Neen!

Neen!

ge zoudt denken van wel, nochtans.

Ah. Het is één van die avonden, vrees ik. De herfst is onafwendbaar aan het woelen, daarbuiten. Het lief is optreden, de dochter slaapt boven de slaap der onschuldigen. Ik zit in de living, die op de tafel na schemerverlicht is. Boven de tafel brandt de lamp, op de tafel staat de laptop die uitpuilt van het werk. Er zijn melo-cakes en er is The Letting Go om me gezelschap te houden. Ik lees een verslag, word er niet bepaald vrolijk van, moet nadenken en schrijven, terwijl mijn gedachten afdwalen naar onledig houden met nutteloze dingen.

Het is geen stemming om dingen op het internet te zetten, ik voel dat wel. Maar ik wilde u toch even laten weten dat empirisch onderzoek zonet heeft uitgewezen dat een hele doos melo-cakes opeten op een klein half uur de situatie dus blijkbaar niet verbetert. Toemme.

Neen!

Een welgemeende, winteruur.

Michel doet Fuck you naar de Zevende dag, maar vandaag wil ik persoonlijk vooral een momentje nemen om een welgemeend opgestoken middenvinger te richten naar (a) degene die het winteruur heeft ingesteld, (b) al wie het ondersteunt en niet te vergeten (c) alle journalisten die het in kranten, op tv en op de radio hebben over “deze nacht mogen we een uurtje langer slapen”. Sejieus, als ik u en uw ongepast sarcasme de komende dagen tegenkom, dan zou u wel eens onverwacht een vinger in uw oog kunnen krijgen. Eat that, facebookpokers.

Enfin. Zodoende was mijn lief deze ochtend al om zes uur met de dochter in de weer, en zodoende waren wij om elf uur gezellig allemaal samen kip aan ‘t spit aan het eten. Er was geen houden meer aan: het kind moest en zou opstaan respectievelijk eten.
Nu is het zes uur, en ze is moe, maar ik zeg u: ze gaat nog opblijven tot acht uur. In de hoop dat ze morgen weer netjes pas om zeven uur wil opstaan. Het is mijn beurt in de ochtendshift, namelijk.

Neen!

Moe. En een betweter.

Soms word ik zo moe van mijn eigen, u heeft daar geen gedacht van.

Deze morgen bijvoorbeeld, was er een opleiding. Het algemene onderwerp was mij niet geheel onbekend, aangezien ik indertijd in die richting heb gestudeerd en er op mijn diploma ook een vak dienaangaande staat. En op een bepaald moment kwam er iets aan bod dat mij zelfs bijzonder bekend is: een kleine regel die ik zo’n twintig keer per jaar verkondig in de les, en waar ik dus tweehonderd procent zeker van ben. Alleen beweerde de lesgever net het tegenovergestelde. Toen ik dat in vraag stelde kwam er een kleine discussie van, waarbij de lesgever mij een beetje schamper terechtwees, dat ik het toch verkeerd had. Er werd me redelijk duidelijk gemaakt dat ik dus niet de expert ben. Ik was er een beetje van aangedaan, zowaar. Ik begon al te denken dat ik in mijn lessen totaal foute dingen stond te verkondigen.
Het gevolg is dat ik de hele rest van de opleiding aan die regel zitten denken heb, en hoe het nu eigenlijk zou zijn. Vreet energie, uzelf zo opjagen over een futiliteit.

Enfin. Dus heb ik deze namiddag — terwijl ik eigenlijk een massa ander dringender werk had– opgezocht hoe het zit met die regel, gevonden dat ik dus blijkbaar wel juist was en luid HA! geroepen. En heb ik een scan van die pagina doorgestuurd naar mijn collega’s die ook in de opleiding waren.

Ik zeg het, moe van mijn eigen. Doodmoe.

Neen!

Foei, De Morgen.

Op de voorpagina van De Morgen vandaag staat een kadertje met de titel “De vijfsterrenvakantie voor onze jongens in Afghanistan”, met een verwijzing naar pagina twaalf. Daar staat in kopletters onder andere: Vijf sterren, drie openluchtzwembaden, vier restaurants, aerobic, aquagym, wellness, kapper, sauna en nog wat luxewoorden. Als een mens enkel de koppen leest, lijkt het wel alsof de Belgische militairen voortaan lekker vakantie gaan houden, op kosten van de staat. Schande! Moord! Brand! Dat is de reactie die het eerste zicht van het artikel wil oproepen, zoveel is duidelijk.

