte ik als eerste uit de auto. En na het sluiten van mijn deur hoorde ik nog een fractie van een seconde de radio, opeens op een vreselijk hoog volume, spelen. Daarna stapte ook lief uit. Het duurde een paar ogenblikken voor ik het doorhad, maar toen dacht ik terug aan de tijd dat we één auto deelden en ik ‘s morgens bijna een hartinfarct kreeg als ik de auto startte, omdat hij de vorige avond volume 11 had ingesteld. Hij doet dat dus met opzet, zo blijkt: voor het uitstappen de radio heel luid zetten, en als ik dan straks vertrek schrik ik mij een ongeluk. Dat vindt hij grappig.

Het ergste is dat ik het *weet* maar het binnen een uur waarschijnlijk vergeten zal zijn en dus toch ga verschieten. Kroniek van aangekondigde schrik.