Dat ze mag zeggen wat ze wil. Dat ge uw vakantie niet moet volplannen, met uw kinders. Dat gewoon thuis al genoeg is.
Met die van mij niet, qua karakter. En met mijzelf ook niet, dat van die appel en boomsgewijs. Dus, op de dagen dat ik niet naar zee kan: doe mij maar een handvol vrienden en een strand. Alles is eenvoudiger dan.
Er wordt hier tegenwoordig precies niet zoveel geschreven, met al dat vakantiehouden. We zijn aan onze laatste eindspurt begonnen en dat betekent een propvolle agenda, en ook van die typische vakantiedagen: alles is anders dan verwacht, het kind zit opeens later in haar bed dan normaal, ik vergeet te weekmenuten en kom dan opeens tot conclusie dat er vandaag geen winkels open zijn. Enzovoort, enzoverder…u kent het ongetwijfeld.
De afgelopen week was, achtereenvolgens: bezoek aan de onthaalmoeder-in-ziekteverlof, twee dagen aan zee (strand, bezoekjes aan de vismijn, nog strand), mossels eten met vrienden, een verjaardagsfeestje, een voetbalmatch, een rommelmarkt, een middag in het pierkespark, een etentje met de lekkerste roggevleugels ooit en vanochtend een verweesd zoeken naar een winkel die open is zodat ik een cadeau voor mijn morgen-jarige-lief kon kopen.
En dus heb ik geen tijd om te schrijven. Dat u het weet.
Miserie, dat is het. Al mijn mails, van al mijn emailadressen, die komen toe in één mailbox. Dus ook mijn werkmail. En hoewel ik dus nog drie weken verlof heb, zijn er duidelijk al een boel externe partners die aan het werk zijn. Om nog maar te zwijgen van studenten die aan het blokken zijn voor hun tweede zit en dan mailen wat ze nu ook al weer precies moeten kennen. En dus doet mijn mailbox bliep en zie ik dingen die ik eigenlijk nog even niet wil zien. Ik probeer het te negeren, maar de mails staan beschuldigend ongelezen vet te wezen elke keer als ik mijn inbox opendoe. En hoewel ik dus op papier en in principe weiger om in de vakantie te werken, heb ik daarnet toch maar een mailke of vijf beantwoord. Het klonk dringend en al.
Ik denk dat het tijd word om onder ogen te zien: de lange, zonnige, warme zomervakantie is bijna voorbij voor dit jaar. Zucht.
TMF staat op hier ten huize, of JIM, of iets dergelijks, al slaat u me dood. Hij is een scenario aan het schrijven en mompelde iets over research. Dat TMF opeens op moet, dat kan ik nog verstaan. Maar om de paar minuten staat hij recht van achter zijn laptop en neemt een foto van de televisie. Ik vind dat persoonlijk wat vreemd, ja, maar stel daar geen vragen over. Ik veronderstel dat het voor u allen –net als voor mij — een grote geruststelling is dat het allemaal met ons belastingsgeld is, dat hij dat doet.
Maar waar ik dus aan moest denken. Mijn pepe deed dat ook, foto’s nemen van de televisie. Hij had eens van ons voor een verjaardag een digitale kodak gekregen, want vroeger deed hij veel van fotografie. Hij vond dat wijs, mijn pepe, dat ge met zo’n digitale van alles foto’s mocht nemen, omdat ge die toch niet moest ontwikkelen.
Als hij naar de tour de france keek, dan nam hij soms foto’s van den arrivé. En als wij ‘s avonds op bezoek kwamen, dan toonde hij hoe spannend het was geweest.
Ik mis dat.
Weet ge wat het is met op reis gaan: dat is best veel werk achteraf. Het is woensdag, we waren zaterdagavond terug, en ik ben nog steeds puin aan het ruimen. De mand strijk is nog niet weggewerkt, het huis is na drie dagen alweer een stort, en ik moet nog steeds een paar dingen uitpakken.
Ik heb nochtans geluk: mijn fantastische ouders hebben terwijl we wegwaren zowaar mijn huis helemaal langs de kant gedaan, alle was die er in mijn vertrek-luiheid nog lag gewassen en gestreken, mijn auto uitgemest en de frigo voor een paar dagen gevuld.
En natuurlijk ben ik ook nog een middag naar de blaarmeersen geweest (maandag) en een dag naar zee (dinsdag), wat het opruim-gedoe niet ten goede kwam, ziet dat van hier. Maar nu begint het dus finaal op mijn zenuwen te werken: vanavond doe ik door tot alles gewassen, gestreken en in de kasten ligt.
Daar. Het staat op het internet, dus het is waar.