Als een mens echter het artikel in kwestie leest, blijkt het allemaal nog zo absurd niet te zijn: de militairen hebben zes maanden in een zeer stressvolle omgeving, veel met geweld en agressie te maken gehad. En om de overgang naar het gewone leven bij terugkeer te vergemakkelijken last men een decompressie-periode in van 3 dagen. Drie dagen rust, psychologische begeleiding om over eventuele onverwerkte situaties te praten, ontspanningsoefeningen en gewoon weer aanpassen aan een niet-oorlogsomgeving. Om niet volledig gecrispeerd thuis te komen.
Opnieuw: het lijkt me volkomen logisch. De kostprijs per persoon wordt ook vermeld: 444 euro voor drie dagen all in, in geval van gewone toerist. Ik veronderstel dat het leger wel een betere deal heeft gekregen wegens dat ze in groep komen. En dan nog: ik vind een 150 euro per dag niet zo overdreven, eigenlijk.

Ik spreek mij niet uit over het nut van het Belgische leger, noch over het nut van het inzetten van troepen in Afghanistan. Voor zover ik heb begrepen — de man van een goede vriendin zit er, momenteel — is de opdracht het opleiden van een eigen veiligheidsmacht van de Afghanen. Delen van kennis, trainen, dat soort dingen. Ik heb daar op zich geen problemen mee, dat we helpen met organisatie en veiligheid. Net zoals ik er geen problemen mee heb dat die mensen begeleid worden bij terugkomst, en dat ze na zes maand misschien zelfs al eens een paar uur aan een deftig zwembad in de zon mogen liggen.

Waar ik wel problemen mee heb is het toontje van de titels in wat een kwaliteitskrant pretendeert te zijn. Niet dat het alleen De Morgen is, trouwens, enig googlen leert dat ook de andere gazetten hetzelfde doen. Ze moesten zich allemaal schamen.

Neen!

Stay healthy. Drink Natural. Geef geld uit.

Het was onvermijdelijk dat ik er eentje moest kopen, toen ik die mooie rij ganic water zag staan bij de broodjeszaak. Eén, ik ben grote fan van vitamientjeswater, met zeer gelijkaardige flesjes. Twee, ganic water heeft niet van die snoepkleurtjes, wat goed is voor de gezondheidsillusie die ik zwaar koester nu de dagen korter worden. Drie, er stond een bordje “nieuw” bij, en dat is genoeg reden om iets te kopen tegenwoordig.

Ik ben een namelijk sucker als het op NIEUWNIEUWNIEUW-marketing aankomt. Steek iets in een nieuwe verpakking, maak een nieuw smaakje van een bestaand product, of breng gewoon iets nieuws uit: veel kans dat ik het bij mijn volgende supermarktbezoek in mijn winkelkar gooi. Die witte chocolade-twixen? Maxipack in onze koekenkast te vinden. Die nieuwe WC-blokjes met applicator? Got them. Weet alleen nog niet goed hoe het werkt, maar dat komt nog wel. Vanish heeft een nieuwe formule? Ik koop het, ook al gebruiken we dat niet, Vanish.

Maar enfin, Ganic Water dus, meer bepaald Pomelo Wake-up n°9. 2 euro 45, alstublieft. Voor dat geld kreeg ik er wel een slogan bij: your skin has two beauty wishes. Less sun and more water.
Onderzoek van het label leerde: nul calorieën, nul gr vet, nul gr proteïnen. En ik wil daar zelf tot slot even aan toevoegen: nul smaak. Want, lieve vrienden, Ganic water is helemaal geen limonade. Het is water. In een mooi fleske, maar wel nog steeds gewoon water. Heel in de verte, met veel moeite, is een kleine hint van citrus terug te vinden, maar u zult echt goed moeten zoeken.

Behalve als u het flesje een halve dag laat staan, uit de frigo. Dan smaakt en ruikt het naar fruitpap de ochtend nadien. U weet wel: van die fruitpap die de vorige dag op het aanrecht is blijven rondslingeren omdat u te lui was om het kommetje in de vaatwas te pleuren.

Fruitpapwater. De 2 euro 45 meer dan waard.