En al

En al

The day i woke up.

Om half tien was ik klaarwakker. Ik mocht nochtans uitslapen zolang ik wilde, vandaag. De dochter is — zonder een directe aanleiding, wij *moesten* nergens heen — uit logeren bij de grootouders. Omdat die vakantie hebben, en omdat dat leuk is schijnt, zo’n kleinkind op logement. En dus gingen wij naar de cinema, kwamen oude vrienden tegen, lachten op een terras en zaten op treffelijke uren in bed. En we zouden uitslapen.

Om half tien was ik klaarwakker. Ik draaide nog even, maar voelde toen de gsm kriebelen. Eens gebeld hoe het daar ging, op het logement. Toen ik de dochter enthousiast hoorde roepen — ze stond op het terras aan de straatkant, er is jaarmarkt daar en dus veel volk om naar te gillen en te zwaaien — was mijn hart gerust.

En dus was er koffie, op het terras in de ochtendzon. Helemaal alleen, en met een gerust hart.

Mijn gedachten dwalen af naar een jaar geleden. Hoe mijn gsm toen ook kriebelde, om constant de tijd tussen twee weeën te meten. Hoe de dagen voor 7/8/9 getekend waren door een vreemde mengeling van pijn en anticipatie. Vreugde omdat het eindelijk bijna zover was, angst of het allemaal wel goed zou komen.

Ze is een jaar morgen, de liefde van mijn leven. Straks ga ik haar ophalen en dan ga ik haar vertellen hoe ze vorig jaar nog in mijn buik zat. Ze zal me niet begrijpen, maar dat komt later nog wel. En ik vertel het toch, al was het maar om het zelf niet te vergeten.

En al Ja!

Even niet.

Deze nacht was ik even geen mama. Ik was een meiske in baudelo dat bier over zich liet morsen en daar gewoon mee moest lachen. Ik stond vloekend in de rij voor de toiletten wegens te lang gewacht om te vertrekken en dringend. Ik haalde zoveel pintjes als ik in één keer kon dragen en deelde uit aan wie op dat moment rond mij stond. Ik rookte te veel sigaretten, en weerstond de roep van irish coffee die de volgende dag een slecht idee blijkt. Hoewel ik dus wel vreselijk veel zin had in de slagroom. Ik was één van de massa voor de kinky star, joelde mee bij de confetti en zoende mensen die ik kort daarvoor wel of veel te lang niet had gezien. Ik leerde de geheimen van het circus, stelde een kersverse vader gerust, at vuile hamburgers, wandelde op blote voeten met mijn lief naar huis en ging slapen toen de zon al opkwam.

En om half elf stond ik zonder morren op, ging de dochter halen en werd weer mama. Een mama met een houten hoofd, maar ook een lijf vol verlangen naar een paar weken niksdoen, niks moeten, en absolute rust met ons drie thuis.

Ik zie u vast in het parkkaffee, of in het keizerspark, of op de plage tatoeage, ergens de komende weken, niet?

En al

Die keer dat wij thuiskwamen.

En toen keek ze dus naar de posters in onze inkomhal, ze wees met haar mini-vinger, haar hele gezicht vertrok en ze zette het op een hartverscheurend huilen. Ze pakte me stevig vast. En ik pakte haar stevig vast, want ik herkende het huilen. Het was opluchting. Hetzelfde huiltje dat ze doet als we haar afhalen van de creche. Een paar seconden maar, alsof ze wil zeggen “ik dacht, ze gaan mij nooit meer komen halen, maar ge zijt hier, moeder, en ik ben zo content”.

Ze huilde omdat we thuiswaren deze keer, ik wist het wel. Omdat ze plots besefte dat we *niet* voor altijd in de auto waarin ze de afgelopen 15 uur haar lot lijdzaam had ondergaan, zouden resideren. Omdat ze plots besefte dat ons tijdelijke huis in frankrijk tijdelijk was en dat ze dus helemaal niet hoefde te wennen aan die nieuwe kamer om te slapen. Ze heeft dat zo goed gedaan op reis, dat ik moedersgewijs blink van fierheid: zo blij gespeeld, zo lief geweest voor de andere kindjes, zo flink gegeten en zo vrolijk geweest. Alleen dat slapen in den vreemde, dat was niets voor ons mevrouw. En dat autorijden: niet zo’n succes, zoals bij de meeste kindjes.

Alleszins: haar korte huilbui werd gevolgd door een urenlange euforie, waarbij ze de hele living rondkroop en al haar speelgoed onder luid gebrabbel in het rond strooide. Waarbij ze als een halve zot in en uit de zetel kroop, al haar boeken bekeek en bijna door de vacht van Boogie heen streelde. Toch een beetje gehecht aan haar vertrouwde omgeving, ons Mira.

Maar wij zijn dus terug van een weekje in het Zuiden. En we hebben een hoop fantastische verhalen, die ik de komende dagen allemaal ga uitschrijven. Verhalen over disco time en een Afro. Verhalen over het feest van de brandweer en dat 17 het noodnummer is in Frankrijk. Verhalen over verkleed als smurf naar een markt gaan. Verhalen over eten dat verstopt zit onder uw poep. En verhalen over om half drie met uw baby op een oprit rondlopen om te vermijden dat ze alle andere kindjes wakkermaakt.

Enfin, the usual. Maar nu eerst slapen.

En al

Ah, Bolivia, how i love you.

Daarnet zaten wij op de lichtbak naar Top Gear te kijken, the bolivia special. De stoere mannen rijden daarin door het schoonste land van heel de wereld en op een bepaald moment krijgen ze serieus te maken met de hoogteziekte. Het ziet eruit alsof ze zwaar overdrijven, maar ik verzeker u: het is nog veel erger dan het daar getoond werd.
Zoals: misselijk tot in de toppen van uw tenen. Zoals: hoofdpijn alsof uw hoofd wordt opengesplijt met een botte bijl, maar dan zeer langzaam en langdurig. Of zoals, mijn persoonlijke hoogtepunt: opeens geen zinnen meer uitgesproken krijgen. Denken in het Nederlands, spreken in een vreemde mengelmoes van Spaans, Frans, Engels en Nederlands. En andere woorden dan ge bedoelde.

Maar: het is het keihard waard. Als ge er ooit eens naartoe kunt: doen.

En al

En zo.

En zo werd het vakantie. En begonnen we aan de voorbereidingen voor onze reis. Eerst hier in huis, want we hebben een Hollands adoptiekindje terwijl we weg zijn, die voor kat, huis en Gentse horeca zal zorgen. Maar een adoptiekindje — zelfs een Hollands — moet natuurlijk een bed en een kamer. Dus werd één van de rommelzolders opgeruimd en gepoetst, sleurden we een bed en toebehoren mee van bij de Zweden en werd de donkerste kamer van ons huis ingericht. Hoera!

En zo werd het vakantie en vulde ik de dagen met kijken naar mijn lachende dochter, en met hoofdschuddend constateren hoe groot ze al is.

En zo werd het vakantie, en probeerden we ietwat klungelig (als we het niet goed weten, dan slepen we eten aan. it’s a meetjesland-thing, I guess) te verzachten tegen beter weten in. Omdat niets sommige dingen kan verzachten.

En zo werd het vakantie. En hoopten we dat het vervolg zorgelozer zal zijn dan het begin. Maar we zijn alvast vastberaden om daar eigenhandig voor te zorgen.