En al

En al

Street cred zero: hierzo.

Dus. Ik sta les te geven, voor mijn bomvolle klas, en ik zwaai met mijn arm. Ik doe dat, met mijn armen zwaaien, omdat het deel van mijn motoriek is en omdat de huidige generatie jeugdigen bewegende beeldjes gewend is en zich moeilijk kan concentreren op stilstaande beelden. Maar ik zwaai dus, en in het gezwaai raak ik mijn handtas, die op de grond valt. Omgekeerd (natuurlijk). En de tirette was niet toe (natuurlijk). En dus lag de inhoud op de grond, tentoongespreid aan de nieuwsgierige blikken van 37 negentienjarigen.

Vijf balpennen. Een ritsel kleingeld. Een labello. Een verfrommeld ziektebriefke. Vijfhonderd kasticketjes. Een tube mustella luierzalf. Een pamper. Een strip dafalgans. Drie half opgegeten vitabiskoeken. Een stuk boterham. Een speelgoedhertje. Een papieren zakdoek waarmee ik een peuter-choco-mond had afgeveegd en die er redelijk degoutant uitzag.

Really. Bijna even genant als die keer dat mijn haarrekker aan de muur was blijven plakken nadat ik ertegen had geleund tijdens het lesgeven.

En al werk

En met u?

*klopt het stof van haar kleren*
Zo. We hebben het gehaald, denk ik. De voorbije week heb ik een dikke 300 jongvolwassenen aan mijn computer zien passeren. Tussendoor heb ik het leeuwendeel van de examens die ze hebben afgelegd ook verbeterd. Speekmedaille voor mezelf! Morgen nog een 70 theorievragen verbeteren en dan de prutserijen beginnen uitzoeken: afwezigen opsporen, punten samentellen, lijsten in orde brengen.

Maar het ergste is dus gepasseerd en mijn leven kan zich weer hervatten. Nadat ik eens lang geslapen heb, that is. Stay tuned voor boeiende verhalen over het te dure kleed dat ik ga kopen, over mijn dochter die volgende week buiskes krijgt en over hoe ik overweeg een relatiebureau te beginnen na een uiterst succesvol gebleken manoeuver, een paar weken geleden.

Aniehoew. Ik lees dat er iets aan de hand is in Egypte? En dat we nog altijd geen regering hebben maar wel bijna een wereldrecord? En dat onze vrienden Neven nu ook onschuldige dieren dooddoen?
En met u, hoe is het eigenlijk met u?

En al

Projectontwikkelingsland.

Pfiew. Er komt een groot bouwproject in onze achtertuin. Het is waar, want het stond in de gazet. De zondagsgazet die ge gratis bij de bakker krijgt, maar toch: de gazet. Ik heb vandaag gebeld met Iemand Die Het Kan Weten en die had geen bevestiging van hoe het precies zou gebeuren, maar hij wist wel dat het zou gebeuren.

Het was te verwachten dat het vroeg of laat zover ging komen, natuurlijk. Ondanks de slechte naam die onze wijk in de media heeft, het laatste jaar, is het hier ook aangenaam, populair, betaalbaar en bijzonder dicht bij het stadscentrum. Eén van de laatste echt betaalbare buurten binnen de kleine ring, als het ware. En het perceel hierachter is enorm, een grote ruimte tussen een stratenblok. Er zijn een paar bedrijven en de boel is sowieso verouderd. Eén bedrijf ervan is recent gestopt, het andere werd overtuigd om ook te verkopen en hopla: een gigantisch perceel bouwgrond.

Al datgene waarvan sprake gaat over een klein beetje schuin achter ons. Maar pal achter ons ligt ook een fabriek. Meer nog, ons huis hoorde erbij, bij dat bedrijf, vroeger. We hebben er dus wel degelijk een beetje een band mee, met dat gebouw. Het was dan ook met veel stress dat ik vanmiddag heb gebeld naar de eigenaar om te horen of hij ook verkocht had. Want we wisten dat hij zou verkopen, heel binnenkort. Het was alvast een opluchting om te horen dat hij niet meegestapt is in de nieuwbouwdinges, en dat zijn koper graag de fabrieksgebouwen zou behouden en omvormen tot wooneenheid.

Spannende tijden, deze kant van de Brugse Poort. We wonen nu officieel in projectontwikkelingsland. En ik voel de strijdbare kant in mijzelve al bovenkomen, eerlijk gezegd. Kent er hier iemand iets van bouwvergunningen? Tips in de commentaren: steeds welkom!

En al

2011.

U moet trouwens nog wensen hebben, van mij. Met al dat reizen en contempleren is het er nog niet van gekomen.

Ik wens dit jaar niet veel, en wens u hetzelfde als wat ik mezelf heb gewenst: een volkomen onbezorgd jaar, voor u en iedereen die ge graag ziet. Dat de zon op uw gezicht mag schijnen en ge intens gelukkig moogt zijn.

Happy 2011, everyone!

En al

Die keer met de pauze.

Woorden vallen u op het hart en de geest gelijk een emmer koud water.

Ik zou sowieso een weekje niet online zijn, want interwebs en een chalet in Wallonië, dat is een beetje als een tang op een varken, niet? Het voelt onnatuurlijk, in een houten huis om WIFI zitten bleiten.

De pauze begon onverwacht al een klein week vroeger: er was heel slecht nieuws, bij dichte vrienden, en ik kon dagenlang niet meer schrijven door de permanente krop in mijn keel. Ik stuurde nog een paar mails, waarin ik opgewekt was, wegens dat als ik toeliet in mijn hoofd wat er in mijn hart zat, dat ik ongetwijfeld zou exploderen. Vrolijke stukjes op mijn blog, dat was echter een brug te ver. Ongepast, terwijl er zoveel verdriet is. En een ander zijn verdriet op het internet gooien: niet mijn plaats in deze, vind ik. Dus logde ik uit en schreef niet meer. Dus pakte ik een tas vol spullen en ging met mijn dierbaren in de sneeuw van Barvaux ploeteren. Dus hield ik mijn dochter en mijn lief stevig vast en dicht bij mij, omdat het opeens heel scherp was, waar de prioriteiten liggen.

Ik ben terug nu, want dat is het afgrijselijkste aan Groot Verdriet: dat de wereld niet stopt, dat levens verder gaan, de dagen voorbijrazen en ge niet anders kunt dan meedraaien. Ondanks wat ge voelt en denkt en hoe groot die steen in uw maag is. Ik heb veel geschreven, de laatste weken. Het meeste zijn uw zaken niet, dat begrijpt u vast wel. Al de rest leest u hier de volgende dagen.