Neen!

Neen!

Well hooray.

Deze ochtend om half zeven ging de wekker, zoals gewoonlijk op maandag. Ik kwam uit mijn bed, dronk een slok water en gilde het uit van de pijn. Koorts genomen, 37,6°. Niet veel, maar te veel voor pas uit bed.
Testing one two gezegd voor de spiegel en tot de conclusie gekomen dat het volume van mijn stem slechts een tiende van het normale was. En dat praten veel pijn doet. Technisch niet te doen om acht uur les te geven.

Vloeken is het dan: mijn schema is druk, dit semester, en de acht uur die ik verlies moet ik inhalen. Studenten hebben recht op al hun lessen. Maar dat betekent ook dat ik een aantal weken nog meer uren ga hebben.
Vloeken ook omdat ik vrijdagavond tot half twee ‘s nachts heb voorbereid, en zaterdag de hele dag en tot half twaalf ‘s avonds. Aan de lessen van vandaag en morgen. Toemme toch.

Neen!

Klem.

Kent ge dat? Dat het nacht is en donker, en naast u ligt het liefste dat ge hebt te slapen. Ge hoort zijn ademhaling en alles is rustig. Behalve uw hoofd. Uw hoofd zit nog bij wat ge niet moogt vergeten voor de werkdag morgen. Iets kleins, maar absoluut belangrijk. Ge zijt te lui om op te staan om het op te schrijven, maar ge zoudt dat beter wel doen, want nu is uw hoofd wakker en in niet vergeten-modus. Ge denkt aan die factuur die ge nog moet betalen. Ge denkt aan dat pakket dat ge moet afhalen in de post. Die broek bij de naaister. Ge denkt aan de aannemer die ge moet bellen. En doordat ge daaraan denkt, denkt ge aan alles wat nog moet gebeuren in huis, aan het opnieuw verhuizen, aan dingen die moeten geleverd worden en aan organisatie. En dan gaat het van organisatie naar krijg ik het wel allemaal georganiseerd over ik kan dat niet over hoe moet dat verder allemaal.
En opeens ligt ge daar, op uw rug, met uw slapend lief naast u en met uw ogen opengesperd naar het plafond te staren. Het is niet langer donker in de kamer, het is een explosie van visioenen. Over al wat fout kan gaan. Dingen die kapot gaan, ruzies, mensen die u niet meer graag zien, mensen die uw maten of familie zeer doen, geld dat opgeraakt, huizen die afbranden, brandverzekeringen die niet betaald zijn, ongelukken op weg naar brussel.
Uw borstkas voelt alsof er een blok beton opligt en ge kunt bijna niet ademen.

En voor ge het weet staat ge in uw slaapkleedsken in een koude kamer in een doos te rommelen. Op zoek naar de brandverzekering om te kijken wanneer die vervalt. Voor de zekerheid. Allemaal omdat ge te lui waart om dat ene dingske op te schrijven daarnet.

Kent ge dat? Of ben ik de enige die dat regelmatig eens voorheeft?

Neen!

Zou ik enthousiast zijn over Billy, peisde?

Een mailtje vorige week donderdag van Lien: “Er is een kaartje van de post voor een zending, op uw naam, op mijn adres”. Voor het project ongetwijfeld, er staat daar nogal wat op mijn naam, maar de zetel van de vzw staat bij Lien. Ik had al schrik dat het iets aangetekend was, dat ik gedagvaard was voor het bezoedelen van de naam van één of andere restauranthouder of metalgroep. Of dat we weer eens een coiffeur hadden beledigd, die in een Italiaanse woede was ontstoken, compleet met wapperende handjes en overslaande stem. Lacht niet, coiffeurs dat zijn hevige mensen. Boeken kunnen wij daarover schrijven bij het project, maar dat doen we niet natuurlijk. Wie wil er nu een boek lezen over een coiffeur, dat ligt binnen de kortste keren bij De Sleghte in de uitverkoop. En we hebben zo al werk genoeg.

Aniehoew. Zoals elke normaal werkende mens was Lien niet thuis toen de postbode kwam. Dus moest de zending afgehaald worden. Door de stad naar Lien gecrosst, kaartje afgehaald en dan naar het poowst. Drie kwartier in de rij gewacht, want dat is standaard op Het Stapelplein: als ge geen drie kwartier hebt moeten wachten, dan is er in de voormiddag waarschijnlijk een coke-feestje geweest voor de loketbedienden.
En dan: de zending. Een grote doos. Van een marketingbureau. Enige wrevel alvast bij ondergetekende, want ik ga niet graag drie kwartier in de rij gaan staan voor een doos reclame. Toen ik de doos opende werd het echter nog erger: in de doos zat een envelop, met daarin een paar flyers. Een envelop, ja, zoals in “had perfect door de brievenbus gepast”. En dus ook zoals in: “moet niet afgehaald worden in de poowst”.

