En al

En al

Enough is enough is enough.

Bon. Ik heb het gehad. Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar hoe langer ik thuis ben, hoe veeleisender ik word over mijn huishouden. Tegenwoordig kamp ik al met schuldgevoelens als er een halve mand strijk ligt, of als ik zelfs maar overweeg om iets ranzigs af te halen, in plaats van zelf Verse Groenten te koken. Ik heb mezelf zelfs op de woorden: Mira, kuist uw voeten eens af, zeg, mama heeft net gepoetst. betrapt. Gruwel.

Het is dus duidelijk: twee maand thuis, en twee maand het huishouden runnen zorgt (a) voor verkeerde prioriteiten in mijn hoofd en (b) voor een man die het evident vindt dat alles maar voor hem geregeld wordt.

Het zal niet alleen voor mij een aanpassingske zijn, als ik volgende week begin te werken, me dunkt.

En al

Boem.

Boem. Het kwam keihard binnen, deze ochtend, die melding in mijn agenda. Begin keer te werk, jonk, stond er, en ik herinnerde me nog de zonnige dag begin juli, vlak voor mijn verlof, toen ik het alarm in kwestie inschreef. Het leek alsof de zomer zich toen eindeloos voor me uitstrekte, en het is nu alsof ik één –maximum twee– keer met mijn ogen heb geknipperd en het is voorbij.

Het is daarmee dat ik meteen instant subiet nog een uitstap heb gepland met de dochter (morgen! dierentuin!), een dag aan zee met klijn en haar klein meiske, een paar bezoekjes en een paar klussen. Want volgende week vrijdag, dan gaat ze echt terug naar de creche en dan is het voorbij.

Ik ben er zo niet klaar voor, u heeft daar geen gedacht van.

En al

Drie dagen later.

Ik heb staan janken als een klein kind in de parkeergarage. Wij waren de auto in de garage aan het zetten, en mijn ouders kwamen met Mira net ook naar beneden. Toen ik haar kleine armpjes om mijn hals voelde en mijn neus in haar haar drukte, kwam het opeens keihard binnen. Voor hetzelfde geld. Met wat minder geluk.

One of these days the ground will drop out from beneath your feet.

En al

#PP11

Ik had een heel stuk getikt over onze ervaringen van gisteren, maar ik heb net alles weer weggedaan. Omdat er eigenlijk alleen maar leegte is nu. We hebben besloten de dochter pas morgen op te halen, want we zijn nu zodanig onder de indruk en trillerig dat we nog even tijd nodig hebben.

Veel korter dus: ons kindje bleek onze engelbewaarder, we waren net naar haar aan het bellen in een stevige backstage-container toen het begon. De uren die volgden waren onwezenlijk. Dat ge uw beste vriendin niet kunt bereiken en dat die op de wei staat. De opluchting als ge haar en uw vrienden vindt. Dat ge steeds ergere berichten hoort. De opluchting van facebook en sms-en met verlossende berichten van kameraden die ok zijn. Dat ge steeds ergere berichten hoort.

Ook: hoe ge niet beseft hoe ernstig het is. Ook al ziet ge ingestorte tenten, ambulances, geknakte bomen, omgevallen staketsels. Dat ge daar staat, met duizenden mensen, en dat iedereen zo rustig bleef. Alsof het grootste deel van de aanwezigen besefte: ik verwittig het thuisfront, en daarna blijf ik gewoon wachten. En laat de mensen hun werk doen om te helpen.
Toen we vandaag de beelden zagen, drong het pas goed door. We were very lucky.

Ook: hoe degoutant de veroordelingen van organisatie en hulpdiensten. Het boeman-zoeken in de pers. En het gezeik over dat er geen GSM-bereik was. Ik stond er met mijn neus op, en voor zover ik kon zien heeft iedereen adequaat, rustig en correct gereageerd.

Oprecht veel sterkte aan de familie en vrienden van slachtoffers. Aan de organisatoren, medewerkers, vrijwilligers. En aan iedereen die veel schrik heeft gehad, gisteren.

En al

Een janet, dat ben ik.

Morgen ga ik naar Pukkelpop. Vrijdag en zaterdag ook, tenandere, dus dat betekent drie dagen weg. Vier, eigenlijk, als u in rekening brengt dat we zaterdag pas laat terug zullen keren en het dus eigenlijk al zondag zal zijn. Vorig jaar is dat ongelooflijk bevallen, Pukkelpop, dus ik wilde dit jaar per sé weer. Vorig jaar twee dagen, dit jaar het hele zwik, zo verkondigde ik stoer in januari. De dochter zou naar zee gaan, van woensdagavond al, en dan zou ik haar zondag ophalen. Ha. Geen problemen hier met dat loslaten, meneer.

Tot een paar weken geleden. Opeens had ik een steen in mijn maag toen ik bedacht dat ik het schaap vier hele nachten niet onder mijn dak zou hebben. De steen werd groter en ik kon er bijna niet van slapen. Ge kent dat wel, zo in het donker in uw bed en hoe de dingen dan altijd zo erg lijken. En onoverkomelijk.

Ik spuugde de steen uit, knabbelde hem tot gruis en zette mijn trots en stoeremoederschap opzij. En vroeg dus een gunst aan mijn ouders. Mijn mama moest een beetje lachen met mij. En er werd een beetje met ogen gerold ook. Maar ik ben ooit ook een meiske van twee geweest, dus ze verstaan dat wel.

En dus slaapt de dochter deze nacht nog thuis, en komen mijn ouders morgen bij het ochtendgloren hun kleinkind ophalen in Gent. Allemaal omdat ik met een steen zat. En omdat een drienachtensteen beduidend makkelijker verteerbaar is dan eentje van vier.