Neen!

Neen!

Belangrijker dan het vorige is echter dit:

Het is bijna alsof we allemaal niet meer zo in de giving mood zijn tegenwoordig, vindt ge niet? Er was een tsunami, en een aardbeving, en nog een ramp, en dan nog één. En nog een televisie-uitzending en geldinzamelingen en dan een radiostation met muskietnetten. En mensen in de stad met clipboards die om de tien stappen vragen of ge iets wilt geven. Na een tijd heeft iedereen het wel gezien, met dat actie voeren en inzamelen.

En dan is daar opeens: de moeder van alle natuurrampen, en er is precies niemand zo zwaar onder de indruk.

Tijd om daar iets aan te veranderen, peoples.

Neen!

Het regent.

Ik zou graag hebben dat het stopt met regenen, ik. Vorig jaar, 39 weken zwanger, zo al lastig en het was verdomme 35 graden. Dit jaar: geen buik in de weg, en alle tijd van de wereld om aan het strand te liggen en hopla: meer vocht op een vierkante centimeter van ons plankier dan vorig jaar in mijn enkels. Veel vocht dus.

On a brighter note: was het licht bij u ook zo schoon, daarnet rond acht uur? Hier wel: magisch mooi, met een dreigende gloed. Alleen spijtig van die regen.

Neen!

En hier stopt het dus voor mij.

Volgens mij heeft iedereen een grens in technologische innovatie. Zo van tot hier en niet verder. Mijn meme, die doet niet aan internet bijvoorbeeld. Ik ken er die zeggen: facebook, dat is erover voor mij. En ik heb nu ook iets waar ik niet aan meedoe. Moi, dochter van early adopters pur sang, kunt ge’t u voorstellen?

Mijn lijn ligt op 3D-films, het is beslist. Ik ga niet, ik herhaal *niet*, in de cinema zitten met een onnozele plastieken bril op mijn neus en hoofdpijn krijgen van een film waar ik ook nog eens meer voor heb moeten betalen. Om een beetje te verschieten van beesten die op mij af komen, juist gelijk in het echt? No sir. Wat op het scherm te zien is, moet op het scherm blijven. Het staat daar goed, veilig ver weg van mij.

Misschien dat ik ooit nog zwicht, maar ik zou er geen geld op zetten, als ik u was.

Neen!

Ge ziet daar allemaal het schoonste van.

stoer dat ik ben.

Als er een kermis is, dan moet ik op het schietkraam. Zo is dat, en het is niet anders. Zonder opscheppen, ik kan dat dus ook echt goed, en ik hoef niet eens \”voor een vrouw\” aan deze zin toe te voegen. Gisteren waren wij met het kind op de kermis, voor haar very first velomoleke-experience en toen wilde ik dus naar het schietkraam. Eerst lief een potje kogels, terwijl ik bij de buggy bleef, daarna mijn beurt. Eerste kogel: gat in de lucht. Twee: idem. Drie: nog eens. Vier, vijf: ook al. Lief keek niet begrijpend, terwijl ik hem zwaar met mijn ogen draaiend het geweer in de handen duwde en snauwde: hier, doet gij maar.

Ik zeg u dus bij deze: ik kan absoluut geen geel pijpke raken als er tien meter verder vier giechelende pubermarginalen mijn lief aan het filmen zijn met hun gsm. Bekende vlamink, my funky ass zeg.

Neen!

Catch 22.

Mijn RSS-feed is kapot.
En ik weet niet hoe ik het moet oplossen.
En de pech is dat iedereen die er iets van kent waarschijnlijk via RSS leest. En dit dus niet leest. En dus niet weet dat ik een probleem heb.

Gawd. Hoe Kafka is dat niet zeg.