Ik zie het al voor mij, op zo’n moment. Een bende gladde marketeers, in een spierwitte vergaderzaal. Ze dragen hippe pakken en hebben modieuze brillen.
– We gaan een folderke opsturen naar bloggers. Die gaan dat tof vinden.
– Goh, maar hoe gaan we eruitspringen tussen alle andere reclame?
– Awel, we steken de folder in een envelop, die envelop in een grote doos en die sturen we op. Een blogger die een halve middag heeft verloren omdat hij onze doos moest gaan ophalen, die gaat ons nooit meer vergeten.

Awel, ik vergeet jullie niet, Billy. Maar ik ga ook niet bij u kopen. Ik vind 4,95 euro kosten op een bon van 25 euro namelijk veel te veel geld. En ge hebt mijn vrijdagnamiddag verkloot.

Neen!

De boekskes van de afgelopen week.

Wij kopen veel boekskes, ik geef dat toe. We kunnen daar al eens een centje aan uitgeven, aan de flair, feeling, humo, Dag Allemaal, Story, Juxtapoz, Dazed and Confused, Libelle, VT-wonen, Glamit, enzovoort. De grootste bagger én de zogenaamde kwaliteitsbladen, inderdaad. Iedere week toch een stuk of drie vier nieuwe exemplaren en dat was vorige week niet anders: een story, een humo en een goedele. Aja, want dat laatste blad was nieuw, dus een mens moet het al eens bekijken. D

De conclusie na uitgebreide lectuur: de humo scoort bijzonder zwak. Er stond een interessant interview in met een opvoedingsdeskundige en die meneer vertelde zeer zinnige dingen. Dingen waarover ik heb nagedacht heb, sindsdien, zelfs. De enquete zelf was echter behoorlijk tendetieus gebracht en ik heb mij daar zwaar aan gestoord. Altijd die discrepantie tussen wat mensen invullen op enquetes en wat mensen doen: dat geeft zo’n vertekend beeld van de werkelijkheid en dat maakt mensen onzeker. Tuurlijk zegt ge tegen een enqueteur niet dat een kind van 14 al mag uitgaan. Maar ga eens in de discotheken kijken en trek dan uw conclusies.
Het meest echter heb ik mij gestoord aan een vreselijk lelijke paragraaf over Adriaan Vandenhoof. Iemand daar bij Humo kan het duidelijk niet goed verdragen dat hij naar de Medialaan is verkast en er werd bijzonder gemeen op de man gespeeld ipv. op de bal. De show is nog niet eens op televisie, ik vind de intro en site alvast hilarisch en ik kijk er heel erg naar uit om meer te zien. En uw lelijk stukje in uw boekske was totally uncalled for, meneer.

Op twee: Goedele. Het ziet er leuk uit en het voelt leuk aan, dat papier. En het moet gezegd: het fotowerk is subliem. Dimitri van Zeebroeck is mijn nieuwe held. Maar mijn god, wat een slag in het water voor de rest. Er werd geroepen over dat het een blad was dat anders zou zijn dan alle andere bladen, maar dat is zeker niet zo. Ik zoek wanhopig naar de meerwaarde, maar spijtig genoeg heb ik ze niet gevonden. Tenzij het veelvuldig gelul over vrouwelijke genitalia een meerwaarde zou wezen. In dat geval zwijg ik. In het andere geval: Ché en Pé zijn beter in de sextalk, knack is beter in de diepte-interviews, Feeling in de culinaire dingen en de reizen, glamit en flair in de mode. Geef mij iets wat ik nergens anders vind en ik blijf lezen.

Edoch, wat u misschien helemaal niet van mij verwacht: ik heb weer met veel plezier de Story verslonden. Ik ben fan van hun restyling en het hoge tongue-in-cheeck-gehalte, al een paar maand. De Foto van de week is elke week een leuke keuze, met een minder evidente invalshoek, Thomas Siffer schrijft stout in zijn intro, Kelly heeft een uitstekende column en er zit extra zelfrelativering in het blad.
In vergelijking met Dag Allemaal: zo’n 40 jaar jonger, van gevoel.
Vorige week ook bonuspunten omdat ze de neusharen en het snotbolleke van ignace crombé op de cover *niet* hebben weggephotoshopt. Ik heb daar een kwartier de slappe lach over gehad. Het is gemeen, maar grappig: u heeft daar geen gedacht van. Mijn complimenten, dus.

mediagedoe Neen!

Mijn God.

– Twijfelt ge soms aan uw relatie?
– ja veel.
– ik denk als ik jullie zie: die mensen leven niet echt samen.
– ja, man en vrouw zijn wij niet.

* voice-over: niets vermoedend werkt ivan verder aan de muur, zich niet bewust van het gesprek dat op dit moment plaatsvindt.*

Woman! Het is televisie en iedereen die u kent, kijkt.